24 572
Uitbreiding van de Wet milieubeheer (milieuverslaglegging)

nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 27 januari 1997

Conform de door mij gedane toezegging tijdens de Kamerbehandeling van het wetsvoorstel milieuverslaglegging wil ik u hierbij informeren over de stand van zaken rond de invoering van de EMAS-verordening, over de vergunning op hoofdlijnen en over de relatie tussen die vergunning en EMAS. Dit naar aanleiding van vragen van de heer Van den Berg. Voorts wil ik u, zoals toegezegd, mijn oordeel geven over de motie van mevrouw Assen, onder stuk nummer 14, inzake externe verificatie.

De invoering van de EMAS-verordening; externe verificatie

Allereerst wil ik van mijn kant een punt verduidelijken. Bij de Kamerbehandeling is het begrip milieuverificateur en milieu-accountant door elkaar gebruikt.

Ik hecht er aan te spreken over milieuverificateurs of beter nog milieuverificatie-instellingen. Daarmee sluiten wij aan bij de EMAS-verordening en de wijze waarop deze in Nederland is geïmplementeerd. Door de Raad voor Accreditatie worden verificatie-instellingen erkend op basis van criteria verband houdende met onafhankelijkheid, onpartijdigheid en deskundigheid. Milieu-accountants kunnen zich eveneens kwalificeren voor erkenning, echter dit wordt per geval expliciet getoetst door de Raad. Voorts is van belang dat verificatie in het kader van EMAS in het algemeen niet door individuen kan worden uitgevoerd, maar moet geschieden door een auditteam van een erkende verificatie-instelling, waarin alle benodigde deskundigheden zijn samengebracht.

Teneinde de samenhang en onderlinge afstemming tussen certificatie- en verificatieprocedures te waarborgen is er in Nederland voor gekozen om één structuur te benutten voor enerzijds de certificatie van milieuzorgsystemen en anderzijds de verificatie in het kader van EMAS. Dit is een voorwaarde om tot een kwalitatief hoog niveau van certificatie en verificatie te komen. Voor mij is uitgangspunt dat bovengenoemde structuur ook kan worden benut voor het operationeel maken van externe verificatie, zoals verwoord in het amendement van mevrouw Augusteijn-Esser, stuknummer 11. Immers, in het bijzonder in het kader van de EMAS-verordening worden thans praktische ervaringen opgedaan met de verificatie van milieuverslagen.

De externe verificatie van milieuverslaglegging alsmede de ontwikkeling van de beroepsgroep van milieuverificateurs krijgen dus reeds concreet vorm in het kader van de EMAS-verordening. Deze verordening is thans operationeel, inclusief de erkenning van milieuverificatie-instellingen.

Hoe is in Nederland vorm gegeven aan de invoering van de EMAS-verordening? In mijn brief van 26 april 1995 heb ik u reeds uitgebreid geïnformeerd over de structuur, die ten behoeve van de EMAS-verordening wordt benut. Deze brief is ter informatie bijgevoegd.1 Centraal daarin staat de Stichting Coördinatie Certificatie van Milieuzorgsystemen (SCCM). In deze stichting is onder andere de bevoegde instantie ondergebracht, die aan EMAS deelnemende bedrijven registreert, en het Centraal College van Deskundigen, dat het zogenaamde verificatiesysteem opstelt en actueel houdt. Dit Centraal College is breed samengesteld. Zitting hebben het bedrijfsleven, overheden, milieubeweging, vakbeweging en financiële instellingen. In dit verificatiesysteem is vastgelegd:

a. de filosofie en, indien relevant, de interpretatie van de EMAS-verordening;

b. eisen met betrekking tot de organisatie van de verificatie-instelling;

c. eisen met betrekking tot de werkwijze van de verificatie-instelling bij de verificatie.

Bij de erkenning van milieuverificatie-instellingen en het toezicht op die instellingen hanteert de Raad voor Accreditatie deze eisen in aanvulling op meer algemene criteria van de Raad en criteria opgenomen in de EMAS-verordening. Op deze wijze wordt beoogd op een kwalitatief hoog niveau de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en deskundigheid van milieuverificatie-instellingen te waarborgen, waarbij tevens mogelijkheden zijn ingebouwd om het verificatiesysteem steeds te actualiseren op basis van praktijkervaring. Door hetzelfde College van Deskundigen en met dezelfde erkenningsprocedures is een certificatiesysteem ten behoeve van ISO-14001 vastgesteld.

