24 503 Algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van het Rijk (Kaderwet adviescolleges)

Nr. 44 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2011

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij op 1 april verzocht om de Tweede Kamer te informeren over het moment waarop alle ministeries het overzicht van vergoedingen op orde hebben en antwoord te geven op de vraag of, en zo ja voor welke leden en in welke mate, er sprake is van een cumulatie van vergoedingen (2011D16970).

Zoals al eerder is opgemerkt, zijn de afzonderlijke ministeries zelf verantwoordelijk voor het naleven van de regels en het publiceren van de vergoedingen. Om uw Kamer van de gevraagde informatie te voorzien, heb ik mijn collega’s in het kabinet verzocht om uw Kamer te informeren over de vergoedingen aan de onder hen ressorterende adviescolleges. Als voorbeeld is de brief aan de minster van Algemene Zaken bijgevoegd.1 Dezelfde brief is aan de overige bewindspersonen verstuurd. Uiteraard zal ik uw Kamer informeren over het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven