24 552
Regels inzake de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten (Financiële-verhoudingswet)

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER VLIES

Ontvangen 9 mei 1996

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel 4, eerste lid, wordt toegevoegd: Bij de vaststelling van het bedrag wordt in ieder geval rekening gehouden met de ontwikkeling van het totaal aan uitgaven van het Rijk. Onze Ministers stellen de gemeentebesturen, of een instantie die voor deze representatief kan worden geacht, in de gelegenheid een oordeel te geven omtrent het vast te stellen bedrag.

Toelichting

Bij de bepaling van het bedrag aan middelen van het Rijk dat jaarlijks ten behoeve van het gemeentefonds wordt afgezonderd, wordt een normeringsmethodiek toegepast met twee hoofdkenmerken.

a. Als richtpunt voor de ontwikkeling van het fonds wordt de ontwikkeling van de rijksuitgaven genomen, waarbij op de ontwikkeling van de rijksuitgaven een groot aantal bewerkingen wordt uitgevoerd om deze te schonen van niet-relevante componenten.

b. De uitkomst van het richtpunt wordt vervolgens onderworpen aan een bestuurlijke toets, waaromtrent overleg gevoerd wordt tussen het kabinet en de VNG.

Het amendement beoogt deze hoofdkenmerken in het wetsvoorstel neer te leggen.

Van der Vlies

Naar boven