nr. 4
VERSLAG
Vastgesteld 26 april 1996
De vaste commissie voor Financiën1, belast
met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als
volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde
vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie
de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
dit wetsvoorstel. Aangezien de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving
met ingang van 1 januari 1996 is ingegaan, was indiening voor 1 april 1996
op grond van artikel 10, vijfde lid van de Wet op de Inkomstenbelasting 1964
noodzakelijk.
De leden van de VVD-fractie willen, ondanks de ingangsdatum van 1 januari
1996, toch op enkele belangrijke onderdelen hiervan ingaan.
– De regeling is geldig voor specifiek genoemde gemeenten, aangewezen
volgens het Besluit subsidies regionale investeringsprojecten. De bepaling
van deze gemeenten is dusdanig dat bepaalde bedrijven, gelegen in een economisch
zwakke regio (stad) tussen twee welgenoemde gemeenten, niet in aanmerking
komt omdat ze niet in het Besluit is opgenomen. Als voorbeeld moge dienen
de gemeente Landgraaf, gelegen tussen Heerlen en Kerkrade. Heerlen en Kerkrade
zijn wel in de regeling opgenomen, Landgraaf valt buiten de regeling.
In het persbericht 95/205 van 22 december 1995 wordt terecht gesproken
over «de zogenoemde oud IPR-gebieden» terwijl in het persbericht
96/3 van 15 januari 1996 «de zogenoemde oud IPR-gebieden» niet
meer voorkomt. Is er sprake van een vergissing waardoor bijvoorbeeld Landgraaf
niet meer in de lijst voorkomt?
Wil de regering aangeven in welke provincies ten opzichte van «de
zogenoemde oud IPR-gebieden» in dit voorstel wordt afgeweken? Is hier
eveneens sprake van een vergissing?
– Is de ondergrens van f 5 miljoen alleen om budgettaire motieven
ingegeven?
Wat zullen de meerkosten zijn indien de ondergrens wordt vastgesteld op
f 2,5 miljoen?
Komen bij een ondergrens van f 5 miljoen de middelgrote (juist de
aanjagers voor werkgelegenheid) bedrijven wel voldoende aan bod of beoogt
deze grens louter de grote bedrijven te stimuleren?
Is de beoogde investeringsprikkel dan ook niet te beperkt?
– De ingangsdatum is vastgesteld op 1 januari 1996. Vallen bedrijven
die contracten hebben afgesloten voor 1 januari 1996, doch op 1 januari 1996
nog niet met de bouw zijn gestart, binnen of buiten de regeling? Zouden die
investeringen buiten de regeling vallen, dan vragen de leden van de VVD-fractie
om op dit punt de regelgeving zodanig bij te stellen dat het tijdstip van
de aanvang van de bouw moet zijn gelegen na 1 januari 1996.
Voorts merken de leden van de VVD-fractie op dat de regeling alleen geldt
voor ondernemingen die onder de vennootschapsbelasting vallen. Er bestaan
echter ook veel middelgrote ondernemingen die in de IB-sfeer werken. Kan de
regering nog eens exact aangeven waarom IB-ondernemingen niet onder deze regeling
mogen vallen?
Wil de regering aangeven welke Provinciale Besturen eigener beweging suggesties
over de gebiedsindeling hebben gedaan?
Tenslotte wil de VVD-fractie vooruit lopen op de aangekondigde uitbreiding
van de zogenaamde Tante Agaath regeling in een «kansenzone». De
opmerking met betrekking tot de gemeenten in relatie tot zogenoemde «de
zogenoemde oud IPR-gebieden» is hier natuurlijk ook van toepassing.
De voorzitter van de commissie,
Ybema
De griffier van de commissie,
Van Overbeeke
XNoot
1Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Van Rey (VVD), Terpstra (CDA), Smits
(CDA), Reitsma (CDA), Vliegenthart (PvdA), Ybema (D66), voorzitter, Schimmel
(D66), Van Gijzel (PvdA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Hillen (CDA), Hoogervorst
(VVD), ondervoorzitter, Van Wingerden (AOV), Rabbae (GroenLinks), Voûte-Droste,
Adelmund (PvdA), Giskes (D66), H. G. J. Kamp (VVD), Zonneveld (CD), Van Dijke
(RPF), Van der Ploeg (PvdA), B. M. de Vries (VVD), Van Zuijlen (PvdA), Van
Walsem (D66), Ten Hoopen (CDA).
Plv. leden: Van der Vlies (SGP), Van Hoof (VVD), De Hoop Scheffer
(CDA), Van der Linden (CDA), Wolters (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker
(D66), Jeekel (D66), Van Zijl (PvdA), Liemburg (PvdA), De Jong (CDA), Rijpstra
(VVD), Verkerk (AOV), Rosenmöller (GroenLinks), Hofstra (VVD), Crone
(PvdA), Assen (CDA), M. M. H. Kamp (VVD), Marijnissen (SP), Leerkes (U55+),
Verspaget (PvdA), Hessing (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), vacature (D66),
Van de Camp (CDA).