24 641
Uitvoering van richtlijn nr. 94/45/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 september 1994 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (Wet op de Europese ondernemingsraden)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 31 mei 1996

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 4, achtste lid, wordt vervangen door:

8. Met betrekking tot een werknemer, die een functie vervult als bedoeld in het eerste lid, onderscheidenlijk korter dan twee jaar geleden zo'n functie heeft vervuld, is artikel 21, tweede onderscheidenlijk derde en vierde tot en met zesde lid, van de Wet op de ondernemingsraden van overeenkomstige toepassing.

B. Aan artikel 5 wordt de volgende zin toegevoegd: De artikelen 429a tot en met 429t van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn van toepassing.

C. Artikel 19 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de derde zin van het tweede lid wordt «de onderneming of de groep» vervangen door «de communautaire onderneming of groep», wordt «de vermoedelijke ontwikkeling van de produktie en afzet» vervangen door «de vermoedelijke ontwikkeling van de activiteiten, produktie en afzet» en wordt «inkrimping of sluiting van vestigingen» vervangen door «inkrimping of sluiting van ondernemingen, vestigingen of belangrijke onderdelen daarvan».

2. In het vierde lid wordt «binnen de onderneming of groep» vervangen door: binnen de communautaire onderneming of groep.

3. In het zevende lid wordt «Onverminderd het bepaalde in artikel 4, vierde lid,» vervangen door: Onverminderd enige op hen rustende verplichting tot geheimhouding.

4. In het achtste lid wordt «de ondernemingsraad» vervangen door: de Europese ondernemingsraad.

D. In artikel 23 wordt «een Europese ondernemingsraad of een procedure van informatieverstrekking en raadpleging van werknemers wordt ingesteld» vervangen door: een bijzondere onderhandelingsgroep dan wel een Europese ondernemingsraad als bedoeld in de bijlage bij de richtlijn wordt ingesteld.

Toelichting

In onderdeel A wordt de ontslagbescherming van de Nederlandse vertegenwoordigers, aangewezen krachtens deze wet, geheel in overeenstemming gebracht met de ontslagbescherming van (gewezen) ondernemingsraadsleden, door de betrokken bepalingen van de Wet op de ondernemingsraden van overeenkomstige toepassing te verklaren.

In onderdeel B wordt de in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geregelde verzoekschriftprocedure van toepassing verklaard op de beroepsgang bij de ondernemingskamer.

In onderdeel C wordt in artikel 19 op verschillende plaatsen nauwer aangesloten bij de tekst van de bijlage bij de richtlijn. Tevens is in artikel 19, zevende lid, tot uitdrukking gebracht, dat ook niet-Nederlandse leden van een EORb bij de informatieverstrekking aan hun achterban een op hen rustende geheimhoudingsplicht in acht moeten nemen.

In onderdeel D wordt artikel 23 aangepast, omdat dat artikel slechts een bepaling dient te bevatten, hoe de Nederlandse leden van een BOG of een EORb, die krachtens de wetgeving van een andere lid-staat worden ingesteld, moeten worden aangewezen of verkozen.

Voor een toelichting op de wijzigingen zij verder nog verwezen naar de beantwoording van de vragen over de betrokken artikelen in de nota naar aanleiding van het verslag.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Naar boven