24 571
Gemeentelijke herindeling in de samenwerkingsgebieden Midden-Brabant, Breda en Westelijk Noord-Brabant en in een gedeelte van de samenwerkingsgebieden Zuidoost-Brabant en 's-Hertogenbosch

nr. 69
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 18 juni 1996

Tijdens het ordedebat van 4 juni 19961 heeft de heer Hendriks een tweetal opmerkingen gemaakt over de kwestie van de topografische kaarten bij de wetsvoorstellen voor gemeentelijke herindeling. U hebt mij deze opmerkingen doen toekomen via het stenografisch verslag. Daarbij hebt u mij gevraagd u te willen berichten of ik aan het verlangen van de heer Hendriks, om herhaling in dezen in de toekomst te voorkomen, kan voldoen.

In de eerste plaats geeft de heer Hendriks aan dat er onderdelen van gemeenten zonder kennisgeving aan de Tweede Kamer zijn toebedeeld aan andere gemeenten. Dit is een misvatting. De Tweede Kamer heeft een amendement gesteund, waarbij de Loonse en Drunense Duinen onder één gemeentelijk beheer zijn gebracht. Het kaartbeeld kwam overeen met de toelichting op het amendement. Echter, naar is gebleken is dit amendement niet beoogd door de indieners ervan. Een novelle terzake is in behandeling bij de Raad van State.

In de tweede plaats refereert de heer Hendriks aan zijn opmerkingen bij de behandeling van het wetsvoorstel gemeentelijke herindeling in het samenwerkingsgebied 's-Hertogenbosch. Bij dit voorstel behoorden twee kaarten van verschillende schaal. Eén kaart had betrekking op het totale voorstel, de tweede (kadastrale) detailkaart op een grenscorrectie die nog niet op de grote kaart was aangegeven. Dit is geen ongebruikelijke gang van zaken: ook bij de provinciale ontwerp-regelingen is herhaaldelijk gebruik gemaakt van detailkaarten. Belangrijk uitgangspunt daarbij is dat over de ligging van de grens geen misverstand mogelijk is.

Wellicht ten overvloede voeg ik daaraan toe dat het provinciebestuur, alvorens de herindelingswet in werking treedt, een beschrijving vaststelt van de grenzen die zijn aangegeven op de bij de wet behorende kaarten zodat misverstanden over het grensbeloop niet mogelijk zijn.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort


XNoot
1

Zie Handelingen nr. 32, vergaderjaar 1995–1996.

Naar boven