nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 3 april 1997
In mijn reactie van 11 maart jl. op vragen van het lid Van der Linden
(CDA) inzake BSE, heb ik aangekondigd op korte termijn de Tweede Kamer te
informeren over mijn besluit inzake de besteding van de 2e ronde BSE-compensatiegelden
die Nederland vanuit de Europese Unie in het vooruitzicht zijn gesteld. In
deze brief zal ik mijn besluit toelichten.
Met betrekking tot de besteding van de f 70 mln. heeft de Europese
Commissie de belangrijke randvoorwaarde meegegeven, dat deze financiële
middelen uiterlijk 15 oktober 1997 daadwerkelijk moeten zijn uitgegeven. Deze
voorwaarde heeft het aantal mogelijk te financieren maatregelen beperkt.
Ik heb gemeend, dat deze gelden zoveel mogelijk ten goede moeten komen
aan de individuele ondernemers, aangezien zij de inkomensverliezen hebben
geleden als gevolg van de BSE-crisis. Daarom heb ik besloten een bedrag van
f 63 mln. rechtstreeks uit te keren aan individuele ondernemers in de
rundveehouderij. Het IKC-Landbouw heeft op basis van prijsontwikkelingen berekend
welke deelsectoren inkomensverliezen hebben geleden als gevolg van de BSE-crisis.
Hieruit is gebleken, dat de melkveehouderij tot de deelsectoren behoort waar
forse inkomensverliezen zijn geleden. Daarom wordt thans ook voorzien in compensatie
ten behoeve van deze sector. De verdeling van bovengenoemde f 63 mln.
over de voor compensatie in aanmerking komende (deel)sectoren zal als volgt
plaatsvinden: melkveehouderij circa f 39 mln., vleeskalveren circa f 11
mln., vleesstieren circa f 8 mln., vrouwelijk (vlees)jongvee circa f 3
mln. en zoogkoeien circa f 2 mln.
De gegevens van de Landbouwtelling 1996 zullen – overeenkomstig
de eerste BSE-compensatieronde – als basis dienen voor de uitkering
aan de individuele ondernemers.
De overige f 7 mln. wil ik gebruiken ter stimulering van IKB-systemen
in de rundvleesproductie. Op deze wijze wordt op een meer structurele wijze getracht de kwaliteit van de vleesproductie op een hoger niveau te
krijgen. De uitvoering hiervan wil ik in handen leggen van de Productschappen
voor Vee, Vlees en Eieren, mits er voldoende garanties zijn dat dit bedrag
ook daadwerkelijk wordt uitgegeven vóór 15 oktober 1997. Een
voorstel hiertoe van de PVE verwacht ik op korte termijn.
Zoals gebruikelijk zal ik de concept-regelingen vooraf voor commentaar
aan de Europese Commissie voorleggen.
De uitbetalingen met betrekking tot de rechtstreekse compensatie zullen
waarschijnlijk in de maand augustus van dit jaar plaatsvinden.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen