24 496
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en van een aantal andere wetten

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 7 januari 1996

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer van haar bevindingen als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen en opmerkingen tijdig zal hebben beantwoord, acht de vaste commissie de openbare beraadslaging over dit voorstel van wet genoegzaam voorbereid.

Algemeen

De leden van de PvdA-fractie merken op dat zij graag een exemplaar ontvangen van de Wegenverkeerswet 1994 en van het wetsvoorstel met betrekking tot de regeling van de verzelfstandiging van de Rijksdienst voor het Wegverkeer waaruit duidelijk wordt in welke onderdelen het onderhavige wetsvoorstel wijzigingen aanbrengt. Er worden hierin veertig wijzigingen voorgesteld, die voor een deel van technische aard zijn en die op zeer uiteenlopende onderwerpen betrekking hebben, waardoor een dergelijk overzicht een noodzakelijke voorwaarde is om tot ordentelijke wetgeving te komen. De leden van de fractie van de PvdA vragen of adviezen over deze voorstellen zijn ingewonnen. Zo ja, kan daarvan een exemplaar worden toegezonden aan de Kamer en zo neen, waarom is daarvan afgezien? Ook willen deze leden weten welke specifieke punten in discussie zijn geweest bij de schriftelijke of plenaire behandeling in de Tweede en Eerste Kamer van de respectieve wetsvoorstellen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van bovengenoemd wetsvoorstel.

De leden van de fractie van D66 hebben met instemming kennis genomen van dit wetsvoorstel. Deze wijziging van de Wegenverkeerswet is deels technisch deels inhoudelijk van karakter.

ARTIKELEN

Artikel 1

Onderdelen C tot en met E

De leden van de PvdA-fractie vragen op welke wijze is gebleken dat niet alle regels betreffende toepassing van verkeerstekens of onderborden zich lenen voor regeling bij algemene maatregel van bestuur? Is er een onderzoek of verkenning uitgevoerd, waaruit dat blijkt? En zo ja, kan daarvan een exemplaar worden verstrekt? Welke consequenties heeft het voorstel, om dergelijke voorschriften vast te stellen in een ministeriële regeling, voor de mogelijkheid van de Staten-Generaal om «bij te sturen», zo vragen deze leden.

Onderdeel F

Welke (in)directe relatie, zo vragen de leden van de PvdA-fractie, bestaat tussen de voorgestelde wijziging van artikel 22, derde lid en de positie van bedrijven als USA-Cars, die rechtstreeks Amerikaanse auto's importeren (bedrijven die met omslachtige typegoedkeuringen worden geconfronteerd)?

De leden van de fractie van D66 vragen waarom het nodig is aan de aanvrager van een typegoedkeuring eisen te kunnen stellen met betrekking tot de organisatie van de aanvrager en het proces volgens hetwelk de aanvrager zijn werkzaamheden verricht? Wat zijn hier de voordelen van?

Onderdeel G en artikel II, onderdelen B en E

De leden van de PvdA-fractie vragen of is overwogen nadere eisen te stellen met betrekking tot de kenteken- en de rijbewijsplicht voor de als auto-ogende motorrijtuigen met elektromotor of kleine cilinderinhoud, die van fietspaden gebruik mogen maken, hetgeen tot zeer veel verwarring bij de overige weggebruikers leidt en dus tot potentieel gevaarlijke verkeerssituaties?

Het is de leden van de fractie van D66 niet geheel duidelijk waarom motorrijtuigen die zijn ingericht voor het vervoer van invaliden uitgezonderd worden van kentekenplicht en rijbewijsplicht.

Onderdeel H, punt 3

De leden van de PvdA-fractie vragen wat de gevolgen zijn van de vergissing die is gemaakt, waardoor de basis voor de afdracht van de verwijderingsbijdrage autowrakken is komen te vervallen. Kan die bijdrage formeel niet geheven worden, zolang dit abuis bestaat en zo ja, wat zijn hiervan de financiële gevolgen? Is van heffing daadwerkelijk afgezien en zo neen, waarom niet?

Onderdelen K en L

Met betrekking tot artikel I, onderdelen K en L stellen de leden van de fractie van de VVD een nadere toelichting op prijs bij de beoogde «erkenningsregeling onderzoeksgerechtigden LPG-installaties». Welke misstanden maken deze nieuwe regeling noodzakelijk? Tot welke extra kosten voor de individuele automobilist zal deze regeling leiden?

Onderdelen M en N

De leden van de fractie van de PvdA vragen of de formulering onder onderdeel b. er toe bijdraagt dat de beroepsopleiding voor vrachtwagenchauffeur voor jongeren tot achttien jaar zo vroeg mogelijk kan plaatsvinden en zo neen, welke additionele voorziening zou moeten worden getroffen om dat resultaat te bereiken?

De leden van de PvdA-fractie willen graag een toelichting op de noodzaak van vrijstelling van de Nederlandse rijbewijsplicht voor mensen met de status van diplomatiek of consulair ambtenaar. Waarom wordt die noodzaak nu pas onderkend? Is dit punt al ter sprake gekomen bij de behandeling van de Wegenverkeerswet 1994 en zo ja, welke afweging is toen gemaakt? Geldt voor Nederlandse diplomatieke en consulaire ambtenaren in het buitenland altijd dezelfde vrijstelling? Bestaan op dit punt internationale (verdrags-)afspraken en zo ja, welke?

De leden van de fractie van de VVD stellen een toelichting in relatie tot de verkeersveiligheid op prijs bij de vrijstelling voor (1) diplomaten en (2) consulaire ambtenaren en (3) hun gezinsleden van de Nederlandse rijbewijsplicht.

De leden van de fractie van de PvdA willen graag weten hoe artikel 8, tweede lid van de richtlijn van de Europese Commissie is «vertaald» in de overige Lid-Staten en in welke mate de hier voorgestelde invulling wel of niet bijdraagt aan de in Europa nagestreefde uniformering? Welke complicaties kunnen optreden bij het vaststellen van de resterende geldigheidsduur van het betrokken rijbewijs en bestaat er een procedure om tegen de gehanteerde toekenningsmethode zo nodig bezwaar aan te tekenen?

De leden van de fractie van de VVD vragen wat de materiële betekenis is van de herleiding van de geldigheidsduur van de betrokken rijbewijzen tot de geldigheidsduur van artikel 122 van de Wegenverkeerswet 1994.

Onderdeel O

De leden van de PvdA-fractie vragen op basis van welke bevindingen er voor wordt gekozen in een algemene maatregel van bestuur de eisen met betrekking tot lesvoertuigen en examenvoertuigen vast te leggen.

Onderdeel T, punt 2

De leden van de PvdA-fractie willen graag een overzicht ontvangen van de soorten van waardepapieren, officiële documenten en dergelijke, waarvoor landelijke beveiligingsregels met betrekking tot bestelling en transport bestaan. Zijn die regels gestandaardiseerd en zo neen, waardoor zijn afwijkingen te verklaren? Is binnen de rijksdienst op een plaats de expertise in dit soort kwesties samengebracht of gebundeld?

De leden van de VVD-fractie kunnen zich vinden in de uitbreiding van de basis voor de vaststelling van nadere regels voor bestelling, transport en beveiliging van (blanco) rijbewijzen. Deze leden vragen of het gewenst is in dit verband ook nadere regels te stellen voor het verstrekken van rijbewijzen, waarbij zij denken aan recente incidenten.

Onderdeel X

De leden van de PvdA-fractie vragen allereerst hoeveel rijbewijzen jaarlijks verloren gaan en welke redenen (diefstal/vermissing en dergelijke) daarvoor bestaan? Hoe is te verklaren, zo vragen deze leden, dat het regelmatig voorkomt dat de houder van een teruggevonden rijbewijs niet traceerbaar is en waarom reageert de houder niet als hij benaderd wordt?

Onderdeel Y

De leden van de PvdA-fractie willen weten hoever de mogelijkheid tot het verschaffen van inlichtingen zich uitstrekt.

Bestaat of komt er een kader om verzoeken om informatie te toetsen? Op welke wijze is de privacy gewaarborgd? Hoe wordt nagegaan of verschafte informatie wordt gebruikt voor het doel waarvoor ze is verschaft, vooral in de zogenaamde derde-landen? Hebben de Nederlandse autoriteiten eenzelfde recht bij derde landen en zo neen, bij welke landen wel, en bij welke landen niet?

