24 668
Gekke-koeienziekte (BSE)

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 27 maart 1996

Hierbij informeren wij U omtrent de in het kader van Bovine Spongiforme Encefalopathie (BSE) getroffen maatregelen.

Na het bekend worden afgelopen donderdag van het mogelijke verband tussen de consumptie van met BSE besmet vlees en het optreden van de ziekte van Creutzfeldt-Jacob bij mensen, zijn met onmiddellijke ingang de volgende maatregelen afgekondigd:

– opslag van importen van vlees en vleesprodukten uit het VK en verbod deze in de handel te brengen;

– kalveren die geïmporteerd worden, dienen op de bedrijven van bestemming te worden aangehouden.

Tot deze voorlopige maatregelen hebben wij besloten in afwachting van door de Commissie van de Europese Gemeenschappen vast te stellen maatregelen ter zake.

Hedenmiddag heeft de Europese Commissie maatregelen aangaande BSE vastgesteld. Deze behelzen onder meer een volledige exportstop van runderen en alle produkten op basis van rundvlees vanuit het VK. Daaronder zijn ook toepassingen van farmaceutische en cosmetische aard begrepen, al ligt het accent uiteraard op de levensmiddelensector.

In het licht van deze communautaire beslissing hebben wij thans de volgende aanvullende maatregelen in voorbereiding:

– een op de Warenwet (artikel 21) gebaseerd advies aan consumenten, producenten en levensmiddelenhandel om af te zien van alle produkten op basis van Brits rundvlees die reeds op de markt waren;

– een verbod op het slachten van alle in Nederland aanwezige kalveren afkomstig uit het VK, derhalve ook de reeds vóór 23 maart 1996 ingevoerde kalveren (in totaal circa 64 000 stuks). Deze kalveren mogen de bedrijven waar zij gehouden worden niet verlaten. Voor deze dieren zal een destructieregeling worden getroffen. In dat verband wordt tevens aan een tegemoetkomingsregeling voor de vleeskalvereigenaren gewerkt. Het betreft dan een vergoeding voor de economische dagwaarde van het dier.

Zodra nieuwe ontwikkelingen zich voordoen, zal ik u daaromtrent informeren.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Sport,

E. G. Terpstra

Naar boven