Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2021
In het commissiedebat van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid over het
Gevangeniswezen en de Forensische zorg van 20 mei 2021 jl. (Kamerstuk 29 279, nr. 654) heb ik uw Kamer toegezegd voor de begrotingsbehandeling van JenV een brief te sturen
over de consequenties van het aflopen van het convenant «Werken aan een solide personeelsbeleid»
bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) 2017–2022. Met deze brief doe ik deze
toezegging gestand.
Op 28 november 2017 is door de vakbonden, de Centrale Ondernemingsraad DJI en de hoofddirecteur
DJI het convenant «Werken aan een solide personeelsbeleid» ondertekend. De inzet van
het convenant is drieledig: het verbeteren van het vakmanschap van het DJI-personeel,
het verlichten van de werkdruk en het vergroten van de veiligheid. Dit ook tegen de
achtergrond van de nieuwe visie op het gevangeniswezen «Recht doen, Kansen bieden»
uit het voorjaar van 2018. Onderdelen van deze visie zijn: straf is straf (waaronder
inperken van de voorwaardelijke invrijheidstelling), gedrag telt en een veilige terugkeer.
Bij het uitbrengen van deze visie is benadrukt dat de basis op orde moet zijn met
een solide personeelsbeleid. Dit betekent dat er voldoende en vakbekwaam personeel
moet zijn.
Eind 2017 is met het convenant een vierjarig traject gestart, dat in 2022 wordt afgerond.
Het convenant bestaat voornamelijk uit een extra impuls en inhaalslag met betrekking
tot opleidingen in vakmanschap. Dit om te zorgen dat medewerkers goed worden opgeleid
voor de steeds ingewikkelder omstandigheden en doelgroepen binnen de justitiële inrichtingen.
In de aankomende periode zullen de laatste acties uit het convenant worden uitgevoerd
en zal de inzet op hierboven genoemde doelen worden geëvalueerd. Het effect van het
extra opleiden in relatie tot het verlichten van de werkdruk, de personeelsbezetting
en veiligheid van personeel zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. Bij de totstandkoming
van de evaluatie zal uiteraard ook worden gesproken met de werknemersvertegenwoordigingen
en de vakbonden. Daarbij geldt dat de directie van DJI regelmatig overleg voert over
deze onderwerpen met de werknemersvertegenwoordiging en vakbonden.
De uitkomsten van deze evaluatie zullen inzicht moeten bieden in de bijdrage die het
convenant heeft geboden aan een solide personeelsbeleid. Tevens zal duidelijk moeten
worden of een eventuele nieuwe impuls moet worden gegeven aan opleidingen en trainingen
of dat deze adequaat zijn ingebed in de huidige aanpak en aanbod van DJI. Ik wil deze
evaluatie daarom eerst afwachten alvorens te besluiten over een eventueel vervolg.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker