nr. 16
MOTIE VAN HET LID REMKES C.S.
Voorgesteld in het nota-overleg van 1 april 1996
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het wenselijk is dat in het kader van de gewenste liberalisering
van de elektriciteitsmarkten in Europa de relatief goede positie van de Nederlandse
elektriciteitsvoorziening waar mogelijk verder verbeterd wordt;
eveneens overwegende, dat het in het belang van alle Nederlandse afnemers
kan worden geacht dat tussen de distributiebedrijven en de produktiesector
in Nederland vooralsnog een voldoende mate van wederzijdse betrokkenheid bestaat;
van mening, dat de regering in overleg met de sector verantwoordelijk
is voor een zorgvuldige overgang naar een meer geliberaliseerde elektriciteitsmarkt
die in voldoende mate is afgestemd met de Europese ontwikkelingen op dit terrein;
voorts van mening, dat een verdere concentratie in de Nederlandse produktiesector
in de vorm van een fusie tussen de vier produktiebedrijven en de SEP tot één
landelijk grootschalig produktiebedrijf een wezenlijke bijdrage kan leveren
aan de concurrentiepositie in Europees verband;
verzoekt de regering in overleg met de partijen in de sector zorg te dragen
voor een stappenplan en tijdschema voor de zorgvuldige en geleidelijke overgang
naar een meer geliberaliseerde elektriciteitsmarkt in Nederland;
verzoekt de regering eveneens op korte termijn te komen met voorstellen
tot wijziging van de Elektriciteitswet 1989 en de vorming van een Grootschalig
Produktiebedrijf krachtig te bevorderen, tenzij zeer overtuigend blijkt dat
een ander model beter is,
en gaat over tot de orde van de dag.
Remkes
Jorritsma-van Oosten
Crone