Het in juli 1995 vastgestelde verificatiesysteem is ter informatie bijgevoegd.1

Het bovenstaande maakt duidelijk dat externe verificatie van EMAS-verslagen (gericht op het publiek) in combinatie met een milieuzorgsysteem thans tot de mogelijkheden behoort, zij het nog niet in de zin van het amendement Augusteijn-Esser. Het operationeel worden van dit amendement houdt in dat milieuverificateurs tot het oordeel kunnen komen en kunnen verklaren dat het verslag een getrouw beeld geeft van de werkelijkheid. Hiervoor is in ieder geval nodig:

a. dat er een eenduidig kwaliteitsbeeld bestaat ten aanzien van milieu-informatie; activiteiten daartoe zijn in gang gezet, onder andere in het kader van het project om binnen de chemische industrie tot een stroomlijning van rapportages te komen;

b. inzicht in de elementen van het milieuzorgsysteem die hoe dan ook bij de verificatie van het verslag betrokken moeten worden om tot bedoeld oordeel te kunnen komen; hiervoor kunnen allerlei praktijkervaringen, die thans worden opgedaan bij de verificatie c.q. certificatie in het kader van de EMAS-verordening respectievelijk ISO-14001, worden benut.

Een solide basis voor de verdere ontwikkeling van milieuverificatie-instellingen en de externe verificatie van verslagen is derhalve gelegd. Ik ben voornemens om op korte termijn een extern bureau te vragen om, uitgaande van die basis, te inventariseren welke onderwerpen nog verder moeten worden uitgewerkt om op termijn tot wettelijke normering van externe verificatie te komen. Over de uitkomsten van deze inventarisatie zal ik u uiteraard te zijner tijd informeren.

Ik ga ervan uit dat met het bewandelen van deze weg tevens uitvoering wordt gegeven aan wat in eerder genoemde motie van mevrouw Assen wordt beoogd en beschouw deze dan ook als een ondersteuning van de geschetste beleidslijn.

Voor wat betreft de feitelijke invoering van de EMAS-verordening kan worden gemeld dat er thans 4 instellingen zijn erkend door de Raad voor Accreditatie. Een lijstje is ter informatie bijgevoegd.1 Op dit moment zijn 14 bedrijven geregistreerd voor deelname aan de EMAS-verordening. Daarnaast hebben 150 bedrijven een ISO-14001 of BS-7750 certificaat. Deze certificaten voor een goed werkend milieuzorgsysteem kunnen worden benut als opstap naar EMAS-deelname.

Vergunningen op hoofdlijnen en de relatie met EMAS

In de eerste plaats wil ik voor deze onderwerpen verwijzen naar de VROM-handreiking «Bedrijfsinterne milieuzorg als basis voor een andere relatie tussen bedrijven en overheden». In deze handreiking wordt uitvoerig op deze onderwerpen ingegaan. Een exemplaar van deze handreiking is bijgevoegd.1 Aan de informatie in deze handreiking wil ik het volgende toevoegen.

De afgelopen periode is vooral benut om met de verschillende betrokken overheden en het bedrijfsleven plannen uit te werken om tot implementatie van het gedachtengoed in genoemde handreiking te komen. De circa dertig bedrijven, waarbij op dit moment een vergunning op hoofdlijnen wordt voorbereid of reeds is vastgesteld, zullen als demonstratieprojecten worden benut. Voorts zal een netwerk worden georganiseerd voor de uitwisseling van ervaringen op dit punt. Door de SCCM wordt op ruime schaal voorlichting gegeven over certificatie van BIMZ-systemen. Ook wordt een cursus voorbereid gericht op het vergroten van kennis en vaardigheden bij ambtenaren in de uitvoeringspraktijk. Tenslotte wordt een brochure gemaakt, waarin specifiek op allerlei juridische aspecten van de vergunning op hoofdlijnen en de handhaving ervan wordt ingegaan.

Ik ga ervan uit u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

M. de Boer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven