24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

Nr. 736 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2023

De gemeenteraad van Utrecht heeft op 7 december jl. een besluit genomen tot wijziging van de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen gemeente Utrecht. De wijziging behelst een wijziging van artikel 5 van de Verordening en bepaalt dat in afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het totale bedrag aan financiële middelen, bedoeld in dat onderdeel, wordt verhoogd tot de vermogensgrens zoals bepaald in artikel 34, derde lid, van de Participatiewet.

De burgemeester van Utrecht heeft op grond van artikel 273, eerste lid, van de Gemeentewet bij brief van 8 december jl., via gedeputeerde staten van de provincie Utrecht, mij medegedeeld dat dit besluit naar haar oordeel in aanmerking komt voor schorsing of vernietiging wegens strijd met het recht en het algemeen belang. Gedeputeerde staten van de provincie Utrecht hebben bij brief van 12 december jl. aangegeven dat ze de argumenten van de burgemeester die hebben geleid tot de mededeling en het verzoek hebben getoetst en hebben geconstateerd dat deze kloppen. Op basis van deze strijdigheid met het recht hebben gedeputeerde staten mij laten weten de voordracht van de burgemeester aan mij te ondersteunen en hebben ze mij verzocht om over te gaan tot vernietiging van het «Besluit tot wijziging van Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen gemeente Utrecht».

Op 14 december jl. is een vertegenwoordiging van de gemeenteraad van Utrecht, gelet op artikel 10:41 van de Algemene wet bestuursrecht, in de gelegenheid gesteld tot overleg. Daarbij heeft de vertegenwoordiging van de gemeenteraad een toelichting gegeven op het besluit.

De standpunten van de burgemeester van Utrecht en van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht hebben, evenmin als het gevoerde overleg met een vertegenwoordiging van de gemeenteraad, ertoe geleid dat de gemeenteraad het genomen besluit uit eigen beweging zou gaan intrekken.

Alles afwegende heb ik besloten het besluit van de gemeenteraad van 7 december jl. voor te dragen voor vernietiging wegens strijd met het recht en het algemeen belang. Hierbij zend ik u het koninklijk besluit terzake, dat inmiddels ook in de Staatscourant is gepubliceerd (Stcrt. 2022, nr. 35354).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

Naar boven