24 632
Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering en enige andere onderwerpen)

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

WETSVOORSTEL

ARTIKEL I

1. Het oorspronkelijke onderdeel:

C is geworden: D;

D is geworden: E;

E is geworden: G;

F is geworden: H;

G is geworden: K;

H is geworden: L;

I is geworden: M;

J is geworden: N;

K is geworden: P;

L is geworden: Q;

M is geworden: S;

N is geworden: T;

O is geworden: W;

P is geworden: X;

Q is geworden: Y;

R is geworden: AA;

S is geworden: BB;

T is geworden: CC;

U is geworden: EE;

V is geworden: FF;

W is geworden: HH;

X is geworden: II;

Y is geworden: JJ.

2. Ingevoegd zijn nieuwe onderdelen C, F, I, J, O, R, U en V; toegevoegd zijn nieuwe onderdelen Z, DD, GG, KK, LL, MM en NN.

3. Van onderdeel D (oorspronkelijk C) is:

a. sub-onderdeel 1 gewijzigd;

b. een nieuw sub-onderdeel 2 ingevoegd;

c. het oorspronkelijke sub-onderdeel 2 sub-onderdeel 3 geworden.

4. Van onderdeel E (oorspronkelijk D) is:

a. een nieuw sub-onderdeel 3 ingevoegd;

b. een nieuw sub-onderdeel 4 ingevoegd;

c. het oorspronkelijke sub-onderdeel 3 sub-onderdeel 5 geworden.

5. Van onderdeel P (oorspronkelijk K) is:

a. een nieuw sub-onderdeel 1 ingevoegd;

b. een nieuw sub-onderdeel 2 ingevoegd;

c. het oorspronkelijke sub-onderdeel 1 gewijzigd en sub-onderdeel 4 geworden.

6. Van onderdeel Q (oorspronkelijk L) zijn de sub-onderdelen 3, 4 en 5 gewijzigd.

7. Van onderdeel W (oorspronkelijk O) is:

a. de oorspronkelijke tekst sub-onderdeel 1 geworden;

b. een nieuw sub-onderdeel 2 toegevoegd;

c. een nieuw sub-onderdeel 3 toegevoegd.

8. Van onderdeel EE (oorspronkelijk U) is:

a. een nieuw sub-onderdeel 1 ingevoegd;

b. een nieuw sub-onderdeel 2 ingevoegd;

c. de oorspronkelijke tekst sub-onderdeel 3 geworden

9. Van onderdeel FF (oorspronkelijk V) is:

a. sub-onderdeel 4 gewijzigd;

b. sub-onderdeel 5 gewijzigd.

Ingevoegd is een nieuw artikel II, luidende:

ARTIKEL II

Een regeling van nabestaanden- en wezenpensioen, vervat in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers of in een verordening als bedoeld in hoofdstuk 23 van die wet, wordt voor de toepassing van artikel 103 van de Algemene nabestaandenwet beschouwd als een pensioenregeling als bedoeld in dat artikel.

Het tot artikel III vernummerde artikel II luidde oorspronkelijk:

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat:

a. artikel I, de onderdelen B, C 1, D 1, G, I, K 1, L 5 en R 1, terug werkt tot en met 1 januari 1993;

b. artikel I, de onderdelen R 2 en 3, V 2 en W, terugwerkt ten aanzien van voor een pensioenberekening in aanmerking te nemen tijd vanaf 1 januari 1994;

c. artikel I, de onderdelen A, H en T, terugwerkt ten aanzien van een recht op uitkering ter zake van een ontslag of aftreden vanaf 1 januari 1995.

d. artikel I, de onderdelen C 2, K 2 en U, terugwerkt ten aanzien van voor een pensioenberekening in aanmerking te nemen uitkeringstijd vanaf 1 januari 1995, tenzij de belanghebbende inkomsten heeft die niet worden genoten uit een betrekking waaraan aanspraak op overheidspensioen worden ontleend.

e. artikel I, de onderdelen D 3, E 2, F, L 1, 3, 4, 6 en 7, M 2, N, O, S, V 1, 4, 5 en 6, X 2 en Y, terugwerkt tot en met 1 januari 1995.

Het is komen te luiden:

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat:

a. artikel I, de onderdelen B, D 1, E 1a, K, M, P 3, Q 5 en AA 1, terug werkt tot en met 1 januari 1993, wat betreft de onderdelen D 1, P 3 en Q 5 voor zover daarbij artikelen van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers worden gewijzigd ter zake van de eindejaarsuitkering;

b. artikel I, de onderdelen E 1b en 5, G 2, H, Q 1, 3a, 4a, 6 en 7, S 2, T, W 1, BB, FF 1, 4a, 5a en 6, TT 2 en JJ, terugwerkt tot en met 1 januari 1995;

c. artikel I, de onderdelen D 1 en 2, E 3 en 4, F, I, J, O, P 1, 2 en 3, Q 3b, 4b en 5, R, U, V, W 2 en 3, Z, DD, EE 1 en 2, FF 4B en 5b, GG, KK, LL, MM en NN, terugwerkt tot en met 1 januari 1996, wat betreft de onderdelen D 1, P 3 en Q 5 voor zover daarbij artikelen van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers worden gewijzigd in verband met de wijziging van artikel 105 van die wet, bij deze wet;

d. artikel I, de onderdelen AA 2 en 3, FF 2 en HH, werking heeft ten aanzien van voor een pensioenberekening in aanmerking te nemen tijd vanaf 1 januari 1994;

e. artikel I, de onderdelen A, L en CC, werking heeft ten aanzien van een recht op uitkering ter zake van een ontslag of aftreden ingaande 1 januari 1995 of later;

f. artikel I, de onderdelen D 3, P 4 en EE 3, werking heeft ten aanzien van voor een pensioenberekening in aanmerking te nemen uitkeringstijd waarin de belanghebbende inkomsten heeft uit een betrekking waaraan aanspraak op overheidspensioen wordt ontleend vanaf 1 januari 1995, en overigens eerst werking heeft ten aanzien van voor een pensioenberekening in aanmerking te nemen tijd waarin recht op uitkering bestaat uit hoofde van een ontslag of aftreden op of na de dag van inwerkingtreding van deze wet.

MEMORIE VAN TOELICHTING

Deze is aangevuld met teksten ter toelichting op de in- en toegevoegde nieuwe onderdelen en aangepast aan de wijziging van onderdelen.

Naar boven