24 643
Goedkeuring van de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving voor zover daarin beperkingen van de mogelijkheid tot willekeurige afschrijving zijn opgenomen

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 26 april 1996

De vaste commissie voor Financiën1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van dit wetsvoorstel. Aangezien de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving met ingang van 1 januari 1996 is ingegaan, was indiening voor 1 april 1996 op grond van artikel 10, vijfde lid van de Wet op de Inkomstenbelasting 1964 noodzakelijk.

De leden van de VVD-fractie willen, ondanks de ingangsdatum van 1 januari 1996, toch op enkele belangrijke onderdelen hiervan ingaan.

– De regeling is geldig voor specifiek genoemde gemeenten, aangewezen volgens het Besluit subsidies regionale investeringsprojecten. De bepaling van deze gemeenten is dusdanig dat bepaalde bedrijven, gelegen in een economisch zwakke regio (stad) tussen twee welgenoemde gemeenten, niet in aanmerking komt omdat ze niet in het Besluit is opgenomen. Als voorbeeld moge dienen de gemeente Landgraaf, gelegen tussen Heerlen en Kerkrade. Heerlen en Kerkrade zijn wel in de regeling opgenomen, Landgraaf valt buiten de regeling.

In het persbericht 95/205 van 22 december 1995 wordt terecht gesproken over «de zogenoemde oud IPR-gebieden» terwijl in het persbericht 96/3 van 15 januari 1996 «de zogenoemde oud IPR-gebieden» niet meer voorkomt. Is er sprake van een vergissing waardoor bijvoorbeeld Landgraaf niet meer in de lijst voorkomt?

Wil de regering aangeven in welke provincies ten opzichte van «de zogenoemde oud IPR-gebieden» in dit voorstel wordt afgeweken? Is hier eveneens sprake van een vergissing?

– Is de ondergrens van f 5 miljoen alleen om budgettaire motieven ingegeven?

Wat zullen de meerkosten zijn indien de ondergrens wordt vastgesteld op f 2,5 miljoen?

Komen bij een ondergrens van f 5 miljoen de middelgrote (juist de aanjagers voor werkgelegenheid) bedrijven wel voldoende aan bod of beoogt deze grens louter de grote bedrijven te stimuleren?

Is de beoogde investeringsprikkel dan ook niet te beperkt?

– De ingangsdatum is vastgesteld op 1 januari 1996. Vallen bedrijven die contracten hebben afgesloten voor 1 januari 1996, doch op 1 januari 1996 nog niet met de bouw zijn gestart, binnen of buiten de regeling? Zouden die investeringen buiten de regeling vallen, dan vragen de leden van de VVD-fractie om op dit punt de regelgeving zodanig bij te stellen dat het tijdstip van de aanvang van de bouw moet zijn gelegen na 1 januari 1996.

Voorts merken de leden van de VVD-fractie op dat de regeling alleen geldt voor ondernemingen die onder de vennootschapsbelasting vallen. Er bestaan echter ook veel middelgrote ondernemingen die in de IB-sfeer werken. Kan de regering nog eens exact aangeven waarom IB-ondernemingen niet onder deze regeling mogen vallen?

Wil de regering aangeven welke Provinciale Besturen eigener beweging suggesties over de gebiedsindeling hebben gedaan?

Tenslotte wil de VVD-fractie vooruit lopen op de aangekondigde uitbreiding van de zogenaamde Tante Agaath regeling in een «kansenzone». De opmerking met betrekking tot de gemeenten in relatie tot zogenoemde «de zogenoemde oud IPR-gebieden» is hier natuurlijk ook van toepassing.

De voorzitter van de commissie,

Ybema

De griffier van de commissie,

Van Overbeeke


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Van Rey (VVD), Terpstra (CDA), Smits (CDA), Reitsma (CDA), Vliegenthart (PvdA), Ybema (D66), voorzitter, Schimmel (D66), Van Gijzel (PvdA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Hillen (CDA), Hoogervorst (VVD), ondervoorzitter, Van Wingerden (AOV), Rabbae (GroenLinks), Voûte-Droste, Adelmund (PvdA), Giskes (D66), H. G. J. Kamp (VVD), Zonneveld (CD), Van Dijke (RPF), Van der Ploeg (PvdA), B. M. de Vries (VVD), Van Zuijlen (PvdA), Van Walsem (D66), Ten Hoopen (CDA).

Plv. leden: Van der Vlies (SGP), Van Hoof (VVD), De Hoop Scheffer (CDA), Van der Linden (CDA), Wolters (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), Jeekel (D66), Van Zijl (PvdA), Liemburg (PvdA), De Jong (CDA), Rijpstra (VVD), Verkerk (AOV), Rosenmöller (GroenLinks), Hofstra (VVD), Crone (PvdA), Assen (CDA), M. M. H. Kamp (VVD), Marijnissen (SP), Leerkes (U55+), Verspaget (PvdA), Hessing (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), vacature (D66), Van de Camp (CDA).

Naar boven