nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
instelling van de Raad voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
(Wet op de VROM-raad).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
2 april 1996
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een vast college
van advies van het Rijk in te stellen met betrekking tot hoofdlijnen van het
beleid inzake de duurzame kwaliteit van de leefomgeving en over andere onderdelen
van het rijksbeleid die relevant zijn voor de hoofdlijnen van het beleid op
het gebied van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer en dat
het in verband met artikel 79 van de Grondwet noodzakelijk is daartoe wettelijke
bepalingen vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
1. Er is een Raad voor de volkshuisvesting, de ruimtelijke ordening en
het milieubeheer, hierna te noemen de VROM-raad.
2. De VROM-raad bestaat uit een voorzitter en ten minste 11 en ten hoogste
14 andere leden.
Artikel 2
De VROM-raad heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal
te adviseren over hoofdlijnen van het beleid inzake de duurzame kwaliteit
van de leefomgeving en over andere onderdelen van het rijksbeleid die relevant
zijn voor de hoofdlijnen van het beleid op het gebied van volkshuisvesting,
ruimtelijke ordening en milieubeheer.
Artikel 3
De Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt als volgt gewijzigd.
1. Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd.
1°. In het eerste lid wordt na de vierde volzin een volzin ingevoegd,
luidende: Afschrift van deze mededeling zendt Onze Minister aan de VROM-raad,
ingesteld bij de Wet op de VROM-raad.
2°. het vierde lid komt te luiden:
4. Onze in het eerste lid bedoelde Ministers kunnen de VROM-raad verzoeken
advies uit te brengen over het ontwerp. De raad brengt zijn advies uit binnen
een door Onze bedoelde Ministers te bepalen termijn, die ten hoogste twaalf
weken na de in het tweede lid bedoelde terinzageligging beloopt.
3°. in het zesde lid, tweede volzin, wordt na de woorden «bedoeld
in het derde lid» ingevoegd: en het advies, bedoeld in het vierde lid.
2. Aan artikel 2b, tweede lid, wordt een nieuwe volzin toegevoegd, luidende:
Afschrift van deze mededeling zendt Onze Minister aan de VROM-raad.
Artikel 4
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.
Artikel 5
Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de VROM-raad.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,