24 683
Wijziging van onder meer de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake schoolbegeleiding (regeling schoolbegeleiding)

nr. 32
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN SCHUTTE EN STELLINGWERF TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 26 februari 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel E ingevoegd een nieuw onderdeel Ea luidende:

Ea

Na artikel 113 wordt een nieuw artikel 113a ingevoegd, luidende:

Artikel 113a. Subsidiëring landelijke diensten naar richting

1. Scholen kunnen schoolbegeleiding door een landelijke dienst naar richting ontvangen, indien zij op 31 december 1997 met een dergelijke dienst een schoolbegeleidingsovereenkomst hadden als bedoeld in de bij of krachtens hoofdstuk II, titel II, van de Wet op de onderwijsverzorging gegeven voorschriften zoals die op die datum van kracht waren.

2. Onder scholen als bedoeld in het eerste lid, worden mede verstaan scholen die voor het eerst na 31 december 1997 voor bekostiging in aanmerking komen en die in stand worden gehouden door:

a. een bestuur dat een of meer andere scholen in stand houdt ten aanzien waarvan op die dag reeds een schoolbegeleidingsovereenkomst bestond met een landelijke dienst naar richting, of

b. een in verband met die aan te vangen bekostiging nieuw in leven geroepen bestuur, indien ten aanzien van die scholen het bestuur dat deze scholen in stand houdt een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten met het bevoegd gezag van een andere school die reeds schoolbegeleiding als bedoeld in het eerste lid, dit lid, onderdeel a, en artikel B3 van de Wet van ... 199. (Stb. ...) ontvangt en in de samenwerkingsovereenkomst in elk geval is opgenomen dat:

1°. de overeenkomst wordt aangegaan voor een termijn van tenminste 10 jaren, en

2°. voor elk bevoegd gezag de verplichting is opgenomen om geen personeel te benoemen met voorbijgaan van personeel van een der scholen waarvan het bevoegd gezag aan de overeenkomst deelneemt, en dat in het genot is van wachtgeld of van een andere ontslaguitkering en direct aan die ontslaguitkering voorafgaand langer dan een jaar onafgebroken in dienst is geweest van het bevoegd gezag.

De samenwerkingsovereenkomst, bedoeld in onderdeel b, kan bepalen dat geen verplichting als bedoeld in dat onderdeel, onder 2°, bestaat in de gevallen, genoemd in de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 105, zesde lid, alsmede in de gevallen waarvoor Onze Minister artikel 105, zevende lid, heeft toegepast.

3. Het gemeentebestuur verstrekt ten behoeve van de schoolbegeleiding door de landelijke diensten naar richting, bedoeld in het eerste en tweede lid, aan deze diensten subsidie, met dien verstande dat deze wordt vastgesteld op ten minste een evenredig deel van de middelen, bedoeld in artikel 113, voor zover het betreft de middelen, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel a, verminderd met de middelen, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel b, van dat artikel.

II

Aan artikel I, onderdeel F, wordt toegevoegd: Tevens wordt na artikel 113 ingevoegd: Artikel 113a. Subsidiëring landelijke diensten naar richting.

III

In artikel II wordt na onderdeel F ingevoegd een nieuw onderdeel Fa luidende:

Fa

Na artikel 108a wordt een nieuw artikel 108b ingevoegd, luidende:

Artikel 108b. Subsidiëring landelijke diensten naar richting

1. Scholen kunnen schoolbegeleiding door een landelijke dienst naar richting ontvangen, indien zij op 31 december 1997 met een dergelijke dienst een schoolbegeleidingsovereenkomst hadden als bedoeld in de bij of krachtens hoofdstuk II, titel II, van de Wet op de onderwijsverzorging gegeven voorschriften zoals die op die datum van kracht waren.

2. Onder scholen als bedoeld in het eerste lid, worden mede verstaan scholen die voor het eerst na 31 december 1997 voor bekostiging in aanmerking komen en die in stand worden gehouden door:

a. een bestuur dat een of meer andere scholen in stand houdt ten aanzien waarvan op die dag reeds een schoolbegeleidingsovereenkomst bestond met een landelijke dienst naar richting, of

b. een in verband met die aan te vangen bekostiging nieuw in het leven geroepen bestuur, indien ten aanzien van die scholen het bestuur dat deze scholen in stand houdt een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten met het bevoegd gezag van een andere school die reeds schoolbegeleiding als bedoeld in het eerste lid, dit lid, onderdeel a, en artikel B3 van de Wet van ... 199. (Stb. ...) ontvangt en in de samenwerkingsovereenkomst in elk geval is opgenomen dat:

1°. de overeenkomst wordt aangegaan voor een termijn van tenminste 10 jaren, en

2°. voor elk bevoegd gezag de verplichting is opgenomen om geen personeel te benoemen met voorbijgaan van personeel van een der scholen waarvan het bevoegd gezag aan de overeenkomst deelneemt, en dat in het genot is van wachtgeld of een andere ontslaguitkering en direct aan die ontslaguitkering voorafgaand langer dan een jaar onafgebroken in dienst is geweest van het bevoegd gezag.

De samenwerkingsovereenkomst, bedoeld in onderdeel b, kan bepalen dat geen verplichting als bedoeld in dat onderdeel, onder 2°, bestaat in de gevallen, genoemd in de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 102, zesde lid, alsmede in de gevallen waarvoor Onze Minister artikel 102, zevende lid, heeft toegepast.

3. Het gemeentebestuur verstrekt ten behoeve van de schoolbegeleiding door de landelijke diensten naar richting, bedoeld in het eerste en tweede lid, aan deze diensten subsidie, met dien verstande dat deze wordt vastgesteld op ten minste een evenredig deel van de middelen, bedoeld in artikel 108a, voor zover het betreft middelen, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel a, verminderd met de middelen, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel b, van dat artikel.

IV

Aan artikel II, onderdeel G, wordt toegevoegd: Tevens wordt na artikel 108a ingevoegd: Artikel 108b. Subsidiëring landelijke diensten naar richting.

V

In artikel IV wordt «artikel 113 van de Wet op het basisonderwijs, artikel 108a van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs» vervangen door: de artikelen 113 en 113a van de Wet op het basisonderwijs, de artikelen 108a en 108b van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.

VI

In artikel V komt artikel B3 te luiden:

Artikel B3. Landelijke diensten naar richting

Op scholen ten aanzien waarvan het bestuur dat deze scholen in stand houdt, voor 1 januari 1997 een schoolbegeleidingsovereenkomst heeft opgezegd met het doel zich aan te kunnen sluiten bij een van de door Onze Minister op 31 december 1997 bekostigde landelijke diensten naar richting, is artikel 113a, derde lid, van de Wet op het basisonderwijs dan wel artikel 108b, derde lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Dit amendement strekt er toe om als uitzondering op de reguliere voorziening bedoeld in de artikelen 113 en 108a, de mogelijkheid tot verlening van schoolbegeleiding door landelijke diensten naar richting onder te brengen in de sectorale wetten zelf, te weten de Wet op het basisonderwijs en de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.

Tevens is aan artikel 113a, tweede lid, van de Wet op het basisonderwijs en aan artikel 108b, tweede lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, een onderdeel b toegevoegd dat overeenkomt met de toevoeging die reeds in onderdeel C van de vijfde nota van wijziging is opgenomen. Net zoals in onderdeel C wordt in onderdeel b van de artikelen 113a, tweede lid, en 108b, tweede lid, aan nieuw voor bekostiging in aanmerking gebrachte scholen onder een nieuw bestuur dat een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten met het bestuur van een school die reeds schoolbegeleiding ontvangt van een landelijke dienst naar richting, de gelegenheid geboden om na 31 december 1997 schoolbegeleiding te ontvangen van die landelijke dienst naar richting.

Reden van dit gewijzigd amendement is dat – in geval van aanvaarding van amendement nr. 9 – de toevoeging die in onderdeel C van de vijfde nota van wijziging is opgenomen, niet langer deel zou uitmaken van het wetsvoorstel. Door het gewijzigd amendement wordt dit voorkomen. Het gewijzigd amendement beoogt geen inhoudelijke wijzigingen aan te brengen.

Schutte

Stellingwerf

Naar boven