24 515
Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

nr. 101
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2007

In uw brieven d.d. 4 en 12 april jl. (nummer 07-SZW-B-012/07-SZW-B-015) hebt u mij gevraagd u te informeren over mijn inzet op het gebied van armoedebeleid en schuldhulpverlening en over het ingezette certificeringstraject schuldhulpverlening. Met deze brief voldoe ik aan uw verzoeken.

Daarnaast heb ik in mijn brief van 26 maart 2007 (kamerstuk 24 515 nr. 100) aangekondigd dat ik u een publicatie zou toesturen waarin het overzicht is opgenomen van de activiteiten die op het terrein van de schuldenproblematiek rondom de twee bestuurlijke conferenties Schulden in gang zijn gezet. Deze publicatie ontvangt u hierbij1.

Dialoog

Het kabinet benut de eerste honderd dagen om in dialoog te gaan met maatschappelijke organisaties en zich te oriënteren op het te voeren beleid. Op het terrein van armoede en schulden heb ik al met een groot aantal organisaties gesproken, onder meer bij de dialoogdag van 16 april jongstleden. Daarnaast is het mijn voornemen om met de VNG tot afspraken te komen over een pakket van maatregelen op het terrein van armoede en schulden. De weerslag van de dialoog en het bestuurlijk akkoord zal landen in het beleidsprogramma van het kabinet. Hoewel de honderd dagen nog niet verstreken zijn, ben ik graag bereid u met deze brief over denkrichtingen voor het armoedebeleid te informeren.

Het kabinet heeft zich voorgenomen de mogelijkheden voor gemeenten voor het voeren van een gericht armoedebeleid, schuldhulpverlening en inkomensondersteuning te verruimen, waar mogelijk in samenhang met de bevordering van arbeidsparticipatie. Dit alles vanuit het oogpunt: iedereen doet mee. Mensen die daartoe nog de mogelijkheden missen, worden geholpen. Het kabinet en gemeenten maken zich in dit verband de komende jaren sterk voor het bevorderen van participatie van mensen die langdurig aangewezen zijn op een uitkering. Dit doel wordt gerealiseerddoor gemeenten de ruimte te geven gericht armoedebeleid te voeren, en door factoren die de participatie belemmeren, zoals het hebben van problematische schulden of het niet gebruik van voorzieningen, weg te nemen.

Armoedebestrijding/inkomensondersteuning

In dit kader bezie ik met de VNG de mogelijkheden of en onder welke voorwaarden de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd kan worden. Ook ben ik bereid na te gaan welke mogelijkheden er zijn om gemeenten meer ruimte te bieden om voorzieningen te verstrekken die rechtstreeks ten goede komen aan de participatie van bepaalde groepen in de samenleving.

Naast bovengenoemde aandachtsgebieden zijn er enkele ambities die bijzondere aandacht verdienen. Het gaat daarbij onder meer om het terugdringen van het niet-gebruik van inkomensvoorzieningen. Het Sociaal Cultureel Planbureau zal hierover – vermoedelijk nog in mei – publiceren. Het niet-gebruik is naar verwachting hoog en moet bestreden worden door pro-actief beleid te voeren. Na verschijning van dit rapport zal ik de Kamer informeren over de door mij te ondernemen stappen.

Ik vind het belangrijk dat gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden van bestandsuitwisseling om het niet-gebruik tegen te gaan. Zoals aangegeven in mijn vorige brief heeft de minister van Financiën de bereidheid van de belastingdienst toegezegd om de mogelijkheden te onderzoeken voor een meer pro-actieve benadering om het niet-gebruik van voorzieningen te verkleinen. In een pilot-project wordt daar nu al ervaring mee opgedaan. Een groot aantal activiteiten op dit gebied wordt overigens al uitgevoerd, zoals de SVB die aanvult bij onvolledige AOW voor de gemeenten die hierom verzocht hebben. Ik spoor gemeenten aan om zich bij dat initiatief aan te sluiten. Ik zal in een volgende Verzamelbrief naar gemeenten hiervoor aandacht vragen.

Schuldhulpverlening

Ten aanzien van schuldhulpverlening is het mijn ambitie om het aantal huishoudens met problematische schulden fors terug te dringen. Ik zet daarbij onder meer in op het versterken van de effectiviteit en de kwaliteit van de minnelijke schuldhulpverlening. Hoewel gemeenten en andere schuldhulpverleners goed werk verrichten zijn er wachtlijsten, kan niet iedereen geholpen worden en blijven de slagingspercentages laag. Ik wil deze trend keren. Samenwerking met en tussen andere partijen is daarvoor noodzakelijk.

Ik zal dan ook met betrokken instanties kijken wat er nodig is om deze ambitie te realiseren en hoe het kabinet daarbij behulpzaam kan zijn. Het kabinet zal hiervoor de extra middelen inzetten die tot en met 2009 voor schuldhulpverlening beschikbaar zijn gesteld1. Het gaat daarbij om een bedrag van in totaal ongeveer€ 65 mln.

