24 474
Wijziging van de Wet schadefonds olietankschepen

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State)In verband met de goedkeuring van de op 27 november 1992 tot stand gekomen protocollen, houdende wijziging van, respectievelijk, het op 29 november 1969 te Brussel tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie, 1969, met Bijlage, en het op 18 december 1971 te Brussel tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1971, dient ook de Wet schadefonds olietankschepen te worden aangepast. Voor de algemene achtergrond van deze aanpassing mag derhalve worden verwezen naar de memorie van toelichting bij het voorstel van wet tot goedkeuring van genoemde protocollen, in het bijzonder het algemeen deel daarvan. Op deze plaats wordt volstaan met een beknopte artikelsgewijze toelichting.

2. Artikelsgewijze toelichting

ARTIKEL I

A

Deze bepaling past de definitie van het begrip «Verdrag» in artikel 1, onder b, van de wet aan aan de laatste versie van het verdrag, zoals tot stand gekomen door het protocol van 1992 tot wijziging van het Fondsverdrag 1971.

B

Deze bepaling past de definitie van het begrip «Aansprakelijkheidsverdrag» in artikel 1, onder e, aan aan de laatste versie van het verdrag, zoals tot stand gekomen door het protocol van 1992 tot wijziging van het Aansprakelijkheidsverdrag 1969.

C

Deze bepaling brengt een redactionele wijziging aan in artikel 3, eerste lid, in verband met het feit dat de in artikel 5 van het verdrag opgenomen zogenoemde relief-functie van het Fonds door het protocol is komen te vervallen.

D

Krachtens deze bepaling komt in de eerste plaats de eerste zin van artikel 4, welke betrekking heeft op het geschrapte artikel 5 van het verdrag, te vervallen. Voorts is de overblijvende zin van artikel 4 aangepast aan de vernummering van het zevende lid van artikel 3 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

De Minister van Economische Zaken,

G. J. Wijers

De Minister van Verkeer en Waterstaat a.i.,

M. de Boer

Naar boven