ARTIKEL II

Onderdeel F

De leden van de PvdA-fractie vragen of het van meet af aan de bedoeling is geweest bromfietsers die op de invoeringsdatum al zestien jaar of ouder zijn het certificaat zonder meer te verstrekken en zo ja, uit welke toelichting op de wet dat blijkt? Is overwogen hiervoor alsnog een nadere voorziening te treffen in de zin dat hetzij fasegewijs een proef of examen moet worden afgelegd of in de zin dat het certificaat geweigerd kan worden aan bromfietsers die bijvoorbeeld ernstige ongevallen hebben veroorzaakt en zo neen, waarom is daarvan afgezien?

Ten aanzien van het bromfietscertificaat vragen de leden van de fractie van D66 waarom bromfietsers die nog geen zestien jaar oud zijn een bromfiets-examen moeten afleggen en diegene die al zestien jaar oud zijn niet. Is het niet beter voor de verkeersveiligheid als een ieder, die op een bromfiets wil gaan rijden, een examen aflegt?

ARTIKEL III

Onderdeel A onder 2

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe en waar is vastgelegd dat de Dienst Wegverkeer kosteloos gegevens verstrekt die banken en dergelijke nodig hebben om misbruik, fraude en dergelijke met rijbewijzen tegen te gaan? Hoever is de studie naar de noodzaak van een reservefonds gevorderd? Wie voert het uit? Wat was de aanleiding? Wanneer is het vermoedelijk afgerond?

De tarieven van de Rijksdienst voor het Wegverkeer worden verhoogd met de kosten voor het instandhouden van het kentekenregister, de opsporingskosten, de kosten voor het instandhouden van een WA-verzekeringenregister en dotaties aan een registerfonds. Tot welke extra kosten voor de individuele automobilist zal deze tariefsverhoging leiden? Is de regering voornemens een voorstel te doen tot een compenserende verlaging van de tarieven voor de motorrijtuigenbelasting of tot compensatie in een andere vorm, zo vragen de leden van de fractie van de VVD?

Onderdeel S

De leden van de PvdA-fractie willen een toelichting op de volgende abracadabra-passage: «... in het kader van het informatiestatuut zullen nadere afspraken gemaakt worden omtrent het migratietraject». Wat wordt hiermee bedoeld?

ARTIKEL XV

De leden van de PvdA-fractie vragen welke verwachtingen de afgelopen twee jaar in de verschillende fasen van de parlementaire behandeling zijn uitgesproken met betrekking tot de datum van inwerkingstreding van hoofdstuk VI (rijvaardigheid en rijbevoegdheid en rijbewijzen). Waarom wordt nu gerept van de artikelen of onderdelen daarvan die voorzien in wijziging van artikelen die deel uitmaken van de Wegenverkeerswet 1994 of die verband houden met rijbewijzen «dienen» met ingang van 1 juni 1996 in werking te treden? Wat gaat er mis als dat 1 januari 1997 wordt en waarom is het niet op 1 januari 1996 te realiseren?

Voor hoeveel rijbewijzen is de aanwezige voorraad papier nog toereikend? In welk opzicht is de omvang van die voorraad bepalend of bepalend geweest voor de datum van inwerkingtreding? Welke waarde vertegenwoordigt die voorraad?

De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Biesheuvel

De griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Tielens-Tripels


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD) ondervoorzitter, Van den Berg (SGP), Lilipaly (PvdA), Biesheuvel (CDA) voorzitter, Reitsma (CDA), Versnel-Schmitz (D66), Van Gijzel (PvdA), Leers (CDA), Van Heemst (PvdA), Verbugt (VVD), Van Rooy (CDA), Poppe (SP), Van 't Riet (D66), Duivesteijn (PvdA), H. G. J. Kamp (VVD), Stellingwerf (RPF), Crone (PvdA), Roethof (D66), M. Vos (GroenLinks), Verkerk (AOV), Van Zuijlen (PvdA), Van Waning (D66), Keur (VVD), Hofstra (VVD), Assen (CDA). Plv. leden: Blauw (VVD), Schutte (GPV), Van Gelder (PvdA), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Dankers (CDA), Jeekel (D66), vacature PvdA, Terpstra (CDA), Huys (PvdA), Korthals (VVD), Esselink (CDA), vacature (CD), Hillen (CDA), H. Vos (PvdA), Remkes (VVD), Leerkes (U55+), Witteveen-Hevinga (PvdA), Augusteijn-Esser (D66), Rosenmöller (GroenLinks), Boogaard (Groep Nijpels), Valk (PvdA), Hoekema (D66), Klein Molekamp (VVD), Te Veldhuis (VVD), Van der Linden (CDA).

Naar boven