24 554
Invoering van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 (Invoeringswet Arbeidsvoorzieningswet 1996)

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I. VOORSTEL VAN WET

Artikel 3

Dit artikel luidde als volgt.

Artikel 3

1. De Arbeidsvoorzieningsorganisatie, genoemd in artikel 2 van de Arbeidsvoorzieningswet zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, wordt als rechtspersoon gehandhaafd.

2. Waar in een wettelijk voorschrift of enige andere regeling sprake is van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie of een van haar organen, als bedoeld in de Arbeidsvoorzieningswet, wordt met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet als zodanig beschouwd de Arbeidsvoorzieningsorganisatie dan wel het daartoe behorende orgaan, bedoeld in de Arbeidsvoorzieningswet 1996.

Artikelen 6 tot en met 15

Deze artikelen luidden als volgt.

Artikel 6

De ontslagcommissie, bedoeld in artikel 37 van de Arbeidsvoorzieningswet, de benoemingen van leden en plaatsvervangende leden van die commissie, voor de daarbij vastgestelde tijd, en de regels die zijn gesteld op grond van het zevende en het achtste lid van genoemd artikel, zoals deze luidden op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, berusten met ingang van die datum op artikel 43 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996.

Artikel 7

De algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 61, eerste lid, onderdeel d, van de Arbeidsvoorzieningswet, zoals deze luidde op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, berust met ingang van die datum op artikel 69, eerste lid, onderdeel d, van de Arbeidsvoorzieningswet 1996.

Artikel 8

De door het Centraal Bestuur op grond van de artikelen 18 en 21, derde lid, onderscheidenlijk 66, eerste lid, 67 en 69 van de Arbeidsvoorzieningswet gestelde regels, zoals deze luidden op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, berusten met ingang van die datum op artikel 23, onderscheidenlijk de artikelen 74, eerste lid, 75 en 77 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996.

Artikel 9

De door de Regionale Besturen op grond van de artikelen 30 en 33, derde lid, van de Arbeidsvoorzieningswet gestelde regels, zoals deze luidden op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, berusten met ingang van die datum, doch uiterlijk tot het tijdstip met ingang waarvan het Centraal Bestuur toepassing geeft aan artikel 23, onderdeel b, van de Arbeidsvoorzieningswet 1996, op artikel 35 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996.

Artikel 10

Het reglement, bedoeld in artikel 19 van de Wet persoonsregistraties en vastgesteld door het Centraal Bestuur op grond van artikel 66, tweede lid, van de Arbeidsvoorzieningswet, zoals dat luidde op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, berust met ingang van dit datum, doch uiterlijk tot en met de laatste dag van de vijfde kalendermaand na die datum, op artikel 74, tweede lid, van de Arbeidsvoorzieningswet 1996.

Artikel 11

De door het Centraal Bestuur op grond van artikel 14, tweede lid, van de Arbeidsvoorzieningswet gestelde en door Onze Minister op grond van artikel 109 van die wet goedgekeurde regels, zoals deze luidden op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, berusten met ingang van die datum, doch uiterlijk tot en met de laatste dag van de vijfde kalendermaand na die datum, op artikel 19, onderdeel b, van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 en gelden voor hetzelfde tijdvak als goedgekeurd door Onze Minister op grond van artikel 87 van laatstgenoemde wet.

Artikel 12

De door het Centraal bestuur op grond van artikel 27 van de Arbeidsvoorzieningswet gestelde regels, zoals deze luidden op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, berusten met ingang van die datum, doch uiterlijk tot en met de laatste dag van de vijfde kalendermaand na die datum, op artikel 32 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 en gelden voor hetzelfde tijdvak als goedgekeurd door Onze Minister op grond van artikel 87 van laatstgenoemde wet.

Artikel 13

De door het Centraal Bestuur op grond van artikel 99 van de Arbeidsvoorzieningswet gestelde regels, zoals deze luidden op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, alsmede de daarop berustende besluiten, berusten met ingang van die datum op artikel 81, eerste en tweede lid, van de Arbeidsvoorzieningswet 1996.

Artikel 14

De door de Regionale Besturen op grond van artikel 99 van de Arbeidsvoorzieningswet gestelde regels, zoals deze luidden op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, alsmede de daarop steunende besluiten, berusten met ingang van die datum, doch uiterlijk tot het tijdstip met ingang waarvan het Centraal Bestuur toepassing geeft aan artikel 81, derde lid, van de Arbeidsvoorzieningswet 1996, op artikel 81, eerste en tweede lid, van laatstgenoemde wet.

Artikel 15

De vaststelling van het aantal en de werkgebieden van de Regionale Besturen, zoals deze op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet ingevolge besluit van het Centraal Bestuur op grond van artikel 9 van de Arbeidsvoorzieningswet geldt, berust met ingang van die datum op artikel 13 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996.

Artikel 16

In het tweede lid ontbrak na «Arbeidsvoorzieningswet»: «1996».

Artikel 22

Van het in onderdeel D voorgestelde artikel 72 van de Werkloosheidswet luidden het eerste en het tweede lid als volgt:

1. De bedrijfsvereniging heeft mede tot taak de inschakeling in de arbeid te bevorderen van werknemers die recht op uitkering hebben op grond van hoofdstuk IIA of IIb.

