24 646
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de bestuursorganisatie van en medezeggenschap in universiteiten (modernisering universitaire bestuursorganisatie)

nr. 40
AMENDEMENT VAN HET LID VAN GELDER C.S.

Ontvangen 3 september 1996

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel P, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A. Artikel 9.3, vierde lid, wordt vervangen door:

4. In het bestuurs- en beheersreglement worden nadere regels gegeven omtrent de wijze van voordracht en benoeming van de rector magnificus.

B. Artikel 9.10 wordt vervangen door:

Artikel 9.10. College voor promoties

1. Aan een universiteit is een college voor promoties verbonden. Het college voor promoties bestaat uit hoogleraren.

2. Het college voor promoties hoort het college van bestuur over het verlenen van het doctoraat honoris causa, bedoeld in artikel 7.19, tweede lid.

3. In het bestuurs- en beheersreglement worden de taak, de samenstelling en de wijze van benoeming van het college voor promoties nader geregeld.

II

In artikel I, onderdelen W en Z, wordt «het college van hoogleraren» telkens vervangen door: het college voor promoties.

III

In artikel I, onderdeel UU, wordt het opschrift van artikel 9.10 vervangen door: College voor promoties.

Toelichting

In de wet hoeft niet geregeld te worden hoe de beleidsvoorbereiding en de eventuele interne adviesstructuur gestalte kan krijgen. De beoogde adviesfunctie behoeft niet wettelijk geregeld te worden. Wel dient geregeld te zijn wie de eredoctoraten regelt. Daarom is een college voor promoties noodzakelijk. Tevens dient dan voorzien te worden in de regeling van voordracht en benoeming van de rector magnificus.

Van Gelder

Jorritsma-van Oosten

J. M. de Vries

Naar boven