24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

Nr. 654 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2022

Bij de start van deze regeerperiode heeft het kabinet vergaande plannen gepresenteerd om geldzorgen, armoede en schulden aan te pakken. De ambities van het kabinet zijn vertaald in concrete doelstellingen:

  • 1. Een halvering van het aantal mensen in armoede1 in 2030 (t.o.v. 2015);

  • 2. Een halvering van het aantal kinderen dat in armoede opgroeit in 2025 (t.o.v. 2015);

  • 3. Een halvering van het aantal huishoudens met problematische schulden in 2030. Dit draagt bij aan de doelstelling om het aantal mensen in armoede te halveren.

Voor Caribisch Nederland geldt dat ik, net als voor Europees Nederland, de ambitie heb om armoede en kinderarmoede op zijn minst te halveren. Voor de aanpak van problematische schulden wil ik samen met de openbare lichamen de omvang van deze problematiek in 2023 beter in kaart brengen alvorens we een concrete doelstelling vaststellen.

Op 12 juli jl.2 heb ik u een brief gestuurd met daarin een omschrijving van de wijze waarop het kabinet deze doelstellingen beoogd te halen. Zoals toegezegd tijdens het Commissiedebat van 6 oktober jl. (Kamerstuk 24 515, nr. 652) stuur ik u hierbij het implementatieplan van de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden. In dit plan geef ik aan hoe de eerder beschreven aanpak wordt uitgevoerd en op welke manier de aanpak bijdraagt aan de door het kabinet opgestelde doelstellingen. Als bijlage bij deze brief stuur ik u de begroting van de SZW-middelen voor de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden. Gelijktijdig met deze brief stuur ik u een bredere schuldenbrief naar aanleiding van de gedane toezeggingen tijdens het Commissiedebat. Ik stuur u eveneens separaat een brief over de stand van zaken van het Noodfonds.

Ik verstuur het implementatieplan mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, de Staatssecretaris Toeslagen en Douane en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

In deze begeleidende brief zal ik, voordat ik een beknopte toelichting geef op het implementatieplan, kort ingaan op actualiteit en informeer ik u over de laatste stand van zaken aangaande de noodmaatregelen die zijn genomen om mensen te ondersteunen deze winter.

Stand van zaken noodmaatregelen

Naast de beschreven structurele aanpak van armoede en schulden, heeft het Kabinet een aantal noodmaatregelen getroffen om mensen op de korte termijn, dus deze winter al, te helpen. In het afgelopen jaar is namelijk veel gebeurd. Onder andere als gevolg van de oorlog in de Oekraïne zijn de kosten van het dagelijks leven het afgelopen jaar sterk gestegen. Niet alleen de energierekening is sterk omhooggegaan voor veel mensen, maar ook de dagelijkse boodschappen worden steeds duurder. Iedereen merkt dit in zijn of haar portemonnee. Hierbij neem ik u graag mee in de zaken die het kabinet reeds heeft geregeld en de recente aanvullende maatregelen.

Eerdere maatregelen

Op deze veranderingen heeft het kabinet gereageerd door een fors pakket aan maatregelen te treffen om de gevolgen van deze stijgende kosten te dempen.

Het kabinet had in 2022 al 5,4 miljard euro uitgetrokken voor de verlaging van de energiebelasting en 1,4 miljard voor de energietoeslag. Daarnaast is het btw-tarief op de energierekening en de accijns op diesel en benzine verlaagd.

Met Prinsjesdag heeft het kabinet vervolgens een uitzonderlijk groot pakket aan maatregelen gepresenteerd voor 2023 met een omvang van 17,2 miljard euro, waarmee onder andere de bijzondere verhoging van het wettelijk minimumloon naar voren werd gehaald en extra verhoogd is, de energietoeslag opnieuw is ingezet, de zorgtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget worden verhoogd en werken lonender wordt gemaakt door verhoging van de arbeidskorting en verlaging van het belastingtarief voor de eerste schijf. Daarbovenop komt de invoering van het tijdelijk prijsplafond om huishoudens zekerheid te geven over de energierekening. Ook werden op 500 scholen schoolontbijtjes ingevoerd om zo te voorkomen dat kinderen zonder ontbijt in de klas zitten. Specifiek voor studenten wordt daarnaast de uitwonende basisbeurs in studiejaar 2023–2024 verhoogd met € 164 per maand. Voor Caribisch Nederland is er ook een pakket ter ondersteuning van de koopkracht.3

Er is een aantal nieuwe initiatieven, waar ik u graag over informeer:

  • 1) Op 31 oktober jl. heb ik met de NVVK, de VNG en ruim 20 schuldeisers de Intentieverklaring Samen schuldregelingen redden getekend. Gezamenlijk gaan we nu de stap naar de uitvoering maken, want wat we beloven moeten we ook doen. Mensen moeten kunnen rekenen op hulp, ook bij een tijdelijke disbalans tussen inkomsten en uitgaven. Ik verwacht dat de (tijdelijke) verbreding van het Waarborgfonds saneringskredieten daarbij behulpzaam is. Hierover informeer ik u nader in de brede schuldenbrief, die gelijktijdig met deze brief wordt verstuurd.

  • 2) Tevens zet ik met betrokken (beslagleggende) partijen met urgentie stappen om te bewerkstelligen dat de stijging van het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen per 1 januari 2023 ook tijdig merkbaar is voor mensen die te maken hebben met beslag op loon of uitkering. Ook hierover informeer ik u nader in de brede schuldenbrief (Kamerstuk 24 515, nr. 655).

  • 3) Het kabinet heeft ook voor Caribisch Nederland middelen beschikbaar gemaakt voor het organiseren van een maaltijd op school.

