24 465
Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte (versterking positie huurder bij verhoging van de huurprijs met meer dan een bepaald percentage)

nr. 25
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 25 maart 1996

Hierbij doe ik U een afschrift toekomen van de brief inzake het wetsvoorstel betreffende versterking van de positie van de huurder bij verhoging van de huurprijs met meer dan een bepaald percentage (Tweede Kamer 24 465, procesvereisten), zoals ik die heden aan de Eerste Kamer heb gestuurd1. Uit deze brief mag blijken dat het Kabinet sterk hecht aan invoering van het wetsvoorstel procesvereisten. Het Kabinet doet dan ook een dringend beroep op de Eerste Kamer het wetsvoorstel te aanvaarden.

Gaarne maak ik van de gelegenheid gebruik op te merken dat er geen relatie bestaat tussen dit wetsvoorstel en de bij uw Kamer ingediende wijzigingsvoorstellen (Tweede Kamer 24 507) van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies en de Wet individuele huursubsidie in verband met de zogenaamde huursombenadering en het wijzigingsvoorstel (Tweede Kamer 24 595) betreffende de Wet individuele huursubsidie. Met het oog op het grote maatschappelijke belang van een adequate uitvoering van de huursubsidieregeling voor het tijdvak 96/97 verzoek ik u dringend de genoemde wijzigingsvoorstellen zo spoedig mogelijk te behandelen.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

D. K. J. Tommel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlemenaire Documentatie.

Naar boven