Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2010
Conform de Regeling grote projecten rapporteer ik uw Kamer elk half jaar over de voortgang van het Project Mainportontwikkeling
Rotterdam (PMR). Hierbij bied ik u de achtste Voortgangsrapportage PMR aan.1
In deze brief zal ik eerst een terugblik geven over de afgelopen verslagperiode, daarna meld ik u de ontwikkelingen sinds
de peildatum 30 juni 2010 en tot slot geef ik u een doorkijk naar aandachtspunten voor de tweede helft van 2010.
Terugblik verslagperiode 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010
Het deelproject Maasvlakte 2 verloopt nog steeds voorspoedig. De aanleg van Maasvlakte 2 verloopt conform planning. Op de
peildatum was meer dan de helft van het benodigde zand voor de aanleg eerste fase van Maasvlakte 2 aangebracht.
Inmiddels is ook gestart met het steenwerk voor het harde deel van de buitencontour. Er heeft met instemming van het Rijk
een optimalisatie van het ontwerp van de harde zeewering plaatsgevonden. De verwachting is dat dit nieuwe ontwerp tot lagere
onderhoudskosten zal leiden.
De werkzaamheden voor de kademuren voor de containerterminals voor Rotterdam World Gateway (RWG) en APM Terminals zijn ook
gestart. Daarnaast is onder meer gewerkt aan een aantal infrastructurele projecten op Maasvlakte 2.
Het deelproject Natuurcompensatie ontwikkelt zich volgens planning. Voor de uitvoering van de natuurcompensatie is in de vorige
voortgangsrapportages al aangegeven dat deze nagenoeg is afgerond.
Het deelproject 750 ha natuur- en recreatiegebied staat nog in het teken van de planprocedures.
Voor het Landschapspark Buytenland (600 ha) heeft, bij de vaststelling van het bestemmingsplan op 26 april 2010, een naamswijziging
plaatsgevonden in het Buijtenland van Rhoon. Het bestemmingsplan is vastgesteld met een uitwerkingsplicht voor een deel (150
ha) van het gebied. Aan deze 150 ha is weliswaar de bestemming natuur toegekend, maar er moet nog een verdere keuze worden
gemaakt tussen natuurakkers en natte natuur. In zijn rijksreactie heeft het Rijk aangegeven het van belang te vinden dat de
uitwerking spoedig gestalte krijgt. De provincie Zuid-Holland heeft voor een specifiek deel van het gebied een reactieve aanwijzing
gegeven; hiermee moet het mogelijk worden om in dit specifieke gebied ook andere natuurdoeltypen te kunnen realiseren dan
natuurakkers.
Het bestemmingsplan Vlinderstrik zou voor de zomer van 2010 worden vastgesteld. Omdat een fauna-effectonderzoek wordt uitgevoerd
is vaststelling van het bestemmingsplan vertraagd. Het bestemmingsplan Schiezone is in februari 2010 vastgesteld en daarna
ter inzage gelegd. In de verslagperiode is het Definitieve Ontwerp van de Groene Verbinding drie maanden later dan gepland
vastgesteld.
De voortgang van het deelproject 750 ha past volgens de provincie Zuid-Holland binnen de afspraken in de PKB PMR, de Uitwerkingsovereenkomst
750 ha en het Uitvoeringsprogramma 750 ha. Daarom is de verwachting van de provincie Zuid-Holland dat er geen gevolgen voor
de eindplanning zullen optreden.
De leefbaarheidsprojecten binnen het deelproject Bestaand Rotterdams Gebied (BRG) laten in het algemeen een voorspoedige voortgang
zien; een deel van de projecten was reeds afgerond. In de verslagperiode is verder gewerkt aan de andere leefbaarheidsprojecten.
Daarnaast heeft de gemeente Rotterdam een voorstel ingediend voor vervanging van het project Stadspark Duinvallei; dit voorstel
zal nog beoordeeld moeten worden. Het tekort voor het project Landtong Rozenburg is verder terug gebracht tot 0,4 miljoen
euro. Voor het project Warmtebedrijf zijn in de verslagperiode belangrijke stappen gezet die ertoe moeten leiden dat medio
2012 de warmtelevering van start kan gaan.
De uitvoerende partijen hebben geen scopewijzigingen gemeld.
Ontwikkelingen sinds de peildatum 30 juni 2010
Op 21 juli 2010 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van Raad van State de beroepen tegen de toegangsbeperkingsbesluiten
ongegrond verklaard; daarmee zijn deze besluiten onherroepelijk geworden. Dit betekent dat alle besluiten voor het deelproject
landaanwinning inclusief de bijbehorende natuurcompensatie onherroepelijk zijn.
Voor Buijtenland van Rhoon is in juli 2010 onder leiding van een onafhankelijk voorzitter een proces van start gegaan waarin
institutionele beheerders en agrariërs die belangstelling hebben voor een toekomstige rol in het beheer van het natuurgebied,
samen een advies opstellen met een integrale visie voor de inrichting en het beheer van het natuurgebied ten zuiden van de
Essendijk. Dit advies vormt de basis voor het Uitwerkingsplan dat de gemeente Albrandswaard in het vierde kwartaal 2010 gaat
opstellen.
Doorkijk tweede helft 2010
De inzet van de provincie Zuid-Holland en gemeente Albrandswaard is erop gericht om het Uitwerkingsplan Buijtenland van Rhoon,
dat door de gemeente Albrandswaard zal worden opgesteld, uiterlijk 12 november 2010 ter visie te leggen. Vaststelling van
het Uitwerkingsplan zal dan op 18 februari 2011 kunnen plaatsvinden.
Voor het bestemmingsplan Vlinderstrik geldt de verwachting dat dit in het derde kwartaal van 2010 kan worden vastgesteld.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings