Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2024
De afgelopen weken hebben uw Kamer en ik veel gewisseld over de Extra Beveiligde Inrichting
(EBI) in Vught, via VKC-verzoeken, Kamerbrieven, Kamervragen en een debat. Afgelopen
donderdag heeft uw Kamer mij vervolgens gevraagd te reageren op mediaberichtgeving
over communicatie via wc-kanalen. Die reactie stuur ik via deze brief.
Een deel van de gevangenispopulatie probeert altijd nieuwe manieren te vinden om met
elkaar en de buitenwereld te communiceren. Daarom treft DJI continu maatregelen, zowel
ten aanzien van de situatie in gebouwen als ten aanzien van processen. In het debat
heb ik toegelicht dat de EBI in het verleden is gebouwd om ontsnappingen en gijzelingen
tegen te gaan. Daarin is de EBI succesvol, maar met de huidige gedetineerdenpopulatie
zijn er in het bijzonder risico’s ten aanzien van voortgezet crimineel handelen vanuit
detentie. Om die reden zijn er verschillende maatregelen getroffen, zoals kleinschalige
compartimentering, om ongewenste communicatie zoveel mogelijk tegen te gaan.
Binnen het regime van de EBI worden alle interne en externe contacten gemonitord,
met uitzondering van het contact met geprivilegieerden. Op het moment dat via deze
monitoring, via informatie van ketenpartners of door personeel risico’s worden opgemerkt,
wordt dit nader onderzocht. Waar nodig worden aanvullende maatregelen genomen. Dat
is ook gebeurd in de situatie met de wc-kanalen, waar in de media over is geschreven.
Daarbij is het relevant dat DJI in de EBI een veelheid aan procedures volgt en daar
tal van maatregelen gelden. Denk aan cameratoezicht in de gemeenschappelijke ruimtes
en nachtelijke rondes van personeel. Er zijn dus, naast maatregelen om een geconstateerd
probleem te verhelpen, verschillende manieren om tegen te gaan dat er ongewenste communicatie
plaatsvindt tussen gedetineerden. Ook wordt intensief informatie gewisseld over EBI-gedetineerden
tussen DJI, OM en politie.
Het doorlopend nemen van maatregelen en doen van aanpassingen, al dan niet naar aanleiding
van gedragingen van gedetineerden, moet worden onderscheiden van incidenten. Van een
incident was sprake toen er door een foutieve handeling circa 20 seconden contact
werd gefaciliteerd. Hierover hebben we op 11 september het debat gevoerd. Door de
foutieve handeling is er niet in lijn met de regels gehandeld. Dat is een andere situatie
dan wanneer er pogingen worden gedaan om vanuit een cel contact met andere gedetineerden
te leggen. Het omgaan met signalen van (mogelijk) ongeoorloofde communicatie en de
opvolging daarvan is een vast onderdeel van het werk van DJI en de veiligheidspartners.
Het tegengaan van voortgezet crimineel handelen vanuit detentie is een belangrijke
prioriteit van het kabinet, waarbij ik steun ervaar van uw Kamer. Daarom hecht ik
er ook aan om in deze brief opnieuw te benadrukken dat ik zoek naar manieren om uw
Kamer uitgebreider te informeren over de situatie in de EBI. Dat kan naar mijn oordeel
alleen in vertrouwelijke setting. Daarom heb ik vorige week een brief gestuurd met
het aanbod voor een vertrouwelijke technische briefing en mijn deelname aan een besloten
commissievergadering (Kamerstuk 24 587, nr. 971). In een dergelijke setting kan er dieper ingegaan worden op de situatie in de EBI.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
I. Coenradie