24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

Nr. 400 MOTIE VAN HET LID VOORTMAN C.S.

Voorgesteld 28 juni 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de sociaal-economische Raad concludeert dat een derde van de arme kinderen in Nederland meer dan vier jaar in armoede leeft;

overwegende dat Nederland als enige land ter wereld een voorbehoud heeft gemaakt bij artikel 26 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) inzake het recht op sociale zekerheid, met als argument dat kinderen reeds via hun ouders sociale zekerheid ontvangen;

overwegende dat er situaties zijn waarin niet voldaan wordt aan het recht van kinderen op sociale zekerheid, bijvoorbeeld wanneer ouders toeslagen kwijtraken, op straat gezet worden of niet-uitkeringsgerechtigd zijn;

van mening dat kinderen niet de dupe mogen worden wanneer hun ouders geen recht op sociale zekerheid hebben;

verzoekt de regering, het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzoek te laten doen naar de gevolgen van het opheffen van het voorbehoud op artikel 26 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind en de Kamer hier uiterlijk 1 december 2017 over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voortman

Jasper van Dijk

Gijs van Dijk

Van Brenk

Naar boven