24 557 Kansspelen

Nr. 202 MOTIE VAN DE LEDEN RUDMER HEEREMA EN MUTLUER

Voorgesteld 19 oktober 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het amendement op stuk nr. 16 (33 996) van Van Wijngaarden en Mei Li Vos verankert dat meeropbrengsten van de online kansspelen gebruikt moeten worden om een verlaging van de kansspelbelasting van 29% naar 25% te realiseren;

constaterende dat deze verlaging primair tot doel had om kanalisatie van illegaal naar legaal gokken te stimuleren;

overwegende dat deze verlaging van de kansspelbelasting het effect zou hebben dat meer mensen zouden gaan gokken en daarmee samenhangend dat meer omzet gegenereerd waardoor afdrachten naar onder andere de sport gerealiseerd konden worden;

overwegende dat het doel van het amendement om meer afdrachten naar sport te laten vloeien, buiten kijf staat, maar dat een verlaging van de kansspelbelasting niet noodzakelijk is;

overwegende dat juist preventie tegen gokverslaving een belangrijk aspect blijkt te zijn na de eerste ervaringen van de Wet kansspelen op afstand;

verzoekt het kabinet te verkennen in hoeverre mogelijke meeropbrengsten van de online kansspelen in gelijke mate ingezet kunnen worden voor de versterking van de sport enerzijds en ter ondersteuning van preventie tegen gokken anderzijds;

verzoekt het kabinet tevens de resultaten van deze verkenning voor de behandeling van de komende Voorjaarsnota met de Kamer te delen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Rudmer Heerema

Mutluer

Naar boven