24 587
Justitiële Inrichtingen

nr. 354
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2009

Hierbij bied ik u het Inspectiebericht Vervolgonderzoek PI Haarlem aan.1 De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) hebben dit vervolgonderzoek verricht naar aanleiding van het initiële ISt-rapport uit 2007, IGZ-rapporten uit 2006 en 2008 en een viertal suïcides in 2008. In het vervolgonderzoek zijn de eerder geconstateerde verbeterpunten en de zorgaspecten in de PI opnieuw beoordeeld. De aspecten die tijdens de doorlichting van 2007 op orde waren, zijn in dit vervolgrapport niet opnieuw aan de orde gekomen.

De Inspecties beantwoorden in dit bericht de vraag of de inrichting zich heeft verbeterd ten opzichte van de doorlichting in 2007 en met name of de inrichting zich heeft verbeterd op zorgaspecten die gerelateerd zijn aan een verhoogd suïciderisico voor gedetineerden. De Inspecties hebben de suïcides overigens niet op casusniveau onderzocht. Hieronder vindt u de belangrijkste bevindingen van de Inspecties gevolgd door mijn beleidsreactie.

Het bericht is overwegend positief. De Inspecties hebben geen structurele achtergronden gevonden die een direct risico op herhaling van suïcide veroorzaken. Ten opzichte van 2007 heeft de PI Haarlem volgens de Inspecties behoorlijke vooruitgang geboekt. Zo constateren de Inspecties verbeteringen bij de screening en de rapportage. Hierdoor verkrijgen andere disciplines meer en betere informatie over gedetineerden. Verder melden de Inspecties verbeteringen bij de introductie voor gedetineerden in de huisregels, en bij de bejegening van gedetineerden. Ook de zorgverlening aan gedetineerden is verbeterd. Er zijn meer psychologen aangesteld en er zijn intervisie-bijeenkomsten voor onder andere verpleegkundigen geïntroduceerd. Positief is ook dat de PI heeft geïnvesteerd in het voorkomen van het herhalen van incidenten en calamiteiten, onder meer door instelling van een commissie die incidenten evalueert. Voor gedetineerden die op vrijdag na kantoortijden binnenkomen, heeft de medische dienst zaterdagochtend dienst zodat gedetineerden altijd binnen 24 uur een medische intake krijgen. Door de invoering van een belregeling hebben gedetineerden nu voldoende en gelijke mogelijkheden om telefonisch contact te onderhouden met de buitenwereld. Incidenten hierover behoren tot het verleden. Ook op het gebied van de veiligheid en het drugsbeleid constateren de Inspecties belangrijke verbeteringen. De nazorg in de PI Haarlem is verbeterd, vanwege de verbeterde positie van de medewerkers maatschappelijke dienstverlening (MMD’ers) in de PI. Tot slot is er vooruitgang op het gebied van de organisatie. De PI heeft het detentieberaad beter op de rails gekregen. Er worden trainingen voor het personeel georganiseerd in suïcidepreventie en afwijkend gedrag.

Naast deze positieve aspecten zijn er volgens de Inspecties ook een aantal verbeterpunten. Zo is het screeningsproces onvoldoende beleidsmatig verankerd en ingericht. In het kader van de Modernisering van het Gevangeniswezen (MGW) wordt landelijk een gestandaardiseerd screeningsproces ingevoerd, waarmee elke gedetineerde na binnenkomst op uniforme wijze zal worden gescreend en voor elke gedetineerde na 14 dagen een individueel detentie- en reïntegratieplan is opgesteld. Hiervoor wordt in elke PI een inkomstenafdeling of inkomstenprogramma gerealiseerd. Het nieuwe screeningsproces moet zorgen voor een betere informatiestroom naar de inrichting op het moment dat een gedetineerde wordt ingesloten. Invoering van dit screeningsproces is landelijk voorzien per 1 januari 2010. Vooruitlopend hierop is de PI doende met het opnieuw beschrijven van het huidige in- dooren uitstroomproces en wordt een verbeterde werkwijze geïmplementeerd.

Voorts missen de Inspecties integraal beleid over de te leveren zorg. Zo zijn de verschillende zorgdisciplines onvoldoende op elkaar afgestemd en is het niet voldoende helder wie de regie heeft en/of hoofdbehandelaar is. In reactie hierop meld ik dat het locatiemanagement nadrukkelijk toeziet op verbetering van de afstemming en informatie-uitwisseling tussen alle bij de zorgverlening betrokken actoren, onder meer via een herijking van het communicatieplan. Verder heeft TNO een evaluatie van het psycho medisch overleg (PMO) uitgevoerd waarvan de uitkomsten worden gebruikt om te komen tot een nieuwe visie op integrale zorg.

Het activiteitenprogramma verdient uitbreiding naar minimaal 43 uur, aldus de ISt. Dit neem ik graag over, maar in verband met een tijdelijke sluiting van een deel van het complex, enkele noodzakelijke verbouwingen en de invoering van MGW is dit naar verwachting pas in 2010 volledig gerealiseerd conform de dan geldende regelgeving.

De ISt is van mening dat de bejegening van kwetsbare doelgroepen die de Nederlandse taal niet machtig zijn voor verbetering vatbaar is. De PI heeft hiertoe een werkgroep ingericht die met verbetervoorstellen zal komen. Voorts wordt een landelijke thema-middag over dit onderwerp georganiseerd. Dit om DJI-brede kennisuitwisseling en best practices te stimuleren.

Tenslotte noem ik hierbij dat volgens de Inspecties enkele organisatorische randvoorwaarden verbeterd kunnen worden. Zo constateert de ISt dat executieve medewerkers vaak jaren achter elkaar op dezelfde afdeling werken en dat roulatie tussen de teams onvoldoende plaatsvindt. Het locatiemanagement werkt aan een plan met het oog op kwaliteitsverbetering van teams. Roulatie van medewerkers is daar een onderdeel van.

Het vervolgonderzoek bevat geen aanbevelingen, maar het bericht bevat wel een aantal aandachtspunten. Met inachtneming van de daarvoor geldende termijnen zal een plan van aanpak dat tegemoet komt aan genoemde aandachtspunten aan beide Inspecties worden gestuurd.

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven