24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 937 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2024

In mijn brief van 30 november 2023 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het tekort aan personeel bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).1 Verschillende afdelingen zijn hierdoor tijdelijk buiten gebruik gesteld. Als gevolg hiervan kunnen momenteel 330 beschikbare cellen niet worden gebruikt, terwijl de bezetting toeneemt en tbs-passanten en jeugdigen in het gevangeniswezen verblijven. Arrestanten die bij de politie in een cel zitten kunnen meerdere dagen per week niet meer overgeplaatst worden naar penitentiaire inrichtingen. De cellen op de politiebureaus zitten hierdoor inmiddels vol. Dit vind ik volstrekt onwenselijk.

Voor de geloofwaardigheid van ons strafrechtsysteem is het essentieel dat criminaliteit wordt bestraft en opgelegde straffen snel en zeker worden uitgevoerd. Dit draagt niet alleen bij aan de vergelding van onrecht en genoegdoening richting slachtoffers, maar ook aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten en daarmee aan het veiliger maken van ons land. Om dit, gelet op de ontstane situatie, te kunnen blijven realiseren moet de druk op de celcapaciteit direct worden verlaagd. Hiervoor zijn ingrijpende, tijdelijke maatregelen noodzakelijk. Voor mij staan daarbij drie zaken voorop:

  • 1. de veiligheid van de samenleving, het personeel van DJI en gedetineerden;

  • 2. vonnissen van de rechter worden uitgevoerd; en

  • 3. maatregelen moeten uitvoerbaar zijn.

In mijn eerdere brief heb ik toegelicht per 6 december 2023 tijdelijk geen volwassen mannelijke zelfmelders meer op te roepen. Deze acute maatregel heeft eraan bijgedragen dat de druk op de capaciteit is afgenomen, maar zorgt ervoor dat deze straffen pas later kunnen worden uitgevoerd. De dringende problematiek van te volle politiecellen door het niet kunnen doorplaatsen van arrestanten en verdachten naar de DJI kan hiermee niet worden opgelost. Ik acht twee extra acute en tijdelijke maatregelen daarom noodzakelijk, namelijk om arrestanten hun straf op een later moment te laten ondergaan en gedetineerden incidenteel op vrijdagen heen te kunnen zenden als zij binnen drie dagen (de daarop volgende zaterdag, zondag en maandag) in vrijheid zouden worden gesteld.

Ik wil deze maatregelen zo snel mogelijk weer kunnen beëindigen om voorraadvorming en straffeloosheid te voorkomen. Ik heb daarom alternatieve maatregelen uitgewerkt, waaronder meer gedetineerden een deel van hun straf in een Beperkt Beveiligde Afdeling te laten ondergaan, het doorplaatsen van detentie naar forensische zorg te verbeteren en elektronisch toezicht aan het einde van de detentieperiode in sommige gevallen mogelijk te maken.

De maatregelen heb ik in nauw overleg met de DJI, het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), de reclassering, de politie en het Openbaar Ministerie uitgewerkt. Hierbij heb ik zoveel mogelijk rekening gehouden met de opmerkingen van de rechtspraak, dat er geen beperkingen mogen ontstaan bij het opleggen van straffen en dat opgelegde straffen conform de wet worden uitgevoerd. In dit verband is het van belang dat voor een aantal maatregelen eerst lagere regelgeving moet worden aangepast.

In deze brief ga ik eerst in op de actuele situatie bij DJI. Voorts licht ik toe welke maatregelen ik voor de korte termijn tref en welke maatregelen ik heb overwogen maar zijn afgevallen. Tot slot sta ik stil bij hoe ik het capaciteitsvraagstuk in de toekomst wil aanpakken.

1. Actuele situatie DJI

DJI levert met de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen een belangrijke bijdrage aan onze rechtsstaat. De doelgroep waarmee DJI werkt is complex en kan soms agressief gedrag vertonen. Dit kan het personeel van DJI voor grote uitdagingen stellen. Personeel dat zich iedere dag inzet om Nederland veilig te houden door de straffen en maatregelen met zorg uit te voeren en gedetineerden te ondersteunen bij hun terugkeer in de samenleving. Dit personeel is onmisbaar en staat voor mij centraal. Ik stel als harde voorwaarde dat het dit werk op een veilige manier kan uitvoeren. Daarvoor is het van belang dat voldoende personeel beschikbaar is en we het personeel niet overvragen met een instroom gedetineerden die het niet aankan.

Alhoewel bij de DJI voldoende fysieke cellen aanwezig zijn, ontbreekt het aan voldoende personeel om alle cellen te kunnen gebruiken en zelfmelders op te roepen. Voor geheel DJI is sprake van bijna 1.100 vacatures op een totaal van 16.000 fte. Door dit tekort kunnen momenteel 6.800 van de 7.130 beschikbare cellen in het huis van bewaring en gevangenis voor mannen worden gebruikt.

Alles wordt in het werk gesteld om het aantal vacatures te verlagen, zodat meer gedetineerden kunnen worden geplaatst. Er is bijvoorbeeld sprake van intensieve arbeidsmarktcampagnes en het verlagen van het verzuim en de uitstroom bij DJI. Aanvullend wordt waar mogelijk externe inhuur van beveiligingspersoneel ingezet als flexibele schil. Doel is om voor het einde van het jaar 6.900 cellen te kunnen gebruiken. Door de krappe arbeidsmarkt moeten we echter onder ogen zien dat het de komende jaren – ondanks alle inspanningen – niet overal zal lukken om de huidige arbeidsvraag vanuit DJI in te vullen. DJI zoekt bij het werven namelijk naar vergelijkbare kandidaten als diverse andere organisaties (denk aan de politie, Koninklijke Marechaussee, douane, beveiligingsbedrijven en de zorg).

Tegelijkertijd constateer ik dat de bezetting in het gevangeniswezen de komende periode zal toenemen, onder andere door een toename in de duur van gevangenisstraffen. Bovendien is de voorraad nog op te roepen zelfmelders het afgelopen najaar flink gestegen naar 1.400 (de normale voorraad bedraagt ongeveer 1.100). Sinds de maatregel om tijdelijk geen zelfmelders op te roepen is deze voorraad verder opgelopen tot circa 2.000 op dit moment.

Op basis van het prognosemodel justitiële ketens (PMJ) en ramingen van DJI verwacht ik aan het einde van het jaar een celcapaciteit van 7.360 nodig te hebben. Uitgaande van een verwachte celcapaciteit van 6.900 zullen zonder maatregelen dan dus 460 cellen te weinig beschikbaar zijn om gedetineerden in te plaatsen als gevolg van het tekort aan personeel. Bovendien moeten ook nog de straffen van de oplopende voorraad zelfmelders worden uitgevoerd.

De huidige situatie en het geschetste vooruitzicht eisen hun tol van het personeel van DJI. Door de personele tekorten wordt er meer van hen gevraagd dan ik verantwoord acht. Denk daarbij aan overwerk en het uitstellen van opleidingen. Daarnaast leidt het schrappen van onderdelen van het dagprogramma tot extra spanningen tussen gedetineerden en het personeel. Dit maakt het noodzakelijk en urgent om tijdelijk maatregelen te treffen, zodat het personeel van DJI op een verantwoorde en veilige wijze kan werken.

2. Acute maatregelen

Om het acute tekort van 330 bruikbare cellen door het tekort aan personeel het hoofd te bieden acht ik – naast eerder genoemde zelfmeldersmaatregel – twee extra tijdelijke maatregelen noodzakelijk, die direct als «noodventielen» moeten dienen.

Om de druk op de celcapaciteit direct te verlagen zal tijdelijk worden gewacht met het oppakken van personen met een openstaande gevangenisstraf van maximaal twee maanden of een vervangende hechtenis in verband met het niet betalen van een geldboete of het niet uitvoeren van een taakstraf. Deze maatregel is niet van toepassing in geval van ernstig geweld, terrorisme en zedenmisdrijven. De maatregel loopt – net als de zelfmeldersmaatregel – tot 1 juli 2024. Dan beoordeel ik of verlenging nodig is. Bij de beoordeling weeg ik mee of de in de volgende paragraaf aangekondigde maatregelen het beoogde effect hebben op de capaciteit.

