24 493 (R1557) Voornemen tot verlenging van verdragen

AP/ Nr. 60 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 23 september 2014.

De wens dat één of meer van deze verdragen aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao, of Sint Maarten te kennen worden gegeven uiterlijk op 23 oktober 2014.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2014

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging van het volgende verdrag:

Overeenkomst tussen de Regeringen van de Benelux-Staten en de regering van de Republiek Zuid-Afrika inzake de afschaffing van de visumplicht voor houders van diplomatieke, officiële en/of dienstpaspoorten; Pretoria, 22 februari 2013 (Trb. 2013, 68). Dit verdrag is op 1 augustus 2014 in werking getreden. Het verdrag heeft zoals gebruikelijk een initiële looptijd van één jaar; de verlenging zal voor onbepaalde tijd geschieden.

Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag voor het gehele Koninkrijk. Het verdrag behoefde destijds op grond van artikel 7, onderdeel c, van de rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven