nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (verstrekken van subsidies).
De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
19 maart 1996
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Wet
op de Ruimtelijke Ordening een regeling op te nemen voor het verstrekken van
subsidies door het Rijk ten behoeve van de uitvoering van het nationaal ruimtelijk
beleid;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 2, eerste lid, wordt «ter voorbereiding van de bepaling»
vervangen door: ter voorbereiding en ter uitvoering.
B
Na artikel 48 wordt «Hoofdstuk VIII Schadevergoeding» vervangen
door:
HOOFDSTUK VIII Financiële bepalingen
AFDELING 1. SCHADEVERGOEDING
C
Na artikel 49 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 2. SUBSIDIES
Artikel 50
Voor de toepassing van deze afdeling en de daarop berustende bepalingen
wordt verstaan onder:
a. subsidie: aanspraak op financiële middelen, door Onze Minister
verstrekt met het oog op activiteiten van de aanvrager als bedoeld in artikel
50a, anders dan als betaling voor aan Onze Minister geleverde goederen of
diensten;
b. subsidieplafond: bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste
beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens artikel 50a.
Artikel 50a
1. Onze Minister kan ter uitvoering van het nationaal ruimtelijk beleid,
zoals verwoord in de Planologische Kernbeslissing Nationaal Ruimtelijk Beleid,
subsidies verstrekken ten behoeve van:
a. de ontwikkeling of herziening van ruimtelijke plannen van provincies,
samenwerkingsgebieden als bedoeld in hoofdstuk IVA of gemeenten;
b. de voorbereiding van projecten of activiteiten die voor de uitvoering
van het nationaal ruimtelijk beleid van strategisch belang zijn;
c. de realisering van projecten of activiteiten die voor de uitvoering
van het nationaal ruimtelijk beleid van strategisch belang zijn.
2. Onze Minister kan tevens subsidies verstrekken ten behoeve van activiteiten
ter uitvoering van het nationaal ruimtelijk beleid, zoals verwoord in een
andere planologische kernbeslissing dan genoemd in het eerste lid, indien
bij algemene maatregel van bestuur zodanige planologische kernbeslissing alsmede
de activiteiten waarvoor een subsidie kan worden verstrekt, zijn aangewezen.
Artikel 50b
Bij algemene maatregel van bestuur worden voor subsidies ten behoeve van
de in artikel 50a bedoelde activiteiten, regels gegeven met betrekking tot:
a. de geldingsduur van de regeling;
b. de criteria waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor
een subsidie;
c. de wijze van vaststelling van de subsidie.
Artikel 50c
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven
met betrekking tot de wijze van verdeling van de subsidiegelden.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gegeven met betrekking tot:
a. de vaststelling van een subsidieplafond, het tijdvak waarvoor het subsidieplafond
is vastgesteld, alsmede de wijze waarop dit bekend wordt gemaakt;
b. de subsidieverlening;
c. de gevallen waarin de verlening van een subsidie kan worden geweigerd;
d. het verlenen van voorschotten en de betaling daarvan;
e. de subsidievaststelling;
f. de betaling van de subsidie;
g. het intrekken van de subsidie of het wijzigen van de subsidie ten nadele
van de ontvanger in de gevallen waarin de subsidie nog niet is vastgesteld;
h. de verplichtingen van de subsidie-ontvanger.
Artikel 50d
Ter uitvoering van de beschikking tot verlening van de subsidie kan een
overeenkomst worden gesloten.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,