nr. 194
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 september 2006
Met deze brief bied ik u, mede namens mijn ambtgenoten van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het onderzoeksrapport «Brandveiligheid
van cellencomplexen (unitbouw)» aan. De VROM-Inspectie, de Arbeidsinspectie
en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid hebben een onderzoek uitgevoerd
naar de brandveiligheid van penitentiaire inrichtingen die bestaan uit unitbouw.1
Naar aanleiding van de brand in het cellencomplex te Schiphol-Oost op
26 oktober 2005 is zowel vanuit de Onderzoeksraad voor Veiligheid als
uw Kamer2 de vraag gekomen hoe het staat met de
brandveiligheid in de andere penitentiaire inrichtingen. In overleg met de
Onderzoeksraad is besloten dit te laten onderzoeken door de genoemde Rijksinspecties.
Daarbij is besloten prioriteit te geven aan cellencomplexen die bestaan uit
unitbouw, omdat het gedeelte van het cellencomplex waar de calamiteit heeft
plaatsgevonden, is gebouwd op basis van metalen zeecontainers. Het onderzoek
betreft 5 penitentiaire inrichtingen die representatief zijn voor alle typen
unitbouw.
Het rapport van de Rijksinspecties heb ik op 11 augustus 2006 ter
beschikking gesteld aan de Onderzoeksraad.
Vanwege de nauwe samenhang van beide onderzoeken heb ik besloten om het
rapport van de Rijksinspecties aan u toe te zenden gelijktijdig met het uitbrengen
van het rapport van de Onderzoeksraad. De minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties zal heden het rapport «Brand cellencomplex Schiphol-Oost»
van de Onderzoeksraad voor Veiligheid aan uw Kamer toezenden.
Het kabinet is voornemens om spoedig haar reactie op beide rapporten aan
uw Kamer toe te zenden, opdat op korte termijn een debat kan plaatsvinden.
Tenslotte informeer ik u dat de Rijksinspecties voornemens zijn om in
2007 opnieuw de brandveiligheid bij penitentiaire inrichtingen te gaan toetsen.
Over de resultaten daarvan zal ik u dan weer informeren.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
S. M. Dekker