24 587
Justitiële Inrichtingen

nr. 305
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2008

Op 1 november 2007 (24 587/31 215, nr. 239) is met uw Kamer gesproken over twee kritische rapporten met betrekking tot het functioneren van de justitiële jeugdinrichtingen (verder te noemen: jji’s). Het eerste rapport1 betrof een onderzoek van de gezamenlijke Inspecties, waarbij de vraag centraal stond of de jji’s en de daaraan verbonden scholen voldoen aan de opdracht een veilig leef-, behandel- en werkklimaat te bieden en te waarborgen voor zowel de jeugdigen, als het personeel van de inrichting en de daaraan verbonden school. In mei 2006 heeft de toenmalige minister van Justitie het initiatief genomen voor dit onderzoek. Het tweede rapport2 betrof een onderzoek van de Algemene Rekenkamer dat zich heeft gericht op de opvang en de behandeling van strafrechtelijke jeugdigen in de jji’s inclusief de fase van nazorg.

In mijn brieven van 10 september en 4 oktober 20073 naar aanleiding van bovengenoemde rapporten heb ik een uitgebreid pakket maatregelen aangekondigd om aan de kwaliteit van de jji’s een stevige impuls te geven. Opgemerkt zij hierbij dat de resultaten van de Inspectieonderzoeken voor de jji’s verschillend zijn hetgeen impliceert dat bij de één ingrijpender wijzigingen zullen moeten worden doorgevoerd dan bij de ander. Dit betreft met name de zes jji’s die in 2007 onder verscherpt toezicht van de Inspecties zijn gesteld.

Tijdens het Algemeen Overleg van 1 november 2007 is toegezegd de Tweede Kamer éénmaal per jaar te informeren over de stand van zaken van deze verbetermaatregelen. Bij brief van 3 maart 20084 heb ik aangekondigd hierover in het najaar 2008 te rapporteren. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

In de bijgevoegde voortgangsrapportage5, die onderdeel uitmaakt van deze brief, ga ik in op de specifieke stand van zaken van de verschillende verbetermaatregelen.

De manier van rapporteren wijkt af van de hierboven genoemde brieven van 10 september 2007 en 4 oktober 2007. Overweging om af te wijken is tweeledig. De eerste reden is dat ik in deze rapportage een compleet beeld wil geven van de stand van zaken van alle verbeteracties bij de jji’s, dat wil zeggen inclusief de eerder aangekondigde kwaliteitsverbetering van de Pij-maatregel1. De tweede reden is dat ik de rapportage zo heb opgebouwd dat het proces dat de jeugdige doorloopt centraal staat. Hierbij wordt (zoals ook door de gezamenlijke Inspecties gehanteerd) het veilige leef-, en behandelklimaat bekeken vanuit het perspectief van de jeugdige.

Stand van zaken verbetermaatregelen

Het uitgangspunt voor alle verbeteracties is dat de periode in de jji (hoe lang of hoe kort die ook duurt) zo goed mogelijk moet worden benut om de jeugdigen voor te bereiden op een terugkeer naar de vrije maatschappij. De verbeteracties, die zich uitstrekken van de toeleiding tot de jji tot en met het zorgdragen voor een sluitende nazorg, wil ik in deze kabinetsperiode volledig hebben geïmplementeerd. Sommige acties kunnen op relatief korte termijn worden voltooid, andere vergen meer tijd. De afgelopen periode is voornamelijk geïnvesteerd in het leggen van het fundament waarop de voorgestelde kwaliteitsverbeteringen kunnen worden gebouwd. Zo is in september 2008 het netwerkberaad in alle opvanginrichtingen van start gegaan waardoor de informatie over de jeugdigen binnen een week beschikbaar komt; er is gestart met de basismethodiek die in 2009 in alle inrichtingen wordt uitgerold waardoor alle jeugdigen op uniforme wijze worden bejegend; een deel van het zittend personeel in de jji’s is in september van dit jaar gestart met een vierjarige Hbo-opleiding en er is een imago- en wervingscampagne ontwikkeld om nieuw, hoog opgeleid personeel aan te trekken; ook zijn er inmiddels dertien gedragsinterventies (voorlopig) erkend, waarvan er tien kunnen worden ingezet in de jji’s. Op dit moment werken vijf jji’s met de interventies Agressieregulatie en Sociale Vaardigheden op Maat. De implementatie en het effectonderzoek van de gedragsinterventies zullen tot 2010 duren. Hiermee worden de voorwaarden geschapen voor een kwalitatief betere behandeling voor alle daarvoor geselecteerde jeugdigen.

Gekwalificeerd en gemotiveerd personeel is een basisvoorwaarde om de verbetermaatregelen goed te kunnen uitvoeren. Het werven en behouden van hoog opgeleid, gekwalificeerd personeel is bovendien van evident belang voor het borgen van een goed kwaliteitsniveau. De omvorming van de jji’s naar organisaties met overwegend Hbo-opgeleide medewerkers vergt evenwel tijd, omdat enerzijds het zittende personeel in de gelegenheid gesteld zal worden de Hbo-opleiding te gaan volgen, anderzijds omdat bij het vervullen van huidige vacatures met Hbo-opgeleid personeel krapte blijkt op de arbeidsmarkt. In november start daarom een landelijke imago- en wervingscampagne ten behoeve van alle jji’s, waarbij gebruik wordt gemaakt van media als tv, radiospots en advertenties. Hiermee wordt beoogd een zo groot mogelijke groep mensen te interesseren voor het werken in een jji. Deze campagne loopt door in 2009.

Naast de implementatie van verbetermaatregelen en het zorgen voor en borgen van gekwalificeerd en gemotiveerd personeel, is het van belang dat gestuurd kan worden op de kwaliteit. Teneinde daarbij een duidelijke kwaliteitsnorm beschikbaar te hebben, is gezocht naar een instrument. Aan de Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) is opdracht gegeven tot het ontwikkelen van een certificatieschema voor de sector jji. Dit schema zal eind 2009 gereed zijn. Doel van dit instrument is het certificeren van alle jji’s, op een manier die aansluit bij het toetsingskader van de Inspecties en minstens even belangrijk, het voortdurend verbeteren en blijvend borgen van de kwaliteit van de jji’s. Vanaf 2010 zullen de jji’s werken aan de certificering. In 2012 moeten alle jji’s gecertificeerd zijn.

Monitoring

Het spreekt voor zich dat ik de voortgang van de verbeterplannen nauwgezet volg. Daartoe leggen de jji’s intern drie keer per jaar verantwoording af over de voortgang van de implementatie. Deze rapportages worden beoordeeld door een multidisciplinair team en zo nodig voorzien van een advies om eventuele problemen die zich in de praktijk voordoen op te lossen. De voortgang wordt eveneens besproken in het directeurenoverleg waar elke jji aan deelneemt. Op deze wijze kunnen de jji’s profijt hebben van aanpakken die bij collega’s succesvol zijn gebleken. In dat licht vindt eind november tevens een bijeenkomst voor het middenkader van de jji’s plaats waarin een aantal best practices wordt uitgewisseld. Daarnaast wordt de voortgang van de verbeteringen twee keer per jaar door de sectordirecteur jji met de hoofdinspecteur van de Inspectie Jeugdzorg besproken.

Hertoetsen

In 2007 zijn zes inrichtingen onder verscherpt toezicht van de Inspecties gesteld. Momenteel staan nog vier inrichtingen onder verscherpt toezicht. Zoals de Inspectie Jeugdzorg in het voortgangsbericht vervolgtoezicht veiligheid jji’s van mei 2008 reeds heeft bericht, heeft het rapport in deze inrichtingen en scholen geleid tot grote veranderingen. Soms vormde het rapport de aanzet tot een cultuuromslag, in enkele gevallen tot grote organisatorische en personele ingrepen.

Positief nieuws in dit verband is dat in alle inrichtingen waar inmiddels een hertoets door de gezamenlijke Inspecties heeft plaatsgevonden door de Inspecties is geconstateerd dat het risico op een onveilig klimaat zodanig is verminderd dat het verscherpt toezicht kan worden opgeheven. Het betreft de hertoets in De Doggershoek op 16 september, in Den Engh op 30 september en in het JOC op 27 oktober.

Een zelfde hertoets vindt begin december plaats in de Hartelborgt. De Heuvelrug en Harreveld hebben dit najaar een voortgangsgesprek met de Inspecties. Naar aanleiding daarvan wordt het moment bepaald waarop de hertoets door de Inspecties zal plaatsvinden. Deze hertoetsen zijn voor mij een belangrijke indicator om te bepalen of deze jji’s op de goede weg zijn. Gelet op de inspanningen van de jji’s alsook de hiervoor genoemde eerste positieve resultaten van de hertoetsen, heb ik er vertrouwen in dat voor de zomer 2009 er niet langer inrichtingen zijn waarvoor een ernstig risico geldt. Daardoor zal er geen noodzaak meer zijn voor verscherpt toezicht op de inrichtingen. De implementatie van het HKZ model met bijbehorende certificering zal in de toekomst kwaliteit blijvend moeten verbeteren en borgen.

Conclusie

Het invoeren van de verbetermaatregelen is in volle gang. De Inspectie Jeugdzorg is voorzichtig positief gestemd. Zo sprak de Inspectie in mei van dit jaar over grote veranderingen en een veelheid aan verbeteringen. Met het opheffen van het verscherpt toezicht bij De Doggershoek en Den Engh is een belangrijke stap gezet in de goede richting. Niettemin blijft het een ingrijpend proces waar veel energie en scherpte voor nodig is.

Voor de realisatie van alle structurele veranderingen is een tijdpad voorzien tot 2011. Conform afspraak zal ik u jaarlijks rapporteren over de voortgang.

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak


XNoot
1

Te weten het rapport «Veiligheid in justitiële jeugdinrichtingen: opdracht met risico’s» van de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie van het Onderwijs, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie voor de Sanctietoepassing (TK, vergaderjaar 2006–2007, 24 587 en 28 741, nr. 232); en het rapport «Detentie, behandeling en nazorg criminele jongeren», van de Algemene Rekenkamer (TK 2007–2008, 31 215, nr. 3).

XNoot
2

Te weten het rapport «Detentie, behandeling en nazorg criminele jongeren», van de Algemene Rekenkamer (TK 2007–2008, 31 215, nr. 3).

XNoot
3

TK 2006–2007, 24 587 en 28 741, nr. 232 resp. 31 215, nr. 3.

XNoot
4

TK 2007–2008, 24 587, nr. 262.

XNoot
5

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Brief van 10 juli 2006 (TK 2005–2006, 24 587 en 28 741, nr. 183 blz. 8).

Naar boven