24 493 (R1557) Voornemen tot verlenging van verdragen

BO/ Nr. 89 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 18 mei 2020.

De wens dat één of meer van deze verdragen aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde Minister van Curaçao te kennen worden op 17 juni 2020.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2020

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging van het volgende verdrag:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Verenigde Staten van Amerika inzake toegang tot en gebruik van faciliteiten op Curaçao voor humanitaire bevoorrading bedoeld voor de bevolking van de Bolivariaanse Republiek Venezuela; Willemstad, 15 maart 2019 (Trb. 2019, nr. 46). Het verdrag heeft een initiële looptijd van een jaar en zal, met terugwerkende kracht, vanaf 15 maart 2020 voor een jaar worden verlengd.

Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag alleen voor Curaçao. Het verdrag behoefde destijds op grond van artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven