24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 421 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2011

Hierbij bied ik u het Inspectierapport themaonderzoek Meerpersoonscelgebruik van de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) aan.1

De ISt heeft van september 2010 tot en met januari 2011 een themaonderzoek uitgevoerd naar het meerpersoonscelgebruik in inrichtingen van het gevangeniswezen en in centra voor vreemdelingenbewaring. Het doel van het themaonderzoek was te bezien hoe meerpersoonscelgebruik in penitentiaire inrichtingen en centra voor vreemdelingenbewaring wordt toegepast en welk effect dit heeft op de veiligheidsbeleving en het welbevinden van de ingeslotenen en het personeel.

Bevindingen ISt

De belangrijkste conclusie van de ISt is dat het meerpersoonscelgebruik inmiddels algemeen aanvaard is en niet die grote problemen heeft opgeleverd die sommigen bij de invoering ervan hadden voorzien, hoewel het gebruik van meerpersoonscellen in de praktijk ook nadelen heeft.

Het meerpersoonscelgebruik binnen de penitentiaire inrichtingen en in de centra voor vreemdelingenbewaring heeft niet tot substantiële veiligheidsrisico’s geleid, aldus de ISt. Verder verloopt de plaatsing op een meerpersoonscel over het algemeen zonder grote problemen.

Met betrekking tot de interne veiligheid stelt de ISt dat de destijds voor het gevangeniswezen geformuleerde eis dat een meerpersoonscel steevast door twee penitentiaire inrichtingswerkers dient te worden geopend, is achterhaald. Het executieve personeel ervaart geen onveiligheid bij het openen en betreden van de meerpersoonscellen.

De ISt signaleert wel het belang van een goede screening en selectie, die volgens de ISt vanuit een eenpersoonscel plaats zou moeten vinden. Een van de uitgangspunten die naar de mening van de ISt onverkort gehanteerd dienen te worden, is het niet samenplaatsen van rokers en niet-rokers.

Op het gebied van de rechtspositie komt de Inspectie tot de conclusie dat het regelmatig voorkomt dat gedetineerden direct bij binnenkomst op een meerpersoonscel worden geplaatst. In de centra voor vreemdelingenbewaring is dat de standaard werkwijze. Deze werkwijze brengt volgens de ISt risico’s met zich mee.

Ook vindt de ISt het van wezenlijk belang dat gedetineerden en ingesloten vreemdelingen de nodige ruimte wordt gegeven om zelf een celgenoot te kiezen. Dit vermindert spanningen tussen celgenoten en vergroot hun veiligheidsgevoel.

Beleidsreactie

Ik heb met instemming kennisgenomen van de hierboven reeds vermelde hoofdconclusie van de ISt dat «het meerpersoonscelgebruik inmiddels algemeen aanvaard is en niet die grote problemen heeft opgeleverd die sommigen bij de invoering ervan hadden voorzien». De bevindingen van de ISt ondersteunen mijn opvatting dat meerpersoonscelgebruik een aanvaardbare vorm van detentie is.

Veertien van de in totaal 21 aanbevelingen zijn aan de sectoren gevangeniswezen en bijzondere voorzieningen gezamenlijk gericht. Door de verschillende uitgangssituaties op het gebied van het meerpersoonscelgebruik kunnen de aanbevelingen van de ISt niet onverkort voor beide sectoren worden overgenomen. Zoals de ISt in haar rapport vermeldt, bedraagt bij het gevangeniswezen het percentage meerpersoonscellen 15 % tegenover 97 % bij de sector bijzondere voorzieningen. Dat betekent dat het uit praktische overwegingen niet mogelijk is om bij de vreemdelingenbewaring de volgende aanbeveling van de ISt volledig over te nemen: «Streef wanneer de capaciteitsdruk dat toelaat, naar een inkomstenperiode met verblijf op een eenpersoonscel, maar ga in ieder geval pas tot plaatsing op een meerpersoonscel over nadat tenminste de (psycho-) medische staf heeft geconstateerd dat er geen contra-indicaties zijn.»

De sector bijzondere voorzieningen handelt mijns inziens reeds in dezelfde geest. Er is sprake van een adequate inkomstenprocedure. Onderdeel van deze procedure is dat binnen 24 uur een medische intake plaatsvindt. Vreemdelingen worden, nadat zij de inkomstenprocedure hebben doorlopen, direct in een meerpersoonscel geplaatst, tenzij rondom het vervoer is aangegeven dat er (medische) bijzonderheden zijn of er tijdens de inkomstenperiode bijzonderheden worden geconstateerd ten aanzien van gezondheid of gedrag van de vreemdeling.

De ISt beveelt ook aan te overwegen om het meerpersoonscelbeleid met betrekking tot langverblijvende vreemdelingen bij te stellen door het mogelijk te maken dat vreemdelingen die daar behoefte aan hebben, na verloop van tijd om humanitaire redenen op een eenpersoonscel worden geplaatst. Nu de conclusie van de ISt is dat het meerpersoonscelgebruik algemeen aanvaard is, is er naar mijn mening geen reden om af te zien van het standaard gebruik van meerpersoonscelgebruik in de vreemdelingenbewaring.

De aanbeveling van de ISt aan beide sectoren om te allen tijde te voorkomen dat niet-rokers onvrijwillig op een cel worden geplaatst waar de celgenoot rookt, wordt in principe overgenomen zolang de capaciteit het toelaat. Bij de plaatsing wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met het rookgedrag van ingeslotenen. Als het zich toch, bijvoorbeeld in verband met de beschikbare capaciteit in de inrichting, voordoet dat een niet-roker bij een roker wordt geplaatst, wordt bij problemen zo spoedig mogelijk gezocht naar een oplossing.

De aanbeveling van de ISt standaard twee televisietoestellen op een meerpersoonscel beschikbaar te stellen waar er nu slechts één aanwezig is wordt, gelet op de technische infrastructuur van de penitentiaire inrichtingen en de detentiecentra, niet overgenomen. Daarnaast ben ik van mening dat ervan uit mag worden gegaan dat celgenoten in goed onderling overleg een keuze kunnen maken in het programma-aanbod.

Verder stelt de ISt voor om lokale werkinstructies en afdelings- of huisregels te verduidelijken op het gebied van meerpersoonscellen. In de herziening van de lokale werkinstructies en de huisregels zullen de suggesties van de ISt worden meegenomen, met inachtneming van de praktische uitvoerbaarheid.

Conform de aanbeveling van de ISt wordt door het gevangeniswezen de meerpersoonscelpraktijk geëvalueerd met behulp van de uitkomsten van het onderhavige Inspectierapport. Waar nodig zullen verbeteringen worden doorgevoerd en instructies worden aangepast. De evaluatie van de meerpersoonscelpraktijk zal door het gevangeniswezen ook worden benut om na te gaan hoe de volgende aanbevelingen van de ISt kunnen worden overgenomen:

  • Stimuleer de directies van penitentiaire inrichtingen tot het invoeren van een wisselrooster voor gedetineerden op een meerpersoonscel en creëer daarvoor zo nodig aanvullende randvoorwaarden.

  • Voer op afdelingen waar sprake is van meerpersoonscelgebruik een systeem (bijvoorbeeld een overplaatsingswachtlijst) in dat zorgt voor een eerlijke en transparante overplaatsingvolgorde van gedetineerden die na verloop van tijd op een eenpersoonscel geplaatst willen worden, en verbeter de informatievoorziening aan gedetineerden over het meerpersoonscelgebruik.

  • Vervang de landelijke instructie dat meerpersoonscellen steeds door twee piw’ers moeten worden geopend door een aanwijzing dat er bij het openen van een meerpersoonsceldeur tenminste personele achtervang op de woonafdeling aanwezig moet zijn.

  • Overweeg de introductie van regimaire en/of andere incentives om gedetineerden tot een meerpersoonscelverblijf te stimuleren.

De aanbeveling aan de sector Gevangeniswezen zeer kort verblijvende arrestanten en zeer langgestraften uit te sluiten van meerpersoonscelgebruik wordt niet zonder meer overgenomen. Ik zie geen reden om arrestanten of zeer langgestraften uit te sluiten van meerpersoonscelgebruik. Het uitgangspunt bij plaatsing op een meerpersoonscel is immers dat een ieder geschikt wordt geacht voor samenplaatsing, tenzij sprake is van een dusdanige problematiek bij de gedetineerde dat verblijf op een eenpersoonscel noodzakelijk is.

Bij zeer kort verblijvende arrestanten komt plaatsing op een meerpersoonscel door het verblijf tijdens de inkomstenperiode op een eenpersoonscel in de praktijk overigens weinig voor. Daarnaast worden (zeer) langgestraften in principe niet gedurende de gehele detentieperiode samengeplaatst indien zij aangeven liever in een eenpersoonscel te verblijven.

Tot slot

Ik concludeer dat, ondanks het feit dat de Inspectie een aantal aanbevelingen doet ter verbetering van de praktijk van het meerpersoonscelgebruik, op basis van dit rapport gesteld kan worden dat het meerpersoonscelgebruik een aanvaardbare vorm van de tenuitvoerlegging van vrijheidsbeneming is. Dit staat in contrast met de forse kritiek die is geuit bij de landelijke invoering van het meerpersoonscelgebruik in 2004 binnen het gevangeniswezen.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven