24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

Nr. 720 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 augustus 2023

Naar aanleiding van het verzoek van uw Kamer van 8 maart jl., ga ik graag nader in op de brief over «toepassing hardheidsclausule bij beslagvrije voet» die de vaste commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft ontvangen. De opsteller van de brief vraagt aandacht voor de persoonlijke situatie in het kader van beslaglegging. Op basis van de beslagvrije voet is door de gerechtsdeurwaarder een afdracht van 5 procent van het inkomen vastgesteld. De opsteller van de brief heeft na 1 januari 2023 een verzoek gedaan om herberekening van de beslagvrije voet met oog op de recent geïntroduceerde mogelijkheid voor ophoging daarvan in het geval mensen woonruimte huren die niet voldoet aan de eisen uit artikel 11 van de Wet op de huurtoeslag. Deze wetswijziging is ingegaan met de tweede nota van wijziging verzamelwet SZW 2023 (Kamerstuk 36 216, nr. 6). De herberekening heeft niet geleid tot verhoging van de beslagvrije voet.

Met invoering van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet per 1 januari 2021 is er in iedere inkomenssituatie sprake van een minimale beslag- of verrekenruimte, ongeacht de hoogte van het inkomen. Uitgangspunt is dat de hoogte van de beslagvrije voet 95 procent van de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, wat resulteert in een minimale afdracht van 5 procent. Het is een bewuste keus bij de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet geweest dat schulden moeten worden afgelost, ook al is het slechts met een klein bedrag per maand. Ik wil hierbij niet onvermeld laten dat het kabinet bij problematische schulden het aanbieden van saneringskredieten stimuleert. Hierbij wordt de schuld overgenomen door de gemeenten, het grootste gedeelte van de schuld kwijtgescholden en blijft er een aflosbare restschuld over.

De minimale beslag- en of rekenruimte blijft in stand, ook na de introductie van de ophoging van de beslagvrije voet in het geval mensen woonruimte huren die niet voldoet aan de eisen uit artikel 11 van de Wet op de huurtoeslag.

Naar aanleiding van de brief heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de opsteller en medewerkers vanuit het Ministerie van SZW.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

Naar boven