nr. 63
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2001
Feitelijke situatie
In de provincie Zuid-Holland zijn diverse gemeenten de afgelopen weken
geconfronteerd met de rondtrekkende familie Petalo. De familie Petalo, een
«stam» Roma-zigeuners, van wisselende omvang, heeft vele jaren
gewoond in Amstelveen. Na het overlijden van de familie-oudste, twee jaar
geleden, wenste de familie daar niet meer te verblijven. Daarop is zij vertrokken
naar het buitenland. De familie is nu terug in Nederland en heeft, voorzover
bekend, niet gevraagd om in Amstelveen terug te mogen keren. Zij is gaan zwerven
door Zuid-Holland.
Drie weken geleden is de familie aangekomen in de gemeente Korendijk (Hoekse
Waard). Twee leegstaande huurwoonwagens werden verhuurd aan twee gezinnen.
Onmiddellijk na het ingaan van de huur zijn op het terrein 4 caravans bijgeplaatst.
De gemeente gedoogde dit niet en stuurde de caravanbewoners inclusief de caravans
weg. Daarop is de gehele familie vertrokken.
Na enige omzwervingen door de provincie Zuid-Holland verblijft de familie
sinds eind vorige week in Hillegom. Inmiddels is het gezelschap uitgegroeid
tot 12 wagens. De gemeente heeft de familie dringend verzocht de huidige locatie
te verlaten. Zonodig zal de gemeente in de loop van de dag tot verwijdering
overgaan.
In Hillegom worden enkele woonwagenstandplaatsen bijgebouwd maar deze
zijn al toebedeeld aan inwoners die al jarenlang op de wachtlijst staan.
De Inspectie Volkshuisvesting heeft zowel met het gemeentebestuur als
het provinciebestuur over deze zaak overleggevoerd.
Verantwoordelijkheidsvraagstuk
De feitelijke aanwezigheid van een woonwagen in een gemeente maakt de
eigenaar/gebruiker daarvan niet tot inwoner van die gemeente.
Het ligt wel in rede dat de gemeente die geconfronteerd wordt met een
groep reizende woonwagenbewoners nagaat of binnen de gemeente mogelijkheden
zijn de groep tijdelijk op te vangen. Mocht daar geen mogelijkheid voor zijn
dan kan bekeken worden of bij andere gemeenten die mogelijkheden wel bestaan.
De provincie heeft daarin een coördinerende en bemiddelende rol.
Juist ook in dit geval kunnen de provincies Zuid Holland en Noord Holland
die rol inhoud geven.
Met het afschaffen van de Woonwagenwet is er geen specifiek instrumentarium
meer om een gemeente iets af te dwingen. Wel bestaat de aanwijzingsbevoegdheid
van de minister van BZK uit de Gemeentewet bij taakverwaarlozing door een
gemeente. Gelet op bovenstaande is naar mijn mening daarvan geen sprake.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
J. W. Remkes