24 493 (R1557) Voornemen tot verlenging van verdragen

AY/ Nr. 69 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 23 mei 2016.

De wens dat één of meer van deze verdragen aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 22 juni 2016.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2016

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging van het volgende verdrag:

Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk betreffende de huisvestiging van een deel van de diplomatieke missie van het Verenigd Koninkrijk in het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden te ’s-Gravenhage; ’s-Gravenhage, 8 juli 2015 (Trb. 2015, nr. 108). Het verdrag heeft een initiële looptijd van één jaar en zal nu voor een jaar worden verlengd.

Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag alleen voor het Europese deel van Nederland. Het verdrag behoefde destijds op grond van artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven