24 646
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de bestuursorganisatie van en medezeggenschap in universiteiten (modernisering universitaire bestuursorganisatie)

nr. 80
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 22 oktober 1996

Bij gelegenheid van het afleggen van zijn stemverklaring over het bovengenoemd wetsvoorstel op 15 oktober jl. heeft het Kamerlid Lansink, daarin gesteund door het Kamerlid Rabbae, verzocht schriftelijk in te gaan op de situatie die in Tilburg is ontstaan, en met name op het rapport van de aldaar ingestelde commissie van goede diensten. Tevens verzocht hij opheldering te verschaffen over het contact dat er geweest is tussen het departement en het college van bestuur van de KUB tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer.

Bij de heropening van de beraadslagingen op 1 oktober jl. ben ik, in reactie op gelijkluidende vragen van het Kamerlid Lansink, daarop reeds ingegaan. Voor mijn antwoord op het verzoek van de beide Kamerleden verwijs ik dan ook naar hetgeen ik toen naar voren heb gebracht. Aan die reactie heb ik niets toe te voegen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

J. M. M. Ritzen

Naar boven