24 465
Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte (versterking positie huurder bij verhoging van de huurprijs met meer dan een bepaald percentage)

nr. 26
MOTIE VAN HET LID DUIVESTEIJN

Voorgesteld 26 maart 1996

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constateert, dat het kabinet het wetsvoorstel Procesvereisten tijdens de behandeling in de Eerste Kamer op 19 maart jl., voor nader beraad heeft aangehouden;

constateert, dat de inwerkingtreding van bedoelde wet ten aanzien van de vaststelling van de aanstaande jaarlijkse huurverhoging niet meer mogelijk is;

constateert, dat huurders en huurdersorganisaties in het overleg met de verhuurder geen wettelijke rechten hebben;

constateert, dat verhuurders thans zonder motiveringsverplichting de maximale huurverhoging van 6,5% kunnen opleggen;

verzoekt de regering de maximale individuele huurstijging, zoals bepaald in het Besluit Huurprijzen Woonruimte, per 1 juli 1996 te beperken tot 5,5%,

en gaat over tot de orde van de dag.

Duivesteijn

Naar boven