24 669
Een aantal wijzigingen van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en een aanpassing van de Wet afbreking zwangerschap aan de gewijzigde wetgeving met betrekking tot accountants

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende een aantal wijzigingen van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en een aanpassing van de Wet afbreking zwangerschap aan de gewijzigde wetgeving met betrekking tot accountants.

De memorie van toelichting (en bijlagen), die het Wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

29 maart 1996

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen op een aantal punten wijziging behoeft, terwijl de Wet afbreking zwangerschap aanpassing behoeft aan de gewijzigde wetgeving inzake accountants;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10, vierde lid, komt te luiden:

4. De voorlopige machtiging heeft een geldigheidsduur van ten hoogste zes maanden na haar dagtekening, onverminderd het bepaalde in de artikelen 48 en 49.

B

Artikel 20, vierde lid, komt te luiden:

4. Het ten uitvoer leggen van een krachtens het eerste lid gegeven beschikking draagt de burgemeester op aan een of meer ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die zich voorzien van de bijstand van een of meer personen met kennis van de zorg voor geestelijk gestoorden. De bedoelde ambtenaren kunnen daartoe elke plaats betreden waar de op te nemen persoon zich bevindt, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.

C

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden de woorden «Indien de met overeenkomstige toepassing van artikel 7 bevoegde officier van justitie» vervangen door: Indien de officier van justitie.

2. Toegevoegd wordt een derde lid, luidende:

3. Bevoegd is de rechtbank van het arrondissement waarin het ziekenhuis waarin de patiënt is opgenomen, is gelegen. Artikel 7, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

D

Artikel 51, derde lid, komt te luiden:

3. De artikelen 36 tot en met 41, 44, 56, 57 en 58 zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot personen die ter beschikking zijn gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege en met betrekking tot personen aan wie de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is opgelegd, indien die verpleging dan wel de tenuitvoerlegging van die maatregel plaatsvindt in een psychiatrisch ziekenhuis, niet zijnde een justitiële inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden als bedoeld in artikel 90, quinquies, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht.

E

In artikel 54, tweede lid, onder b, worden de woorden «artikel 16, tweede lid» vervangen door: artikel 16, derde lid.

F

In artikel 66, tweede lid, worden de woorden «ambtenaren van rijks -of gemeentepolitie» vervangen door: ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak,.

G

Artikel 72, derde lid, vervalt.

ARTIKEL II

In artikel 6, eerste lid, onder f, van de Wet afbreking zwangerschap wordt het woord «registeraccountant» vervangen door: accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Minister van Justitie,

Naar boven