Deze maatregelen zijn voor een deel tijdelijk, bedoeld om de gevolgen voor de portemonnee van inwoners op relatief korte termijn te beperken, en voor een deel structureel. De maatregelen zijn dan ook nauw verweven met de structurele aanpak van armoede en schulden die ik hieronder verder toelicht. Het is nodig om zowel noodmaatregelen als structurele verbeteringen te treffen om te zorgen dat we ook op middellange en lange termijn kunnen voorkomen dat nog meer Nederlanders te maken krijgen met geldzorgen, armoede en/of schulden. Zeker gezien de impact van (geld)stress op de fysieke en mentale gezondheid van mensen en hun kinderen. Het kabinet investeert daarom in betere samenwerking tussen het zorg- en sociaal domein en laten de hulpvragen meer leidend zijn.

Belangrijkste punten uit het implementatieplan

In het bijgevoegde implementatieplan laat ik zien op welke manier het kabinet uitvoering geeft aan de Aanpak van geldzorgen, armoede en schulden.

In het implementatieplan staat beschreven op welke manier de gekozen maatregelen zullen bijdragen aan de doelstellingen. Hiervoor heb ik in kaart gebracht welke soorten problemen aangepakt moeten worden om de doelstellingen te halen en welke effecten beoogd zijn met de maatregelen om deze problemen op te lossen. Ik realiseer me de het behalen van de doelstellingen geen lineair proces zal zijn. De context, zoals inflatie of economische ontwikkeling is hiervoor te bepalend. Daarom kies ik ervoor om op de doelstellingen te sturen door concreet te maken welke bijdrage alle activiteiten zullen hebben aan de doelstellingen en te bezien of dat voldoende is. Als dit niet het geval lijkt te zijn, zal ik bijsturen en aanvullende acties voorstellen. Hierover informeer ik uw Kamer via periodieke voortgangsrapportages.

Om op structurele basis armoede te halveren, is een combinatie van maatregelen gericht op zowel volwassenen als kinderen nodig. Het belangrijkst is dat de bestaanszekerheid van mensen verbetert. Mensen moeten kunnen rekenen op een inkomen dat voldoende, zeker en voorspelbaar is. Werken moet lonen en zorgen voor een stabiel inkomen. Daarnaast faciliteren we huishoudens om meer gebruik te maken van bestaande regelingen en (financiële) voorzieningen waar ze recht op hebben. Er wordt expliciet ingezet op het vergroten van het financiële handelingsperspectief en daarmee de weerbaarheid van mensen bij levensgebeurtenissen.

Armoede is méér is dan alleen een geldtekort. Het kabinet neemt maatregelen om het welzijn en de vaardigheden van volwassenen én kinderen in armoede te versterken. Hiermee bevorderen we hun veerkracht en participatie wat tevens positief kan uitwerken op de financiële situatie van mensen. Dat doen we onder andere door het ontwikkelen van financiële educatie in het onderwijs (in het bijzonder in het mbo), door het aanbieden van traineeships en stages aan kinderen en jongeren in armoede, en door extra inzet op basisvaardigheden binnen het actieprogramma Tel Mee Met Taal.

Om het aantal mensen met problematische schulden te halveren is het nodig dat er minder schulden ontstaan. Daarnaast komt het kabinet met maatregelen om te zorgen dat schulden minder snel opstapelen en mensen eerder en beter toegang krijgen tot hulp, zodat mensen sneller schuldenvrij zijn. Zo is het kabinet bijvoorbeeld voornemens de duur van schuldhulpverlening te halveren en het aantal minnelijke schuldhulpverleningstrajecten meer dan te verdubbelen. In het implementatieplan staat verder uitgewerkt welke acties we hiertoe nemen.

Naast de inhoudelijke uitwerking beschrijf ik in het implementatieplan op welke manier er wordt samengewerkt tussen departementen, met gemeenten en met strategische partners.

De organisatie is ingericht aan de hand van vier programmalijnen:

  • 1) Bestaanszekerheid;

  • 2) Preventie en meedoen;

  • 3) Een overheid die werkt voor mensen;

  • 4) Sneller perspectief.

Per programmalijn belicht ik kort wat we gaan doen en wat de belangrijkste mijlpalen zijn. Tot slot heb ik beschreven op welke manier ik de voortgang wil gaan volgen (door de opzet van een brede monitor) en uw Kamer hierover wil informeren. Dat zal zijn twee keer per jaar middels een voortgangsrapportage.

Ik ben voornemens u in mei 2023 de eerste voortgangsrapportage van het programma toe te zenden. Met deze voortgangsrapportage stel ik u gelijktijdig op de hoogte van de meeste recente armoedecijfers. In de bijlage staat een overzicht van de SZW-middelen voor de aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden.

Tot slot

Op dit moment is de bestaanszekerheid voor veel mensen erg onzeker. Het kabinet wil met zijn genomen en nog te nemen (nood)maatregelen de bestaanszekerheid vergroten en geldzorgen, armoede en schulden zo mogelijk voorkomen en (vroegtijdig) oplossen. Dat is beslist geen gemakkelijke opgave. Ik bespreek daarom graag met uw Kamer de komende periode de dilemma’s en onvoorziene omstandigheden waar we tegenaanlopen, die mogelijk ook kunnen nopen tot een koerswijziging of aanvullende maatregelen.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Statistieken over schulden zijn een belangrijke indicator voor het monitoren van de voortgang.

X Noot
2

Kamerstuk 24 515, nr. 643.

X Noot
3

Kamerstuk 36 200 XV, nr. 4, pagina 4.

Naar boven