24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

Nr. 548 MOTIE VAN HET LID KUZU C.S.

Voorgesteld 30 juni 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het AOW-pensioen een basisvoorziening is, ongeveer op het niveau van het sociaal minimum;

overwegende dat de AOW opgebouwd wordt gedurende 50 verblijfsjaren, hoewel dit niet betekent dat er daadwerkelijk AOW-premie betaald wordt;

overwegende dat er een groep Nederlanders is die onmogelijk aan deze eis van 50 jaar kan voldoen, en die aangewezen is op vermogens- en inkomensafhankelijke regelingen, waardoor een tweedeling gecreëerd wordt die strijdig is met het karakter van een basisvoorziening;

overweegt dat het uitgangspunt van «50 jaar verblijf in één land» dateert uit 1957, toen de AOW ingevoerd werd, maar nu niet meer van deze tijd is;

verzoekt de regering, te bezien hoe de opbouw van het AOW-pensioen eerlijker en over een kortere tijdsperiode kan plaatsvinden, bijvoorbeeld over een periode van 20 jaar in plaats van 50 jaar, voor pensionering,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kuzu

Krol

Van Brenk

Gijs van Dijk

Jasper van Dijk

Naar boven