24 493 (R 1557)
Voornemen tot verlenging van verdragen

J
nr. 26
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 augustus 2006

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 1 september 2006. De wens dat één of meer van deze verdragen aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door of namens een van de kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 1 oktober 2006.

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging van het volgende verdrag:

• het op 24 september 2000 te Washington totstandgekomen Multilateraal Verdrag inzake de exploitatie van het Caribische Centrum voor Epidemiologie (Trb. 2001, 87). Dit Verdrag, dat op zichzelf een verlen- gingsverdrag was (zie Kamerstukken II 2000–2001, 24 493 (R 1557), nrs. 198 en 11), had een looptijd tot eind 2005 en wordt verlengd met twee jaar tot eind 2007.

Wat het Koninkrijk betreft, geldt het Multilateraal Verdrag voor de Nederlandse Antillen en Aruba. Deze landen maken gebruik van de faciliteiten van het epidemiologische bewakingscentrum voor het Caribisch gebied.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

Naar boven