24 587
Justitiële Inrichtingen

nr. 375
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2010

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft in augustus en september 2008 toezichtbezoeken gebracht aan de zes detentie- en uitzetcentra waar vrijheidsontnemende maatregelen op grond van de Vreemdelingenwet 2000 ten uitvoer worden gelegd. Het betreft de detentiecentra Zeist, Alphen, en Noord-Holland, locaties Oude Meer en Zaandam, de detentieboten Zuid-Holland, locatie Dordrecht en het Uitzetcentrum Rotterdam. Bij brief van 25 november 2009 heeft de IGZ mij haar bevindingen en conclusies, neergelegd in het rapport «Medische diensten in detentiecentra: verantwoorde zorg, maar nog niet geborgd» toegezonden. Ik bied u hierbij dit rapport aan1.

De IGZ heeft haar onderzoek ingesteld op mijn verzoek naar aanleiding van een natuurlijk overlijden op 3 februari 2008 op de detentieboot in Rotterdam. In december 2008 en januari 2009 heeft de IGZ de definitieve rapporten van de inspectiebezoeken vastgesteld. In april 2009 heeft de IGZ een gezamenlijk plan van aanpak van de zes inrichtingen ontvangen en goedgekeurd. Thans ligt het geaggregeerde rapport voor.

Algemene bevindingen IGZ

Hoofdvraag bij het onderzoek van de IGZ was in hoeverre de detentiecentra voldoen aan de noodzakelijke voorwaarden om verantwoorde medische zorg mogelijk te maken. De inspectie komt tot de hoofdconclusie dat de zorg in de detentiecentra zodanig is georganiseerd dat verantwoorde en veilige zorg mogelijk is. Uit het onderzoek blijkt dat de toegang tot de zorg laagdrempelig is door ruime aanwezigheid van verpleegkundigen en dat de artsen geen beperkingen ervaren in de uitvoering van de zorg die door hen geïndiceerd is. Er zijn daarbij door de IGZ geen knelpunten in het begrip noodzakelijke zorg geconstateerd.

Ik heb met instemming kennisgenomen van deze conclusie. Ik constateer op basis van de bevindingen van de IGZ dat de inspanningen van DJI bij de ontwikkeling en implementatie van verantwoorde medische zorg voor deze categorie ingeslotenen op koers liggen. In het kader van verantwoorde medische zorg wordt door DJI beoogd de kwaliteit en de organisatie van de medische diensten op een zodanig niveau te brengen of te houden dat van een eigentijdse zorg sprake is, die voldoet aan relevante wettelijke kaders en aan gemaakte beleidskeuzes op het gebied van verantwoorde medische zorg.

Naast de conclusie dat de zorg in de detentiecentra zodanig is georganiseerd dat verantwoorde en veilige zorg mogelijk is, signaleert de IGZ een aantal knelpunten die kunnen leiden tot verminderde toegankelijkheid van deskundige zorg of verminderde continuïteit van zorg en daarmee tot risico’s. Tevens moet de borging van de kwaliteit van zorg en de deskundigheid van medewerkers nog verbeteren, aldus de IGZ.

Zoals hierboven reeds gemeld hebben de zes instellingen inmiddels een plan van aanpak ingediend met een algemeen deel en een aantal maatregelen per inrichting om de door de IGZ gesignaleerde risico’s te reduceren. De IGZ heeft deze plannen van aanpak positief beoordeeld. De plannen gaan voldoende in op de gesignaleerde risico’s, aldus de IGZ, en leiden tot een duidelijke vermindering van de risico’s indien ze volgens planning en volledig worden uitgevoerd. In maart 2010 zal de IGZ bij wijze van steekproef een tweetal inrichtingen opnieuw bezoeken. De constateringen van de IGZ onderstrepen de noodzaak de medische zorg aan ingeslotenen op een zorgvuldige wijze vorm te geven en van waarborgen te voorzien.

De medische zorg is voor DJI continu onderwerp van lerend verbeteren, opdat de kwaliteit gehandhaafd blijft en risico’s zo veel mogelijk beheerst kunnen worden.

Maatregelen IGZ

De IGZ heeft de medische diensten in detentiecentra gevraagd een aantal maatregelen te nemen. Hieronder ga ik daar nader op in.

De toegeleidingsfunctie van verpleegkundigen

De IGZ constateert dat de toegeleidingsfunctie van de verpleegkundigen naar de arts nog verdere scholing vergt en dat de toegeleidingsfunctie van verpleegkundigen concreet uitgewerkt moet worden.

Inmiddels heeft een inhaalslag plaatsgevonden bij het opleiden tot justitieel verpleegkundige. DJI heeft extra scholingsdagen ingekocht. Ook zijn alle huisartsen ingeschreven voor de opleiding tot justitieel geneeskundige.

Voorts is binnen de medische diensten de «toegeleiding, instrumentenset penitentiair verpleegkundigen» een vast onderdeel binnen de werkbesprekingen. Deze instrumentenset bestaat uit een visiedocument, een werkafsprakenkaart en checklists gezondheidsklachten aan de hand waarvan verpleegkundigen gezondheidsproblemen kunnen verhelderen en volgens vaste afspraken kunnen toegeleiden naar de huisarts. Deze toegeleidingskaarten worden regelmatig aangepast aan recente medische ontwikkelingen of inzichten. Dit is een continu proces.

Detacheringcontracten en concreet meetbare kwaliteitseisen

Bij de detentiecentra is de staf in vaste dienst. Verpleegkundigen en huisartsen worden aangesteld via detacheringsovereenkomsten. Dat geeft, aldus de IGZ, de flexibiliteit om in te spelen op de wisselende aantallen gedetineerden, maar ook een risico op discontinuïteit en het verloren gaan van opgebouwde deskundigheid.

Gegeven het sterk fluctuerende aanbod van gedetineerden, blijf ik bij mijn keuze voor detacheringsovereenkomsten. Deskundigheid en relevante ervaring is overigens ook via een detacheringsconstructie goed te regelen. Zo is in de recente aanbesteding voor het DC Noord-Holland, locatie Oude Meer, onder meer bepaald dat de Gespecialiseerd Verpleegkundige minimaal twee jaar relevante en recente werkervaring in de specialisatie dient te hebben, op een (zelfstandige) werkplek in een ziekenhuis of bij een ambulancedienst. De in te zetten huisartsen dienen in het bezit te zijn van een certificaat op het gebied van reanimatie.

Zorg tijdens de avond-, nacht- en weekenddiensten

De IGZ wijst op de kwetsbaarheid van de zorg tijdens de avond-, nacht- en weekenddiensten, als de medische diensten op locatie niet bezet zijn. Als risico ziet de IGZ onder meer triage door niet medisch geschoolde detentietoezichthouders (alleen in de nacht) en minder deskundige artsen.

In samenspraak met de huisartsen is een «checklist toegeleiding spoedarts bij afwezigheid medische dienst» in ontwikkeling. Deze checklist is bedoeld als ondersteuning bij het uitvragen van ziekteklachten bij ingeslotenen door detentietoezichthouders. De lijst kan gebruikt worden bij het informeren van de spoedarts buiten aanwezigheid van de medische dienst.

Noodvoorraad medicatie

Bij haar inspectiebezoeken in augustus en september 2008 constateerde de IGZ dat gedetineerden die in het weekend worden ingesloten medicijnen krijgen uit een noodvoorraad in plaats van uit een apotheek. Daarmee is de scheiding tussen voorschrift en ter hand stellen van geneesmiddelen niet aanwezig en is de medicatieveiligheid volgens de IGZ onvoldoende gerealiseerd.

DJI heeft inmiddels met apothekers een contract dat leveringen garandeert gedurende zeven dagen per week en 24 uur per dag. Alle medicatie dient binnen twee uur na aanvraag op iedere locatie bezorgd te worden. Daarmee is de noodzaak om ongeoorloofde voorraden aan medicatie in een inrichting te handhaven komen te vervallen. De dokterstas is hierop een uitzondering. Hierin zit de medicatie waar de arts voor de uitoefening van zijn beroep direct over moet kunnen beschikken. In de situatie van een detentiecentrum kan er een concreet omschreven en gelimiteerde hoeveelheid medicatie als een dokterstas op de medische dienst aanwezig zijn. In verband met de aanwezigheid van bolletjesslikkers vormt het detentiecentrum Noord-Holland, locatie Oude Meer, hierop een uitzondering. De procedure «voorschrijven, afleveren en uitdelen» is met stringente zorgvuldigheidseisen omgeven. In alle detentiecentra voldoet de voorraad aan de nieuwe eisen.

Vervolgzorg na detentie

De IGZ verwacht dat detentiecentra actief beleid voeren om gedetineerden met een duidelijke behoefte aan vervolgzorg te helpen of in ieder geval de medische bescheiden mee te geven, zodat zij na hun detentieperiode in staat zijn om zelf hun vervolgbehandelaar op de hoogte te stellen van de eerder ontvangen zorg.

Ik wil hierbij het volgende opmerken. Indien de bewaring van een vreemdeling wordt opgeheven zonder dat de vreemdeling rechtmatig verblijf heeft gekregen, dient hij Nederland onmiddellijk te verlaten. Sinds mei 2009 hanteert DJI de werkwijze dat in voorkomende gevallen bij opheffing van de bewaring voor twee weken medicatie, alsmede een overzicht van actuele medicatie (medicijnpaspoort) en een medisch paspoort (International Classification of Primary Care codes), wordt meegegeven.

Melding zorgcalamiteiten

De Kwaliteitswet zorginstellingen verplicht het melden van calamiteiten in de (medische) zorg aan de IGZ. Onder calamiteit wordt verstaan een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en die tot de dood van of een ernstig schadelijk gevolg voor een patiënt of cliënt van de instelling heeft geleid. De medische dienst van een justitiële inrichting valt onder de bepalingen van de Kwaliteitswet. In geval van een calamiteit als bedoeld in de Kwaliteitswet zorginstellingen maakt de directeur van het detentiecentrum hiervan melding aan de IGZ, conform de recentelijk uitgebrachte circulaire «Landelijke richtlijn overlijden in een justitiële inrichting».

Aanbevelingen IGZ

Hieronder ga ik in op een aantal aanbevelingen van de IGZ aan de medische diensten in detentiecentra.

Inhoud kwaliteitssysteem

De IGZ beveelt de medische diensten aan inhoud te geven aan het kwaliteitssysteem door systematisch gebruik van jaarverslag, klacht- en meldingenregistratie en afhandeling. Deze aanbeveling wordt overgenomen. Met ingang van 2010 zullen de medische diensten in de detentiecentra een jaarplan en een jaarverslag opstellen. In 2010 zal een begin worden gemaakt met de invoering van een Meldingsprocedure Incidenten Patiëntenzorg (MIP). Dit instrument kan ingezet worden om voorkomende incidenten adequaat af te handelen en vooral ook om trends inzichtelijk te maken zodat herhaling kan worden voorkomen. Teneinde verantwoorde medische zorg te borgen en de permanente cyclus van verbetering in stand te houden, ben ik voornemens de medische diensten op gezette tijden te auditeren. Het kwaliteitssysteem binnen de detentie- en uitzetcentra kent tevens 21 deelwerkprocessen die de werkzaamheden binnen de medische dienst beschrijven en standaardiseren. De audits hebben als doel om al lerend te verbeteren en hebben deze deelwerkprocessen en de vastgestelde functies als kader.

Hygiëne en preventie

De IGZ beveelt aan structureel aandacht te besteden aan preventie van gezondheidsklachten en hygiënebevorderende activiteiten. Hierbij stel ik vast dat sprake is van een continu proces. In de detentiecentra wordt gewerkt conform de hygiënerichtlijnen en de richtlijnen infectieziekten. Voorts wordt voorlichting gegeven op het gebied van hygiëne en infectieziekten door middel van persoonlijke uitleg, informatiemateriaal en posters.

Psychologische zorg

De IGZ beveelt de medische diensten aan een gezamenlijke visie vast te leggen op psychologische zorg en deze uit te werken in taak- en functieomschrijvingen. Ik neem deze aanbeveling over. De bij de detentiecentra werkzame psychologen vormen sedert medio 2009 gezamenlijk een «ressort». In dit ressort wordt de interne kwaliteit van het beroepsmatig handelen van de inrichtingspsychologen op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg bewaakt en de kwaliteit van de uitvoering hiervan binnen de inrichtingen besproken. Gezamenlijk worden afspraken gemaakt ten aanzien van het zorgbeleid, kwalitatieve kaders en deskundigheidstoetsing. Er is een ressortcoördinator aangesteld. Een visie op de psychologische zorg en een functie informatieformulier voor de psychologen wordt thans ontwikkeld. Naar verwachting zullen deze in 2010 gereed zijn.

Ik heb er vertrouwen in dat de door de IGZ geconstateerde gebreken met de in deze brief beschreven aanpak worden weggenomen. De medische zorg aan ingeslotenen in detentie- en uitzetcentra wordt aldus op een verantwoorde wijze georganiseerd en met professionele toewijding uitgevoerd.

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven