24 681
Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met medezeggenschap

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 24 februari 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 45a, eerste lid, wordt de volgende volzin toegevoegd:

De verplichting tot het instellen van een cliëntenraad geldt voor een uitvoerder ten aanzien van elke door hem in stand gehouden voorziening.

Toelichting

Anders dan in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen was in het eerste lid van artikel 45a niet bepaald dat een uitvoerder voor elk van de door hem in stand gehouden voorzieningen een cliëntenraad in het leven moet roepen, hoewel een afwijking van de algemene regeling niet was beoogd. Er is geen aanleiding voor de jeugdhulpverlening af te wijken van het uitgangspunt dat medezeggenschap moet plaatsvinden op het niveau waar de beslissingen hun effect hebben. Thans wordt dit in de tekst tot uitdrukking gebracht. De bepaling beperkt zich tot uitvoerders, aangezien de wettekst al voldoende duidelijk maakt dat ook (gezins-) voogdij-instellingen op instellingsniveau een cliëntenraad moeten instellen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. G. Terpstra

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

Naar boven