24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 746 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2019)

Jaarlijks stelt het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) in het kader van de begrotingsvoorbereiding de zogenaamde PMJ-ramingen op. Hierbij treft u de ramingen tot en met 2024 aan1.

Het Prognosemodel Justitiële Ketens

Het Prognosemodel Justitiële ketens (PMJ) raamt de ontwikkeling van de capaciteitsbehoefte in de strafrechtelijke, civielrechtelijke en bestuursrechtelijke keten. De ramingen worden opgesteld in aantallen producten. Voorbeelden daarvan zijn aantallen rechtszaken, aantallen toevoegingen rechtsbijstand en de behoefte aan celcapaciteit.

De PMJ-ramingen bestaan uit twee delen. Allereerst wordt door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) in samenwerking met de Raad voor de Rechtspraak berekend wat de capaciteitsbehoefte in de ketens is bij ongewijzigd beleid, de zogeheten «beleidsneutrale raming». Dit gebeurt middels een econometrisch model, waarbij gebruik gemaakt wordt van gevonden statistische verbanden tussen externe ontwikkelingen (demografische, economische en maatschappelijke) en ontwikkelingen in de verschillende justitieketens.

Vervolgens worden effecten gekwantificeerd van nieuwe wet- en regelgeving evenals andere voorgestelde (beleids-)maatregelen die invloed hebben op de capaciteitsbehoefte. Dit gebeurt door alle ketenpartners in afstemming met elkaar en het WODC. Het gaat uitdrukkelijk om zaken die invloed hebben op de capaciteit, oftewel die zorgen dat de behoefte aan een product meer of minder wordt (de kwantiteit of «Q»). De beleidsneutrale ramingen en de gekwantificeerde beleidsmaatregelen tezamen zijn de «beleidsrijke ramingen».

De belangrijkste oorzaken van wijzigingen in de PMJ-prognoses zijn wijzigingen in de economische ramingen van het CPB en wijzigingen in de prognose van de asielinstroom. De demografische en maatschappelijke factoren daarentegen zijn doorgaans vrij stabiel met weinig wijzigingen van jaar tot jaar.

Uitkomsten PMJ-ramingen tot en met 2024

In de bijlagen zijn de geraamde capaciteitsbehoeftes in de drie ketens opgenomen. In bijlage 1 vindt u de beleidsrijke ramingen2. Het cahier van WODC en de Raad voor de rechtspraak met hierin de beleidsneutrale ramingen vindt u in bijlage 2 van deze brief3.

De data en de verbanden in het econometrische model worden ieder jaar geactualiseerd. De belangrijkste wijzigingen dit jaar zijn de toevoegingen van werkomgevingen van het Openbaar Ministerie aan het model en het overgaan op een persoonsgerichte telling door de reclassering. Tevens is bij alle onderdelen getracht de onzekerheidsmarges te berekenen.

Het model raamt een daling van het aantal misdrijven en het aantal verdachten dat instroomt in de strafrechtketen met gemiddeld 2% respectievelijk 1% per jaar. Dit werkt in meer of mindere mate door in de hele keten met uitzondering van het gevangeniswezen, waar de recentelijk toegenomen duur van de opgelegde vrijheidsstraffen tot een stijging van de capaciteitsbehoefte leidt. Het aantal civiele zaken blijft over de periode 2019–2024 constant.

De Minister voor Rechtsbescherming heeft aan uw Kamer toegezegd dat er nogmaals samen met wetenschappers naar het PMJ-model wordt gekeken en daar waar nodig aanpassingen zullen worden gedaan4. Op korte termijn vindt er regulier onderhoud aan het huidige PMJ plaats. Verder wordt gekeken of bijstellingen o.b.v. cijfers over het afgeronde jaar gemeten in het voorjaar (bijvoorbeeld cijfers over 2018 gemeten in het voorjaar 2019) een verbetering geeft ten opzichte van bijstellingen o.b.v. voorlopige cijfers over het lopende jaar gemeten in het najaar (bijvoorbeeld voorlopige cijfers 2018 gemeten in het najaar 2018), zoals dat nu gebeurd.

Daarnaast is voor de lange termijn een uitgebreid traject gestart om de mogelijkheden voor het verbeteren van de ramingen te onderzoeken. De eerste fase bestaat uit een inventarisatie van de behoefte aan ramingsinformatie onder de betrokken organisaties en onderdelen van JenV door een extern onderzoeksbureau onder verantwoordelijkheid van het WODC. Op basis van de uitkomsten van deze inventarisatie zal samen met wetenschappers bekeken worden of er alternatieve methodes en technieken zijn, die mogelijk tot betere prognoses zouden kunnen leiden en/of beter aansluiten bij de gebruikerswensen. Over de uitkomsten van bovengenoemd onderzoek wordt uw Kamer te zijner tijd geïnformeerd.

PMJ en de begroting

De PMJ-ramingen dienen als input voor de reguliere begrotingsvoorbereiding in het voorjaar. De vertaling van de ramingen naar de JenV-begroting 2020 komt derhalve aan de orde in de ontwerpbegroting die op Prinsjesdag door de Minister van Financiën aan Uw Kamer wordt aangeboden. Uw Kamer zal dan ook uiterlijk op Prinsjesdag worden geïnformeerd over de concrete maatregelen die naar aanleiding van de huidige PMJ-ramingen genomen worden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Handelingen II 2018/19, nr. 27, item 10

Naar boven