24 646
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de bestuursorganisatie van en medezeggenschap in universiteiten (modernisering universitaire bestuursorganisatie)

nr. 66
AMENDEMENTEN VAN HET LID RABBAE

Ontvangen 19 september 1996

De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:

I

In artikel I, onderdeel Q, wordt in artikel 9.32, onder vernummering van het derde tot en met negende lid tot vierde tot en met tiende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. De raad stelt tijdelijke commissies in op instellingsniveau ter voorbereiding en evaluatie van beleid. De raad bepaalt de samenstelling, de taakopdracht en het tijdpad van de tijdelijke commissies. Het college van bestuur kan hierover een voorstel formuleren.

II

In artikel I, onderdeel Q, wordt in artikel 9.37, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. De faculteitsraad stelt tijdelijke commissies in op faculteitsniveau ter voorbereiding en evaluatie van beleid. De raad bepaalt de samenstelling, de taakopdracht en het tijdpad van de tijdelijke commissies. De decaan dan wel het faculteitsbestuur kan hierover een voorstel formuleren.

Toelichting

Voor het nemen van besluiten is de voorbereiding een belangrijke fase. De inbreng van docenten en studenten is hierbij van wezenlijk belang. Studenten en personeel dienen vroegtijdig in het beleidsproces te worden betrokken, zodat kennis, ervaring en creativiteit van deze twee groepen wordt aangeboord. Ook bij de evaluatie van beleid is de betrokkenheid van studenten en personeel noodzakelijk. Door tijdelijke commissies door de raden te laten instellen, is voldoende deelname van en draagvlak binnen de verschillende geledingen binnen de universitaire gemeenschap gegarandeerd.

Rabbae

Naar boven