24 646
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de bestuursorganisatie van en medezeggenschap in universiteiten (modernisering universitaire bestuursorganisatie)

nr. 62
AMENDEMENTEN VAN HET LID LANSINK

Ontvangen 10 september 1996

De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:

I

In artikel I, onderdeel Q, vervalt artikel 9.30.

II

In artikel I, onderdeel Q, wordt aan artikel 9.31 twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

9. De raad kan besluiten dat de Wet op de ondernemingsraden met uitzondering van hoofdstuk VII B voor een periode van ten hoogste vijf jaren van toepassing is op de universiteit.

10. Het besluit, bedoeld in het negende lid, stelt de paragrafen 1 tot en met 6 van deze titel buiten werking voor de desbetreffende universiteit. Dit besluit gaat gepaard aan de vaststelling door de Raad van een medezeggingsschapsregeling ten behoeve van de studenten binnen de universiteit en haar faculteiten, die ten minste gelijkwaardig is aan het bepaalde in de paragrafen 1 tot en met 5 van deze titel.

III

In artikel I, onderdeel Q, wordt in artikel 9.37, derde lid, na «zesde lid,» ingevoegd: en negende en tiende lid.

Toelichting

Handhaving en aanpassing van de ongedeelde tripartite universiteitsraad en faculteitsraad geeft meer inhoud aan medebestuur dan het OR- of het MR-model. Zouden nochtans instellingen die laatste weg willen bewandelen, dan zou dat niet op voorhand uitgesloten moeten zijn.

Lansink

Naar boven