Daarnaast kunnen – analoog aan de bevoegdheid om gedetineerden maximaal drie dagen eerder in vrijheid te stellen – gedetineerden op vrijdag worden heengezonden die anders binnen drie dagen (de daarop volgende zaterdag, zondag en maandag) in vrijheid zouden worden gesteld. Dit geschiedt op basis van een opdracht tot invrijheidstelling van het CJIB, waaraan een individuele beoordeling vooraf gaat.2 Met deze maatregel kunnen – op momenten dat onvoldoende cellen beschikbaar zijn – cellen worden vrijgemaakt voor de instroom van gedetineerden. Deze maatregel is sinds 1 maart jl. al enkele keren ingezet en loopt tot 1 januari 2025. Daarvoor beoordeel ik – tegen het licht van de op dat moment gerealiseerde effecten van de in de volgende paragraaf genoemde maatregelen – of verlenging nodig is.

3. Maatregelen

De drie acute maatregelen wil ik zo snel mogelijk kunnen beëindigen om voorraadvorming en straffeloosheid te voorkomen. Hiervoor acht ik – naast een effectieve aanpak om personeel te werven, behouden en in te zetten – de volgende alternatieve maatregelen noodzakelijk:

  • a) meer gedetineerden een deel van hun straf op een Beperkt Beveiligde Afdeling (BBA) laten ondergaan;

  • b) het doorplaatsen vanuit detentie naar forensische zorg verbeteren;

  • c) elektronisch toezicht aan het einde van de detentieperiode in specifieke gevallen mogelijk maken;

  • d) vervangende hechtenis voorkomen door het verbeteren van de uitvoering van taakstraffen.

Bij de uitwerking van deze maatregelen heb ik me beperkt tot de bevoegdheden die ik heb op grond van mijn wettelijke tenuitvoerleggingsplicht. Ik ben me ervan bewust dat sommige maatregelen onwenselijk zijn, omdat gedetineerden hierdoor in sommige gevallen een groter deel van hun straf buiten de muren van de gevangenis zullen doorbrengen, zij het onder strenge voorwaarden. Op dit moment zijn er in mijn optiek echter geen realistische alternatieven (zie paragraaf 5 voor maatregelen die zijn afgevallen).

Bovengenoemde maatregelen (a, b, c en d) moeten ervoor zorgen dat arrestanten weer kunnen worden opgepakt en zelfmelders weer kunnen worden opgeroepen. De maatregelen zijn van kracht tot eind 2025. Indien maatregelen eerder kunnen worden beëindigd zal elektronisch toezicht de eerste zijn.

a) Meer gedetineerden plaatsen op BBA

Naar aanleiding van het capaciteitstekort in het gevangeniswezen heb ik nogmaals gekeken of gedetineerden sneller op de BBA geplaatst kunnen worden. Daartoe zie ik mogelijkheden. Hierdoor moeten 60 cellen vrijkomen, die kunnen worden gebruikt voor het plaatsen van gedetineerden.

Op een BBA zitten gedetineerden die aan het einde van hun straf zijn gekomen en in aanmerking komen voor re-integratieverlof voor extramurale arbeid of een andere zinvolle dagbesteding. Dat wil zeggen dat gedetineerden overdag buiten de muren zijn waardoor er voor deze afdeling minder personeel nodig is. Gedetineerden moeten aan een aantal voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor plaatsing op de BBA.

Er zijn in totaal 200 plaatsen op de BBA, waarvan op dit moment nog ongeveer 60 onbezet zijn. Door gedetineerden maximaal een derde van de straf in de BBA te kunnen laten doorbrengen (op dit moment is dat maximaal een zesde van de straf) wil ik deze plekken bezetten. Voor aanpassing van de termijn is een wijziging van artikel 20ab Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna Rtvi) nodig. Ik ben voornemens deze wijziging door te voeren en verwacht dat deze vanaf uiterlijk mei 2024 in werking kan treden.

b) Verbetering doorstroom naar forensische zorg

Naast het beter benutten van de BBA zet ik ook in op mogelijkheden om gedetineerden die een zorgvraag en een laag veiligheidsrisico hebben beter te laten doorstromen naar forensische zorg. Hierdoor komen maximaal 100 cellen vrij, die kunnen worden gebruikt voor het plaatsen van gedetineerden.

Samen met de reclassering, DJI en forensische zorgaanbieders ga ik de werkprocessen vereenvoudigen. Er is door DJI voldoende forensische zorg ingekocht bij forensische aanbieders om deze doorstroom te faciliteren. Een aantal zorgaanbieders heeft bij DJI en mijn ministerie aangegeven dat ingekochte plekken niet worden bezet. Er zal dan ook geen verdringingseffect optreden in de reguliere zorg als gedetineerden vaker naar deze plekken doorstromen.

Ik wil graag benadrukken dat met deze maatregel gedetineerden nog steeds verblijven op een verantwoorde plaats en dat straffen worden uitgevoerd.

c) Elektronisch toezicht aan het einde van detentie

Met DJI en de reclassering heb ik een tijdelijke noodmaatregel uitgewerkt, die het mogelijk moet maken om gedetineerden aan het einde van de detentie onder strikte voorwaarden onder elektronisch toezicht te stellen. Hierdoor komen maximaal 250 cellen vrij, die kunnen worden gebruikt voor het plaatsen van gedetineerden.

Elektronisch toezicht zal mogelijk worden bij gevangenisstraffen van een maand tot een jaar en wordt gemaximeerd op een derde van de straf. Verder bezie ik of elektronisch toezicht ook ingezet kan worden bij gedetineerden die vervangende hechtenis ondergaan voor niet uitgevoerde taakstraffen en in hoeverre dit bijdraagt aan het opvangen van het personele tekort.

Voor elektronisch toezicht komen alleen gedetineerden in aanmerking die goed gedrag vertonen en waarbij de veiligheidsrisico’s laag worden ingeschat. Daarnaast wordt bij de selectie rekening gehouden met de aard en ernst van het delict en de belangen van slachtoffers. Zo worden straffen voor ernstig geweld, terrorisme en zedenmisdrijven uitgesloten.

Bij elektronisch toezicht zitten gedetineerden het restant van hun straf in principe thuis uit en dienen zij te voldoen aan strikte voorwaarden. Dit zal bijvoorbeeld gaan om regels voor het naar buiten mogen en een verbod op middelengebruik. Op deze voorwaarden zal controle plaatsvinden.

Gedetineerden met elektronisch toezicht van meer dan acht weken kunnen op basis van het advies van de reclassering daarnaast mogelijk een gericht re-integratieprogramma volgen, zoals arbeid, zorg of trainingen. Daarbij wordt ook gekeken naar de noodzaak tot gebiedsverboden met het oog op de belangen van slachtoffers en nabestaanden.

Gedetineerden worden teruggeplaatst naar een penitentiaire inrichting als ze zich onttrekken aan het toezicht, strafbaar gedrag plegen of andere gestelde voorwaarden overtreden. Onttrekt een gedetineerde zich aan het toezicht door vernieling van de enkelband, dan kan de persoon voor die vernieling worden vervolgd. Het wetsvoorstel waarmee het onttrekken aan elektronisch toezicht op zichzelf strafbaar wordt gesteld wil ik rond de zomer in consultatie geven.

De tijdelijke mogelijkheid van elektronisch toezicht wordt vastgelegd in de Rtvi. Het wordt geen recht voor gedetineerden en kan tot eind 2025 alleen worden ingezet indien de capaciteit ontoereikend is. De maatregel kan naar verwachting vanaf mei 2024 in werking treden.

d) Voorkomen vervangende hechtenis door verbeteringen taakstraffen

Als een taakstraf niet (volledig) wordt uitgevoerd dient de veroordeelde vervangende hechtenis te ondergaan. Om deze vervangende hechtenis zo veel mogelijk te voorkomen en de druk op de celcapaciteit te verlagen wil ik het proces van taakstraffen verder verbeteren. Omdat dit een beperkt effect zal hebben, is deze maatregel niet opgenomen in onderstaande tabel met capaciteitseffecten.

Ter verbetering van het proces van de tenuitvoerlegging van taakstraffen heb ik de reclassering verzocht te bezien waar het mogelijk is om taakgestraften met forse problematiek met meer persoonlijke aandacht te begeleiden, zodat taakstraffen nog vaker succesvol worden uitgevoerd. Daarnaast heb ik het CJIB gevraagd de last tot aanhouding gedurende de bezwaarperiode van twee weken aan te houden. Tot voor kort werd in sommige gevallen vervangende hechtenis al uitgevoerd tijdens de bezwaarperiode. Dit leidt tot onnodige bezetting van cellen, indien het bezwaar gegrond wordt verklaard. Als een bezwaar tegen vervangende hechtenis ongegrond wordt verklaard, gaat de veroordeelde alsnog naar de gevangenis.

4. Capaciteitseffect maatregelen

In onderstaande tabel is de beschikbare en benodigde capaciteit in huizen van bewaring en gevangenissen voor mannelijke volwassen gedetineerden opgenomen. Verder laat de tabel zien hoe de maatregelen het capaciteitstekort als gevolg van te weinig personeel kunnen oplossen.

Capaciteit Arrestanten, Huis van Bewaring en Gevangeniswezen regulier

Maart 2024

December 2024

Beschikbare capaciteit

6.800

6.900

Raming benodigde capaciteit

7.130

7.360

Geraamd tekort aan capaciteit

– 330

– 460

Acute tijdelijke maatregelen zelfmelders niet oproepen (en indien dit niet volstaat: arrestanten later straf laten ondergaan gedetineerden drie dagen eerder heen zenden)

330

50

Alternatieve tijdelijke maatregelen

   

Maatregel a: verruiming plaatsingsgrond BBA

 

60

Maatregel b: doorplaatsen forensische zorg

 

100

Maatregel c:

elektronisch toezicht einde gevangenisstraf

elektronisch toezicht einde VVH

 

250

Resterend tekort

0

0

5. Afgevallen maatregelen

In de zoektocht naar maatregelen zijn ook maatregelen overwogen die uiteindelijk zijn afgevallen, omdat deze op gespannen voet staan met de drie door mij gehanteerde uitgangspunten: veiligheid (van de samenleving, personeel en gedetineerden), ten uitvoer leggen van rechterlijke vonnissen en uitvoerbaarheid. Dit betekent bijvoorbeeld dat het in het geheel niet uitvoeren van door de rechter opgelegde gevangenisstraffen of vervangende hechtenis om capaciteit te besparen geen optie is.

Maatregelen die ten koste gaan van personeel of gedetineerden vallen nu ook af.3 Gedacht kan worden aan minder personeel per afdeling, het verder versoberen van het detentieregime (door bijvoorbeeld het dagprogramma in te perken) en het uitbreiden van het plaatsen van meerdere gedetineerden op één cel. Dergelijke maatregelen dragen niet bij aan een goede resocialisatie van gedetineerden – en daarmee de veiligheid van de samenleving. Ook zal het leefklimaat hierdoor zwaar onder druk worden gezet. Daarmee komt de orde en veiligheid in gevaar, wat een negatief effect zal hebben op de werkdruk en welzijn van het personeel. Hierdoor kan het ziekteverzuim toenemen en zal personeel op zoek gaan naar ander werk.

Verder heb ik onderzocht welke mogelijkheden er zijn om gedetineerden in inrichtingen in omringende landen te plaatsen. Dit is in ieder geval voor de komende jaren geen uitvoerbare oplossing. Deze landen hebben onvoldoende capaciteit om ook Nederlandse gedetineerden te plaatsen.

Wel zal ik de komende jaren blijven bezien welke mogelijkheden er zijn om gedetineerden in het buitenland te plaatsen.

Vervangende taakstraf en herkansing taakstraf

Uw Kamer heeft tijdens het commissiedebat Gevangeniswezen en Tbs van 15 februari jl. specifiek gevraagd te onderzoeken of het met enige creativiteit toch mogelijk is binnen de bestaande wettelijke kaders een vervangende taakstraf te laten uitvoeren bij onbetaalde geldboetevonnissen. Dit zou inhouden dat een veroordeelde bij het onbetaald laten van de opgelegde geldboete niet direct vervangende hechtenis ondergaat, maar eerst de mogelijkheid krijgt een vervangende taakstraf uit te voeren. Indien de vervangende taakstraf niet (volledig) wordt uitgevoerd, volgt alsnog vervangende hechtenis.

