24 557 Kansspelen

Nr. 132 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 april 2012

Per 1 juli 2008 is het belastingregime voor kansspelautomaten ingrijpend gewijzigd. Het voor de kansspelautomaten tot dan toe geldende BTW regime werd per die datum vervangen door het kansspelbelastingregime.

Deze wijziging betekende een forse lastenverzwaring voor de betrokken sector. Bij de parlementaire behandeling van deze wetswijziging heeft mijn ambtsvoorganger, mede naar aanleiding van de motie Biermans 1, toegezegd dat de Belastingdienst hem zal informeren over de concrete gevolgen voor de branche van deze regimewijziging. Deze informatie wil ik graag met u delen.

Bijgaand treft u aan de bevindingen van de Belastingdienst over de periode juli 2008 tot medio 2011.2

Ten tijde van de indiening van het wetsvoorstel is ervan uitgegaan dat bij gelijkblijvende omstandigheden de invoering van het nieuwe regime de winstgevendheid van de branche geheel zou doen verdampen. Aanpassing van de bedrijfsvoering en contracten, het afstoten van niet rendabele activiteiten en kostenreducties zouden tot een wel rendabele exploitatie moeten kunnen leiden.

Uit de bevindingen blijkt dat de stelselwijziging, in combinatie met het tegelijkertijd ingevoerde rookverbod en de economische crisis inderdaad tot een verlaging hebben geleid van zowel de winstgevendheid als de bruto spelopbrengst. Het aantal speelhallen en de in die hallen aanwezige speelplaatsen zijn de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven (en zelfs iets gestegen). Het aantal automaten in de horeca is daarentegen wel afgenomen. Verder is gebleken dat het aantal faillissementen laag is geweest en dat van een verschuiving naar de illegaliteit geen sprake is.

De branche vecht de legitimiteit van de stelselwijziging aan door middel van een aantal met de Belastingdienst afgestemde proefprocedures en heeft aangegeven te willen doorprocederen tot het Europese Hof. De Belastingdienst is inmiddels door een viertal rechtbanken in het gelijk gesteld en in april worden twee uitspraken van gerechtshoven verwacht.

Mijn conclusie is dat door het nieuwe belastingregime, in combinatie met het gelijktijdig ingevoerde rookverbod en de economische crisis, de sector een forse daling van de winstgevendheid heeft moeten incasseren maar er tot op heden in geslaagd is het hoofd nog redelijk boven water te houden. Ik zie dan ook geen aanleiding om aanvullende maatregelen te nemen.

De staatssecretaris van Financiën, F. H. H. Weekers


X Noot
1

Kamerstukken I 2007/08, 31 205, F.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven