nr. 31
AMENDEMENTEN VAN HET LID JORRITSMA-VAN OOSTEN
Ontvangen 3 september 1996
De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:
I
In artikel I, onderdeel P, wordt in het opschrift van artikel 9.5 «decanen»
vervangen door: faculteitsbesturen.
II
In artikel I, onderdeel P, wordt artikel 9.12 als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift wordt «decaan» vervangen door: faculteitsbestuur.
B
De tweede volzin van het eerste lid komt te luiden: Aan het hoofd van
de faculteit staat het faculteitsbestuur, bestaande uit de decaan van de faculteit,
tevens voorzitter, en een of meer andere leden, waaronder een studentlid.
C
Het tweede lid komt te luiden:
2. In afwijking van het eerste lid kan in het bestuurs- en beheersreglement
worden bepaald dat aan het hoofd van de faculteit de decaan van de faculteit
staat. Indien de eerste volzin toepassing heeft gevonden, wordt in deze titel
en in titel 2 onder faculteitsbestuur tevens de decaan van de faculteit verstaan.
III
In artikel I, onderdeel P, wordt artikel 9.13 als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift wordt «decaan» vervangen door: leden faculteitsbestuur.
B
In het eerste lid wordt «De decaan wordt» vervangen door:
De leden van het faculteitsbestuur worden.
C
In het tweede lid wordt «De decaan kan» vervangen door: De
leden van het faculteitsbestuur kunnen.
D
In het vierde lid wordt «een bestuur als bedoeld in artikel 9.12,
tweede lid,» vervangen door: de decaan.
IV
In artikel I, onderdeel P, wordt artikel 9.14 als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift wordt «decaan» vervangen door: faculteitsbestuur.
B
In het eerste en tweede lid wordt «De decaan» telkens vervangen
door: Het faculteitsbestuur.
C
In het derde lid wordt «de decaan» vervangen door: het faculteitsbestuur.
V
In artikel I, onderdeel P, wordt artikel 9.15 als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift wordt «decaan» vervangen door: faculteitsbestuur.
B
In het eerste en tweede lid wordt «De decaan» telkens vervangen
door: Het faculteitsbestuur.
C
In het eerste lid, onderdeel g, wordt «decanen van andere faculteiten»
vervangen door: faculteitsbesturen.
VI
In artikel I, onderdeel P, wordt artikel 9.16 als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift wordt «decaan» vervangen door: faculteitsbestuur.
B
In het eerste lid wordt «De decaan» vervangen door: Het faculteitsbestuur.
VII
In artikel I, onderdeel P, wordt in de artikelen 9.17 en 9.20, eerste
lid, «De decaan» telkens vervangen door: Het faculteitsbestuur.
VIII
In artikel I, onderdeel P, wordt in de artikelen 9.18, eerste lid, en
9.21, tweede lid, «de decaan» telkens vervangen door: het faculteitsbestuur.
IX
In artikel I, onderdeel P, wordt in artikel 9.22, tweede lid, «de
decanen van de desbetreffende faculteiten» vervangen door: de desbetreffende
faculteitsbesturen.
X
In artikel I, onderdeel P, wordt artikel 9.24 als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift wordt «decaan» vervangen door: faculteitsbestuur.
B
In het eerste en tweede lid wordt «de decaan» telkens vervangen
door: het faculteitsbestuur.
XI
In artikel I, onderdeel P, wordt in artikel 9.28 «de decaan»
telkens vervangen door: het faculteitsbestuur.
XII
In artikel I, onderdeel Q, wordt in artikel 9.37, tweede en vijfde lid,
«de decaan van de faculteit» en «de decaan» telkens
vervangen door: het faculteitsbestuur.
XIII
In artikel I, onderdeel Q, wordt in artikel 9.38 «De decaan»
vervangen door: Het faculteitsbestuur.
XIV
Artikel I, onderdeel UU, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift van artikel 9.5 wordt «decanen» vervangen
door: faculteitsbesturen.
B
In het opschrift van de artikelen 9.5, 9.12, 9.14, 9.15, 9.16 en 9.24
wordt «decaan» telkens vervangen door: faculteitsbestuur.
C
In het opschrift van artikel 9.13 wordt «decaan» vervangen
door: leden faculteitsbestuur.
Toelichting
Het wetsvoorstel gaat uit van de regel dat aan het hoofd van de faculteit
de decaan staat, met als afwijkingsmogelijkheid een meerhoofdig bestuur. Dit
amendement beoogt dit om te draaien: als regel een meerhoofdig bestuur en
als afwijking alleen de decaan. Deze vorm verkleint het gevaar van zware overbelasting
van één persoon (b.v. bij een grote faculteit). Deze overbelasting
zal het ook moeilijk maken geschikte kandidaten voor de functie te vinden.
Door ook een student als lid op te nemen, wordt bovendien het draagvlak
voor het bestuur in de faculteit vergroot.
Jorritsma-van Oosten