Ik heb vastgesteld dat er weinig tot geen landelijk dekkende beleidsinformatie bestaat over minnelijke schuldhulpverlening. Ik vind dat deze informatie er moet komen. Zonder beleidsinformatie is het niet mogelijk om goede analyses te maken en signalen die ik ontvang te kunnen duiden. Ik zal in overleg met betrokken instanties bezien hoe de informatie die beschikbaar is gebundeld en aangevuld kan worden, zodat er meer en een vollediger zicht ontstaat op de werking, effectiviteit en kwaliteit van schuldhulpverlening.

Op 16 april jongstleden heb ik de voorlichtingscampagne ter preventie van problematische schulden «Blijf Positief!» gelanceerd. De campagne wijst de komende drie jaar op de risico’s van onverantwoord leengedrag en het aangaan van onverantwoorde leningen.

In de campagne gaat het om bewustwording, om een andere manier van omgaan met geld en financiële verleidingen. De problematiek van schulden en de risico’s en gevolgen daarvan wil ik zichtbaar, bespreekbaar en hanteerbaar maken. Mensen moeten zich ervan bewust zijn dat ze iets kunnen doen aan hun situatie en gedrag, voordat het echt een probleem is.

Rondom de bestuurlijke conferenties zijn veel activiteiten in gang gezet. De publicatie die u binnenkort zult ontvangen geeft daarvan een overzicht. Ik zal daar ook in de komende tijd stevig op doorpakken. Daarbij wil ik extra inzet plegen op de vroegsignalering van schulden. Met de ondertekenaars van de intentieverklaring ben ik bezig om te bezien hoe in nog meer gemeenten afspraken gemaakt kunnen worden over deze vroegsignalering om zo huisuitzettingen en afsluitingen te voorkomen. Via het halfjaarlijkse voortgangsoverleg met alle relevante partijen houd ik overzicht op de voortgang van de activiteiten. Dit overleg zal nog deze zomer plaatsvinden.

Het onderwerp Schulden heeft raakvlakken met het beleidsterrein van veel departementen. Via de interdepartementale Stuurgroep Schulden worden interdepartementale activiteiten op elkaar afgestemd. De betrokken departementen werken om deze reden intensief samen, zowel op ambtelijk als op politiek niveau. Om deze samenwerking voort te zetten en waar mogelijk verder te verdiepen zal ik het initiatief nemen om met de meest betrokken bewindspersonen nog voor het zomerreces een bewindsliedenoverleg te organiseren.

Certificeringstraject schuldhulpverlening

U hebt mij ook gevraagd om meer informatie over het certificeringstraject voor schuldhulpverleners.

Conform de eerdere toezegging aan uw Kamer is besloten om op grond van een aantal criteria een maximumbedrag van € 150 000 als ondersteuning voor dit certificeringstraject ter beschikking te stellen. SZW heeft in dit kader twee bijeenkomsten georganiseerd voor marktpartijen om te verkennen of gekomen kan worden tot certificering van de schuldhulpverlening. Het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) heeft een verkenning uitgevoerd naar de haalbaarheid van (vrijwillige) certificering. Volgens het NEN rapport is het mogelijk een norm te ontwikkelen voor schuldhulpverlening.

Inmiddels hebben de belangrijkste marktpartijen (schuldeisers, schuldhulpverleners, maatschappelijk werk, gemeenten en opleiders) zitting genomen in de normcommissie die een gezamenlijke norm gaat ontwikkelen. Naar verwachting zal medio 2008 de norm kunnen worden vastgesteld.

Ik vind het certificeringstraject van groot belang. Het zal een belangrijke bijdrage leveren aan het imago en de kwaliteit van schuldhulpverlening.

Publicatie Schulden hebben actie nodig

De publicatie «Schulden hebben actie nodig» bevat het overzicht van de activiteiten rondom de twee bestuurlijke conferenties Schulden. De publicatie wordt breed verspreid onder alle gemeenten, de deelnemers aan de conferenties, (gemeenten, collega-departementen, koepelorganisaties, schuldhulpverleningsorganisaties) en onder de deelnemers van de verschillende werkgroepen die de verschillende acties hebben uitgewerkt. Op deze wijze wil ik bevorderen dat kennis gedeeld wordt en dat de ontvangers gestimuleerd worden om onderling contacten te leggen.

De publicatie laat zien dat er al veel gebeurt op het gebied van schuldpreventie en schuldhulpverlening, maar er is nog meer nodig. Daarom heeft de publicatie de vorm van een dossier; het werk rondom de schulden is nog niet afgesloten, ook in de toekomst moet er nog werk worden verricht. Ik zal daaraan mijn bijdrage blijven leveren en verwacht van de organisaties die de publicatie ontvangen, dat zij dat eveneens zullen doen.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Amendement Noorman Den-Uyl (Kamerstukken II, 2005/2006, 30 300 XV, amendement nr. 39) en het amendement Verburg (Kamerstukken II, 2006/2007, 30 800 XV, nr. 16).

Naar boven