24 552
Regels inzake de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten (Financiële-verhoudingswet)

24 553
Regels inzake de invoering van de Financiële-verhoudingswet (Invoeringswet Financiële-verhoudingswet)

nr. 21
MOTIE VAN HET LID REMKES C.S.

Voorgesteld in het wetgevingsoverleg van 13 mei 1996

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de gemeentelijke lasten de laatste jaren zeer aanzienlijk zijn gestegen;

voorts overwegende, dat de Wet waardering onroerende zaken (Woz) niet de bedoeling heeft een toename van de gemeentelijke inkomsten uit de onroerend zaakbelasting te bewerkstelligen;

van mening, dat hertaxaties in het kader van de Woz in het algemeen op zich niet tot hogere gemeentelijke ozb-inkomsten zouden moeten leiden;

nodigt de regering uit deze opvattingen aan de gemeentebesturen te laten weten en daarover zonodig in overleg te treden met de VNG,

en gaat over tot de orde van de dag.

Remkes

Noorman-den Uyl

Hoekema

Van der Hoeven

Naar boven