2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak werkt de bedrijfsvereniging samen met de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, voor zover de Arbeidsvoorzieningsorganisatie daarmee uitvoering geeft aan de taken, bedoeld in artikel 4 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996, die uit de rijksbijdragen op grond van die wet worden bekostigd.

II. MEMORIE VAN TOELICHTING: ALGEMEEN

1. Inleiding

Aan het einde van de vijfde volzin stond in plaats van «gedeeltelijk arbeidsongeschikten»: gedeeltelijk arbeidsgeschikten.

De hierop volgende zin beginnend met «Daarna volgt ...» en eindigend met «financiële vernieuwing arbeidsvoorziening» ontbrak.

2. Het overgangsrecht

In de 4e alinea stond in plaats van «de bestaande gevallen»: die gevallen.

3. Vergunningsstelsels arbeidsbemiddeling en ter beschikking stellen van arbeidskrachten

De in eerste alinea vermelde zin, beginnend met «Na afschaffing ...» en eindigend met «... artikel 93, eerste lid, onderdeel b).» luidde: Voorts meent de regering dat na afschaffing van de vergunningsplicht elementen van het regiem voor handhaving in aanmerking komen, waarbij o.m. wordt gedacht aan het loonverhoudingsvoorschrift (nu gebaseerd op artikel 94, tweede lid, onderdeel c) en aan het zgn. onderkruipersverbod (thans: artikel 93, eerste lid, onderdeel b).

De hierop volgende zin, die begint met «In samenhang ...» en die eindigt met «... uit te brengen», ontbrak.

4. Samenwerking en inkoopconstructie

In de tweede alinea stond in plaats van «gedeeltelijk arbeidsongeschikten»: gedeeltelijk arbeidsgeschikten.

In de derde alinea was, na «... niettemin een begin worden gemaakt met de inkoop.», de volgende zin opgenomen: Tevens wordt in het kader van het Beleidsonderzoek Financieringssysteem Arbeidsvoorziening bezien hoe de financieel-organisatorische prikkels om bemiddeling van werkloze werkzoekenden met enige afstand tot de arbeidsmarkt kunnen worden vergroot.

In de vierde alinea stond in plaats van «een regeling voor de jaren 1996–1999»: een regeling voor de jaren 1995–1999.

In de achtste alinea stond in plaats van «35 mln respectievelijk 50 mln»: twee maal 35 mln.

De laatste alinea van deze paragraaf ontbrak.

5. De bemiddeling van gedeeltelijk arbeidsongeschikten

In het opschrift en de tekst van deze paragraaf stond in plaats van «gedeeltelijk arbeidsongeschikten» steeds: gedeeltelijk arbeidsgeschikten.

6. Adviezen CBA, VNG en Tica

De vijfde alinea onder het opschrift «Advisering Tica» luidde: De koppeling van het budget van de Invoeringswet aan dat van de Veegwet c.q. prestatiebudget leidt qua volgtijdelijkheid tot problemen. Het Tica stelt dat het budget van de Invoeringswet niet kan worden toegekend omdat er op het moment van de indiening van de budgetbegroting door het Tica bij het CTSV (1 augustus) nog geen overeenkomst tussen Arbeidsvoorziening en de bedrijfsverenigingen over het prestatiebudget en het Veegwetbudget kan zijn afgesloten. Op basis van voorbereidend overleg is het in beginsel mogelijk dat de verschillende overeenkomsten voor 1 augustus tot stand komen, zodat het Tica op basis daarvan eventueel een aanvullend inkoopbudget ter beschikking kan stellen aan de bedrijfsverenigingen. Overigens bestaat de mogelijkheid tot aanvullende begrotingen.

7. Rapport interdepartementale werkgroep financiële vernieuwing arbeidsvoorziening.

Deze paragraaf ontbrak.

III. Memorie van Toelichting: Artikelsgewijs

Artikel 16

In de slotzin ontbraken de woorden «ten aanzien van bestaande gevallen».

Artikel 22

In de toelichting op het in onderdeel D voorgestelde artikel 72 van de Werkloosheidswet ontbrak de tekst bij het eerste gedachtestreepje.

Aan het einde van de eerste volzin achter het hierop volgende tweede gedachtestreepje was toegevoegd: daar waar het betreft de taken van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, die door het Rijk gefinancierd worden.

Voor de laatste volzin van de tekst bij ditzelfde gedachtestreepje was de volgende tekst opgenomen: Het is niet de bedoeling dat de bedrijfsverenigingen nu ze op grond van het eerste lid de reïntegratietaak krijgen, op de terreinen waarin de Arbeidsvoorzieningsorganisatie een publieke taak heeft ze zelf dergelijke taken gaan uitvoeren. Het gaat hierbij om algemene arbeidsbemiddelingstaken, het registreren van werkzoekenden en vacatures, het bemiddelen naar werkgevers en het geven van advies over arbeidsmarktvraagstukken en scholing en de specifieke taak ten behoeve van moeilijk plaatsbare werkzoekenden.

Artikel 28

In de eerste zin is het ontbrekende Staatsbladnummer (1995, 560) ingevuld.

Artikel 33

In de eerste alinea stond in plaats van «de jaren 1996 tot en met 1999»: de jaren 1995 tot en met 1999.

Artikel 34

In de slotzin stond in plaats van «in het binnenkort in te dienen wetsvoorstel met betrekking tot de confectiesector»: in het onlangs ingediende wetsvoorstel met betrekking tot de confectiesector (Kamerstukken II, 1995–1996, 24 ...).

Naar boven