24 587 Justitiële Inrichtingen

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 765 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2020

De coronacrisis heeft een grote impact op de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen. Voorop staat een verantwoorde balans tussen het bewaken van de volksgezondheid en de voortgang van de rechtspleging. Juist in deze tijden wordt daarom nauw samengewerkt om de vitale processen draaiende te houden. Dit vraagt veel flexibiliteit en aanpassingsvermogen van alle betrokkenen en ik heb dan ook veel bewondering en waardering voor de inzet van de medewerkers die dat mogelijk maken. De handhaving van de openbare orde en de opsporing van strafbare feiten gaan door en waar de rechter dat op vordering van het Openbaar Ministerie nodig acht, worden verdachten in een penitentiaire inrichting geplaatst. Maatregelen die organisaties in de strafrechtsketen moeten treffen om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen, hebben invloed op de gehele keten. Partners in de strafrechtsketen overleggen frequent om te bezien hoe de uitvoering van sancties verloopt zodat hiervoor indien nodig vroegtijdig maatregelen kunnen worden getroffen.

Bij brief van 13 maart1 en 15 maart jl.2 alsook in beantwoording van Kamervragen van het lid Van Nispen (SP) op 30 maart jl.(Handelingen II 2019/20, nr. 2278) is uw Kamer geïnformeerd over de maatregelen die in het kader van het coronavirus worden getroffen rondom de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen. Nu het kabinet gisteren heeft besloten tot verlenging van de landelijke maatregelen tot en met 28 april, blijven deze maatregelen ook tot en met 28 april in stand. Gelet op deze verlenging, informeer ik u in deze brief over de huidige situatie rondom de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen en schets ik mijn vervolgaanpak. Het kabinet besluit op 21 april opnieuw over verlenging, in dat licht zal ik de maatregelen rondom de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen te zijner tijd opnieuw beoordelen en u daarvan op de hoogte stellen.

Huidige situatie tenuitvoerlegging straffen en maatregelen

Op 13 maart jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de maatregelen die de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) treft om het risico op verspreiding van het coronavirus te verkleinen. DJI doet er alles aan de kans op besmetting door het coronavirus te minimaliseren en de veiligheid van en zorg voor het personeel en justitiabelen te waarborgen. Daarvoor worden de richtlijnen van het RIVM opgevolgd. DJI doet het maximale om deze richtlijnen te volgen, ook waar het gaat om het houden van 1,5 meter afstand. Het streven is dat gedetineerden in meerpersoonscellen deze richtlijn ook aanhouden, hoewel ik begrijp dat dit in de praktijk een behoorlijke uitdaging kan zijn. Met medewerking van gedetineerden is dit echter mogelijk. Nu de instroom van gedetineerden is verkleind, is er meer ruimte ontstaan binnen de inrichtingen. Ook in deze periode blijft het gebruik van meerpersoonscellen bij gezonde gedetineerden aangewezen om voldoende schuifruimte binnen de totale capaciteit te kunnen hebben. Hierdoor is meer capaciteit vrij om gedetineerden bij vermoedens van besmetting op een eenpersoonscel te plaatsen. Door de getroffen maatregelen is het percentage gedetineerden dat verblijft op een meerpersooncel gedaald van 30 procent naar 16,5 procent.

Tot op heden kunnen de maatregelen zoals genoemd in mijn brief van 13 maart over het algemeen rekenen op begrip onder gedetineerden. Er hebben geen noemenswaardige incidenten of onregelmatigheden plaatsgevonden, ondanks de beperkingen die bijvoorbeeld het niet meer kunnen ontvangen van bezoek met zich meebrengen. Ik vind het belangrijk te melden dat aan fundamentele rechten zoals luchten, eten en medicatie vanzelfsprekend niet wordt getornd. Wel wordt, indien noodzakelijk, het dagprogramma van gedetineerden ingeperkt en wordt het contact met advocaten zoveel mogelijk telefonisch onderhouden. Zoals ik in mijn brief van 13 maart jl. ook al aangaf, zijn gesprekken die in het kader van de rechtsgang op locatie gevoerd moeten worden een uitzondering op deze maatregel. Daar voeg ik aan toe dat in alle inrichtingen, inclusief de vreemdelingendetentie, met ingang van 3 april aanstaande telehoorvoorzieningen beschikbaar en bruikbaar zijn. Deze voorzieningen zijn van belang zodat rechtszittingen voor justitiabelen zoveel mogelijk kunnen plaatsvinden.

Aantal (mogelijke) besmettingen

Op dit moment is één gedetineerde uit PI De Schie opgenomen in het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg omdat bij deze persoon een besmetting met het coronavirus is geconstateerd. Bij drie justitiabelen in de forensische zorg (twee in de Oostvaarderskliniek, één in de Rooyse Wissel) is besmetting door de GGD vastgesteld. Binnen de JJI’s zijn tot op heden geen besmettingen geconstateerd.

Conform het beleid van de GGD is het uitgangspunt dat justitiabelen met coronagerelateerde klachten worden geïsoleerd op hun eigen cel – niet zijnde een isoleercel. Het aantal gedetineerden dat om deze reden werd geïsoleerd, fluctueerde de afgelopen weken tussen de 2 en 34. Op dit moment is één gedetineerde met klachten geïsoleerd op zijn eigen cel. Daarnaast zijn in de forensische zorg op dit moment vier justitiabelen met klachten geïsoleerd. Binnen de JJI’s is tot op heden niemand geïsoleerd als gevolg van coronagerelateerde klachten. Nieuw inkomende gedetineerden worden ook gescreend op symptomen die overeenkomen met het coronavirus. Het testen van justitiabelen vindt uitsluitend plaats indien de GGD daartoe aanleiding ziet.3

Personele bezetting

De medewerkers van DJI vormen een cruciale beroepsgroep. Voor de veiligheid van de samenleving is het van groot belang dat zij hun taak kunnen blijven vervullen. Hiertoe dienen in de eerste plaats de protocollen van het RIVM ook binnen de inrichtingen van DJI te worden gevolgd. Hoewel het ziekteverzuim onder het personeel hoger ligt dan normaal, is de personele bezetting tot nu toe in alle inrichtingen toereikend om de continuïteit van de bedrijfsvoering op een veilige en verantwoorde wijze te waarborgen. De situatie wordt constant bewaakt en waar nodig zijn maatregelen getroffen, zoals aanpassingen in het dagprogramma of het dienstrooster. Net als andere organisaties die zorgtaken verrichten, heeft ook DJI behoefte aan de schaarse persoonlijke beschermingsmiddelen. Bij het gebruik daarvan worden de richtlijnen van het RIVM als uitgangspunt gehanteerd.

Gevangeniswezen

Zoals bij brief van 13 maart jl. aangekondigd, is het verblijf in detentie van een beperkte groep gedetineerden tijdelijk geschorst. Dit betreft gedetineerden die aan het eind van hun straf zitten en al een groot deel van de tijd buiten de penitentiaire inrichting verblijven. Zij verbleven op de zeer beperkt beveiligde inrichting (zzbi). In de praktijk krijgt dit invulling door langer aaneengesloten verlof te verlenen. Het verlof wordt uitgevoerd met inzet van elektronische monitoring. Omdat deze groep gedetineerden dagelijks in en uit de inrichting beweegt, is het veiliger voor personeel en gedetineerden om dit zo veel mogelijk te beperken. Daarnaast is de plaatsing van nieuwe gedetineerden in een zeer beperkt beveiligde inrichting opgeschort. De andere stappen binnen de detentiefasering vinden wel plaats. Het penitentiair programma blijft ook doorgang vinden, aangezien dit geheel extramuraal plaatsvindt. Voor deelname gelden de bestaande wettelijke criteria.

Forensische zorg

De ambulante forensische zorgaanbieders en de reclassering zijn op dit moment in staat de zorg en het toezicht te continueren, met inachtneming van de benodigde voorzorgsmaatregelen. Op basis van risico-inschattingen wordt bepaald waar kan worden volstaan met telefonische contactmomenten. Daardoor zijn zorgaanbieders en de reclassering in staat te focussen op die zaken waarbij de risico’s het hoogst worden ingeschat. Bij deze zaken wordt het toezicht gecontinueerd zoals voorheen, dat wil zeggen dat dit fysiek plaatsvindt en niet digitaal. Als er in een specifiek geval risico's ontstaan is de afspraak dat de reclassering direct schakelt met de forensische zorgaanbieder, het Openbaar Ministerie en het forensisch plaatsingsloket van DJI om gezamenlijk tot een oplossing te komen.

Justitiële Jeugdinrichtingen

In mijn brief van 13 maart heb ik u bericht dat jongeren in een justitiële jeugdinrichting nog steeds bezoek mogen ontvangen van hun ouders of wettelijk verzorgers – in tegenstelling tot justitiabelen in de overige inrichtingen. Vanaf heden geldt ook voor de jongeren in een justitiële jeugdinrichting dat het bezoek wordt opgeschort. In zeer bijzondere gevallen kan de directeur van de inrichting bezoek toestaan binnen door hem te stellen voorwaarden. Deze maatregel is nu noodzakelijk gelet op feit dat de inrichtingen tegen problemen van beheersbaarheid en uitvoerbaarheid aanlopen. In de praktijk is gebleken dat het vaak niet mogelijk is om 1,5 meter afstand te behouden van en naar de bezoekruimtes. Dat levert onwenselijke situaties op. Daarbij komt bovenal dat nog geen besmetting met het coronavirus is vastgesteld onder de jongeren. Ik acht het van belang deze situatie te behouden.

Alles overwegende constateer ik dat deze maatregel op dit moment noodzakelijk is. Hiervoor is afstemming geweest met de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, de Kinderombudsman, de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheid en Jeugd. Om het contact zoveel mogelijk te kunnen continueren worden er, evenals voor de justitiabelen waarvoor opschorting van bezoek al langer gold, nu ook voor de JJI’s ruimere mogelijkheden voor telefonisch contact geboden en waar mogelijk via beeldverbinding.

Elektronische monitoring

De toenemende vraag naar enkelbanden vraagt veel van de reclassering als toezichthoudende partij, alsook van DJI die zorg draagt voor de aansluiting van enkelbanden en voor de ICT-voorzieningen. Waar normaal gesproken ruim 700 mensen dagelijks een enkelband dragen, zijn dit er op dit moment 900. Er is op dit moment geen sprake van een tekort aan enkelbanden. Om zorg te dragen dat toezichten met enkelband zowel kwantitatief als kwalitatief goed kunnen blijven worden uitgevoerd, zijn alle betrokken organisaties hard bezig om de capaciteit uit te breiden, waarbij wordt gekeken naar de personele capaciteit, het aantal banden en naar het netwerk.

Taakstraffen

Zoals gemeld in de brief van 15 maart jl. hebben de reclassering en de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) de uitvoering van taakstraffen tijdelijk opgeschort. Deze maatregel wordt ook verlengd tot en met 28 april. Hierdoor zal een deel van de taakstraffen mogelijk niet kunnen worden uitgevoerd binnen de wettelijke termijnen die hiervoor gelden. Momenteel wordt bezien of wetgeving nodig is zodat wordt voorzien in de mogelijkheid om deze termijnen te kunnen verlengen. Voor de leerstraffen zoals uitgevoerd door de RvdK geldt dat deze waar mogelijk worden opgepakt via leren op afstand.

Centraal Justitieel Incassobureau

Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) blijft inzetten op de inning van geldelijke sancties, maar stuurt geen nieuwe lasten tot aanhouding voor gijzeling aan de politie of verzoeken tot vordering van gijzeling aan het Openbaar Ministerie in het kader van Wahv-sancties, strafbeschikkingen, schadevergoedingsmaatregelen en ontnemingsmaatregelen. Slachtoffers die in dit verband recht hebben op een toegekende schadevergoeding zijn, op het moment dat een gijzeling aanstaande is, in veel gevallen grotendeels al door de Staat gecompenseerd op grond van de voorschotregeling.

Er wordt bij de inning van geldelijke sancties uiteraard rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van diegenen die zich door de coronacrisis in moeilijke omstandigheden bevinden. Daarbij is te denken aan het treffen van ruime betalingsregelingen en het toepassen van de noodstopprocedure.

Vervolgaanpak

Ik ben mij ervan bewust dat de maatregelen verstrekkende gevolgen hebben voor de betrokkenen. De coronacrisis vraagt veel flexibiliteit van iedereen in de samenleving. Een verlenging van de maatregelen betekent bovendien dat het personeel in de inrichtingen ook langer onder zwaardere omstandigheden hun taken moet verrichten. Om een balans tussen leefbaarheid en veiligheid in de inrichting te behouden, stel ik in aanvulling op tegemoetkomingen ten aanzien van extra digitale contactmomenten zoals genoemd in mijn brief van 13 maart jl. extra beltegoed beschikbaar, daarmee kunnen justitiabelen ruim een uur per week langer bellen om contact te houden met hun dierbaren. Daarnaast merk ik op dat de huidige wettelijke kaders voldoende ruimte bieden om op lokaal niveau initiatieven tot uitvoering te brengen om de situatie beheersbaar en veilig te houden.

Op dit moment is onzeker hoe de coronacrisis zich verder ontwikkelt. Hiertoe is het noodzakelijk dat organisaties zich voorbereiden op zowel het op- als het afschalen van maatregelen. Op dit moment wordt door mijn departement en het CJIB als ketenregisseur in gezamenlijkheid met de ketenpartners al gewerkt aan een aanpak om na de coronacrisis tot een verantwoorde opstart van de reguliere tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen te komen. Hierover zal ik uw Kamer tijdig informeren. Ook informeer ik uw Kamer bij wijzigingen in de aanpak van de coronacrisis op nationaal niveau, over de gevolgen voor de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen indien dat aan de orde is.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstukken 24 587 en 25 295, nr. 763

X Noot
2

Kamerstukken 35 300 VI en 25 295, nr. 114

X Noot
3

Overeenkomstig de landelijke richtlijn van het RIVM, worden enkel justitiabelen getest uit kwetsbare groepen die (naar medisch oordeel) meer risico hebben op een ernstig verloop van de ziekte en waarbij het voor de juiste vervolgbehandeling essentieel is om te weten of ze het coronavirus hebben

Naar boven