Het is op dit moment niet mogelijk een vervangende taakstraf op enigerlei wijze te laten uitvoeren. Op grond van artikel 1 van Wetboek van Strafrecht (legaliteitsbeginsel) kan de strafrechter alleen sancties opleggen die in de wet staan, en de vervangende taakstraf is niet in de wet vastgelegd. Ik zal de voorbereiding in gang zetten van de mogelijke aanpassing van het Wetboek van Strafrecht.

6. Voldoende capaciteit in de toekomst

De in deze brief aangekondigde maatregelen zijn acuut en noodzakelijk, maar bieden geen structurele oplossing voor de krappe arbeidsmarkt (die voorlopig zal aanhouden) en de prognoses van een groeiende capaciteitsbehoefte. Het is nodig om vooruit te blijven kijken om in de toekomst over voldoende capaciteit te kunnen beschikken.

Daarom werk ik voor de lange termijn verschillende scenario’s voor het gevangeniswezen uit. Aan de hand van de deze scenario’s verken ik de noodzaak, wenselijkheid en haalbaarheid van verschillende nieuwe structurele oplossingen en uitbreiding van de fysieke capaciteit op de lange termijn. Te denken valt aan de ontwikkeling van innovatieve concepten die minder arbeidsintensief zijn. Innovatie en digitalisering van de werkzaamheden, bijvoorbeeld robotisering van bepaalde werkzaamheden, kunnen de efficiëntie – en daarmee de capaciteit – verder vergroten en hebben daarom prioriteit. Daarnaast is structureel voldoende personeel noodzakelijk, zodat alle beschikbare cellen ook daadwerkelijk kunnen worden gebruikt. Eerder in de brief heb ik toegelicht hoe daarop wordt ingezet, onder meer door het verlagen van het ziekteverzuim en uitstroom.

7. Informeren voortgang maatregelen

Het capaciteitstekort noopt tot ingrijpende, acute maatregelen, waardoor de voorraad uit te voeren straffen verder zal groeien. De alternatieve maatregelen (a, b, c en d) wil ik zo snel mogelijk starten, zodat de acute maatregelen kunnen worden beëindigd en de groei van die voorraad kan worden gestopt en uiteindelijk weer kan worden teruggebracht op het normale niveau. Ik acht het van belang deze beoogde effecten en eventuele onbedoelde neveneffecten zorgvuldig te monitoren. Waar nodig stuur ik bij en waar mogelijk beëindig ik maatregelen eerder dan in de paragrafen 2 en 3 aangekondigd.

Bij de jaarlijkse voortgangsbrief Recht doen, kansen bieden voor de zomer van 2024 zal ik u informeren over de ontwikkeling van de capaciteit bij DJI en de voortgang van de maatregelen (de (neven)effecten en de voorgenomen beëindiging). Ook zal ik nader ingaan op hoe ik tot structurele oplossingen wil komen voor de toekomst. Daarnaast zal ik uw Kamer eind 2024 informeren over de effectiviteit van de maatregelen, de ontwikkeling in de beschikbare celcapaciteit en personele capaciteit en de noodzaak om de maatregelen tot eind 2025 te laten doorlopen. Indien daartoe aanleiding bestaat informeer ik uw Kamer eerder.

8. Tot slot

In deze brief heb ik toegelicht welke maatregelen ik wil treffen om de nijpende capaciteitsproblematiek bij DJI onder controle te krijgen, en hoe ik tot structurele oplossingen in de toekomst wil komen. Ik besef dat deze maatregelen schuren, vooral wanneer gedetineerden hierdoor soms meer dan gewenst tijd buiten de muren van de gevangenis zullen doorbrengen. Het alternatief is dat er onvoldoende capaciteit is om verdachten in voorlopige hechtenis te plaatsen. Dat wil ik te allen tijde voorkomen.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Kamerstukken II, vergaderjaar 2023 – 2024, Kamerstuk 24 587, nr. 926.

X Noot
2

Hierbij worden in ieder geval het slachtofferbelang, de zorgbehoefte van de gedetineerde en mogelijke maatschappelijke onrust meegewogen.

X Noot
3

Binnen de wettelijke kaders is reeds versoberd in de inrichtingen waar een personeelstekort is, door het avondprogramma op te schorten.

Naar boven